HOOFDSTUK 1: INTRODUCTION TO COGNITIVE PSYCHOLOGY
1. Cognitieve psychologie
De cognitieve psychologie is de
wetenschappelijke studie v mentale
processen. Die mentale processen
worden op een wettenschappelijke
manier bestudeerd, je hebt diverse
subdomeinen zoals perceptie,
aandacht, geheugen (korte en lange),
taal,…. Deze subdomeinen maken
samen het studiegebied vd cog psy.
Cog psy is een interdisciplinair onderzoek, de cognitie op zich is een wetenschap
geworden, het leent kennis uit verschillende wetenschappen (psy, neurowet,
filosofie,…).
2. Wetenschappelijke methode
In de cog psy spreekt men van experimentele methode ipv wetenschappelijke
methode. De onderzoeksvragen worden beantwoord adhv experimenten. Er
wordt gemanipuleerd met onafhankelijke variabelen en daarna worden de
effecten op de afhankelijke variabelen bestudeerd. De controlevariabelen zijn
storende variabelen die onder controle gehouden moeten worden adhv
randomizatie, counterbalancing, matching.
Randomisatie: proces waarbij proefpersonen willekeurig worden
verdeeld in groepen zodat de invloed gecontroleerd wordt.
Counterbalancing: helft vd mensen de test laten nemen onder invloed
van wat onderzocht wordt en andere helft placebo
Matching: 2 dezelfde groepen qua ziekte, leeftijd, geslacht… om te
vergelijken
Wat je kan manipuleren is de onafhankelijke variabele (een drugs) Afhankelijke
is het geheugen, storende variabele is de menstruatiecyclus.
3. Afhankelijke variabelen
Meestal: reactietijden (reactie op iets), nauwkeurigheid
Andere: breinactivatie (fMRI, PET), zelfrapportering (depressie),
oogbewegingen
,COGNITIEVE PSYCHOLOGIE
4. Populaties
Meestal: gezonde volwassenen (studenten meestal)
Specialisatie: kinderen en baby’s, ouderen, patiënten
met laesies, aandoeningen, dieren
5. Theorie
Dit zorgt dat obv experimenteel onderzoek de cog psy theorieën kan
ontwikkelen. Theorieën zijn nodig om een samenvatting v data te voorzien. Hier
kunnen we een conclusie uittrekken. Jaarlijks zijn er duizenden experimenten en
wetenschappelijke artikelen. Als er dezelfde resultaten zijn komen er
mathematische wetmatigheden (bv power law of learning).
De tijd dat je nodig hebt om een taak te verrichten
zal dalen naarmate je de taak vaker uitvoert.
De prestatie zal ook afvlakken aangezien je ooit het
maximum bereikt
Experimentele methode laat ons toe om causale uitspraken te doen en om
resultaten te kunnen voorspellen.
Theorie geeft dus een verklaring van data en voorspelling data. Zonder een
goede theorie is zelfs de beste data waardeloos (verband tussen onderzoek
en theorievorming).
6. Onderzoek – theorievorming
Data kan enkel verklaard worden door theorieën. Theorieën kunnen enkel tot
stand komen via data.
Er is dus een onderzoekscyclus (wisselwerking).
Virologen konden covid niet verklaren omdat er geen data was. Data kan
alleen verklaard worden door theorieën en theorieën kunnen veranderen
als de data niet overeenkomt.
Psychologen doen aan wetenschappelijk denken, dat vereist een goed begrip vh
verband onderzoek-theorievorming. Men moet niet wit-zwart denken maar een
standpunt ondersteunen door zoveel mogelijk onderzoeksevidentie te
verzamelen. Wetenschappelijk denken vraagt veel oefeningen maar kan
aangeleerd worden.
,COGNITIEVE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 2: A BRIEF HISTORY OF COGNITIVE PSYCHOLOGY
1. Inleiding
De interesse in mentale processen is al
eeuwenoud. De filosofische studie gaat over de
bewustzijn, de geest.
2. Eerste cognitieve psychologen
De ontwikkelingspsychologie loopt parallel met
de ontwikkeling vd cog psy. De vraagstelling
ging vooral over de bewustzijn (deelgebied cog
psy). De eerste experimenten zijn wat we nu
cog psy onderzoek noemen.
De cog revolutie is waar de mentale processen terug geïntroduceerd werden
nadat ze eigenlijk taboe werden door de opkomst vd behavioristische stroming.
Cog psy onderzoek begon dus reeds in de 19de eeuw, deels zelfs voor de start vd
psy (1879). Vanaf Wundt is de cog psy een eigen discipline.
De psychologische scholen deden onderzoek naar het bewustzijn (de kern).
Structuralisme: structuur vh bewustzijn (wat zijn de deelelementen),
onderzoek onder gecontroleerde omstandigheden
Functionalisme: wat is de functie vh bewustzijn (onderzoek moet nuttig
zijn), onderzoek door observatie
Pioniers: Franciscus Donders en Hermann Ebbinghaus
- Donders
De vader vd mentale chronometrie (reactietijden). Hij bestudeerde dit adhv
reactietijdtaken. Hij wou weten hoe lang het duurt voor een reactie op een
prikkel nadat je die prikkel waarneemt.
Reactietijd: tijdsinterval tussen stimulus en prikkel
, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE
3 reactietijdtaken:
1. Eenvoudige reactietijdtaak:
Er is een prikkel, je geeft een reactie. Er is geen prikkel, er is geen reactie.
A-reactie: alle eenvoudige perceptuele motorische processen (reageren of niet op
een prikkel)
2. Keuze reactietijdtaak:
Je moet 2 soorten responsen geven bij
een bepaalde prikkel. Rood is links en
groen is rechts. Deze taak is complexer
dan de vorige. Je moet aan
stimulusdiscriminatie en
stimulusidentificatie doen EN
daarnaast nog eens een respons
selecteren adhv de kleuren. Dit noemt hij responsselectie.
B-reactie: a-reactie (verwerken en reageren prikkel), stimulusdiscriminatie
(onderscheid maken), stimulusidentificatie (prikkel identificeren), responsselectie
(welke respons vertonen?)
3. Go-no-Go reactietijdtaak
Vergelijkbaar met keuze reactietijdtaak maar hier moet je alleen op 1 stimulus
reageren. Dus bv alleen reageren op rood maar niet op groen.
C-reactie: a-reactie, stimulusdiscriminatie en stimulusidentificatie
Substractiemethode (aftrekken): Donders wou meten hoelang bepaalde
processen duren en of we die kunnen meten.
A-reactie/baseline: het lichtje brandt of het brandt niet
C-reactie: enkel reactie bij rood lampje, niet bij groen lampje
C-reactie – A-reactie = stimulatiediscriminatie/stimulusidentificatie
B-reactie – A-reactie =stimulusdiscriminatie/ stimulusidentificatie,
reactieresponsselectie
B-reactie – C-reactie = reactieresponsselectie
De baseline (= meest eenvoudige) reactie is de a-reactie. De c-reactie (S
discr/iden + baseline). Hij gaat de verschillende reactietijden die elk van
deze taken met zich meebrengen van elkaar gaan aftrekken om op deze
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller am5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.99. You're not tied to anything after your purchase.