Gedrag en Gezondheid – college 1
Gezondheidspsychologie als wetenschapsgebied
3 onderdelen van gezondheidspsychologie (hybride wetenschap)
- Gezondheid:
Etymologie van ‘gezond’ en ‘health’
! Gezond = geheel, actief, energiek
! Health = state van harmonie, balans en equilibrium DUS energie + in balans
gezondheid = een toestand van fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet perse afwezigheid
van een ziekte.
! verder dan de ziekte alleen
! ziekte en gezondheid zijn niet elkaars wederhelften bv. Symptomen maar niet ziek/ ziek
maar geen symptomen
- Gedrag = manier om jezelf te presenteren, iets actiefs/positief dat organisme zelf doet en vaak als
respons op omgeving.
- Psychologie:
(De psychologie die hier toegepast wordt is dezelfde als bij neuro en andere) toepassing van
principes van biologie, studie van fysiologie en genetica met veel verwante gebieden
de integratie tussen deze drie vormt de gezondheidspsychologie
Gezondheidspsychologie = Het samenvoegen van de speciale educatieve, wetenschappelijke en
professionele bijdragen van de discipline psychologie aan de promotie, onderhoud van
gezondheidspreventie, behandeling van ziekte, identificatie van etiologische factoren en analyse van de
verbetering van het gezondheidszorgsysteem.
Behavioral Medicine = een wetenschapsgebied dat dicht bij gezondheidspsychologie ligt. Het gaat hier
over een combinatie en integratie van gedragsmatige principes en biomedische principes.
DUS Behavioral medicine komt meer vanuit een biomedische invalshoek en
gezondheidspsychologie komt meer vanuit een psychologische invalshoek.
Lichaam en Geest, een korte geschiedenis en het Biomedisch model
Galenus `(humores -> onevenwicht = gedragspatroon)
Slijm (flegmantisch), bloed (sanguinisch), gele gal (boosheid) en zwarte gal (melancholisch)
e
17 eeuw (gouden eeuw): bloeiperiode op gebied van handel, wetenschap en kusnten
Jansen: microscoop
Vesalius: anatomie
Déscartes: relatie geest-lichaam: bron lichaam -> reactie geest (wel intuitief) MAAR fantoompijnen
dan??
,Biomedisch Model
Biologische oorzaak gedrag
iemand een klacht? oorzaak hiervan kan zowel infectieus, traumatisch of congenitaal zijn.
ALS oorzaak opgelost DAN zal ziektegedrag ook verdwijnen.
Model is reductionistisch: ziekte kan verklaard worden door enkel verstoorde genetica.
! model is monocausaal: lichaam-geest dualisme
! model is ziekte-georienteerd: houdt geen rekening met andere omstandigheden en voorkomen
van ziekte
probleem met dit model: is dat er soms geen lichamelijke stoornis of ziekte te vinden is, het kan
veel ziekten dus niet verklaren.
We moeten van biomedisch naar biobehavior model gaan
belangrijk omdat gedrag op zich onderhevig is aan andere factoren
! gedrag kan het gevolg zijn van biologische verstoring maar gedrag is ook onderhevig aan andere
factoren zoals omgeving en sociale factoren en het leren.
BELANGRIJK is het onderscheid maken tussen een ziekte en klachten/ symptoom (ziekte klachten)
Ziekte: biologische oorzaak kan leiden tot klachten en met allerlei biologische factoren te maken
Klacht/symptoom: meer te maken met ervaring (objectief/ subjectief) die kan te maken hebben
met ziekte -> gedrag
Bio-psycho-sociaal model
De integratie van psychologische, sociale en biologische factoren die dan de gezondheid en ervaring van
gezondheid bepalen. Kleine uitbreiding is schema van WGO.
Theoretische modellen in de gezondheidspsychologie
Psychosomatische geneeskunde (bestaat nog stees maar minder belangrijk geworden)
Verwijst naar dualisme: iets is psychologisch of somatisch en ook als er geen somatische uitleg kan
gevonden worden
alle somatische klachten hebben ook een psychologische oorzaak
J.M. Carcot: neurologie en histerie (vrouwen: problemen in de baarmoeder) conversiestoornis:
idee dat gedrag uiting waren van psychologisch conflict
, F. Alexander: uitwerking van concept conversiestoornis, onderzoeker die bv verklaard hoe de
maagzweren ontstaan
7 lichamelijke klachten die te maken hebben met emotioneel conflict
Astma
Neurodermatitis
Ulcus duodeni
Colitis ulcerosa
Reumatoïde artritis
Essentiële hypertensie
Hyperthyreoïdie
Hierna komt er een gelijkaardige benadering: de somatisatie komt op zelfde neer, somatiseren is alsof
mensen ervoor kiezen om een psychologisch probleem op lichamelijke manier te uiten.
Lipowski had het over chronische pijn als variant van depressie, m.a.w. lichamelijke klachten en
symptomen zonder pathologie maar mensen attribueren klachten aan fysieke stoornis en zoeken
daarom steun en hulp.
Crombez heeft studie gedaan en klachten gemeten ivm medische oorzaak en blijkt dat geen van de
studies met somatisatie hebben gekeken of er echt iets medisch aan de hand is
DUS conclusie is dat het beter niet meer gebruikt wordt want empirische basis van idee van
somatisatie is afwezig.
Diathesis-stress model
Diathese is een soort kwetsbaarheid, bestaat al lang.
! mensen verschillen, iedereen wel ergen zwakke plek. ALS stress hebben, DAN zouden klachten
ontstaan DOOR combinatie van kwetsbaarheid en stress
! kwetsbaarheid zonder stress geeft geen klachten.
(stressor is nodig voor klachten) <-> psychomatisch (puur emotionele problemen) VS diasthesis
(externe stress)
Chronische stress meer kans om lichamelijke klachten te ontwikkelen.
Studie Flor, Turk et al.
biedt ondersteuning tot dit model: onderzoekers hebben gezond VS chronisch LBP ( 4taken)
hypothese is dat als je mensen bloodsteld aan stressor moeten de chronische LBP meer pijn
hebben dan andere groepen, en dit ziet men ook tijdens het
onderzoek.
Conditie 1: alfabet opzeggen, niet stressvol
Conditie 2: terugdenken aan periode met veel pijn
Conditie 3: rekenoefening, niets met lichaam te maken maar tijdsdruk
Conditie 4: terugdenken aan stressvolle periode
Pijn in rugstreek gemeten en de spieren zijn meer opgespannen bij mensen LBP bij de stressvolle
condities (niet rekenen/alfabet) en bij de andere groepen zie je geen verschil.
! Bij de mensen met LBP duurde het ook langer om terug naar basisniveau van spierspanning te
komen.
, MAAR kritiek: hoe stel je vast welke kwetsbaarheid iemand heeft, en meeste onderzoek is bij mensen die al
klachten hadden, moeilijk causaliteit te vinden. Hierdoor is dit model minder actueel.
Cognitive-behavioral Model
Cognitie/ subjectieve van iets klacht
Interactie tussen overtuigingen van mensen en gedrag dat ze vertonen.
--> Integreert zowel Plato als Aristoteles, zowel rationalisme en empirisme.
! Plato geloofde dat realiteit enkel in onze mind was
! Aristotels geloofde dat realiteit hetgene wat je kan observeren is
DUS het model integreert dus beide en gaat voor rationeel empirisme.
appraisal emotie gedrag.
Dit gedrag kan invloed hebben op omgeving de appraisals weer worden beïnvloed.
! Toegepast in gezondheidspsychologie komt dit vaak terug.
! De prikkeling van pijnzenuwbanen en de receptoren (nociceptoren) + betekenis van pijn zal
bepalen hoe mensen gaan reageren en gedragen
DUS als dreigwaarde groot -> mensen vooral oplossing zoeken vermijdend gedrag tonen dat leidt
tot inferentie met dagelijks leven.
DUS Dreigwaarde laag -> meer belang dagelijkse activiteiten en meer toenaderen. Bevat dus
meerdere elementen.
Fear-avoidance model van chronische pijn is een voorbeeld van cognitieve behavioral model.
Empirische evidentie voor chronische pijn. Als mensen gevolgd worden doorheen de tijd en
kijken naar wat ziekte voorspeld -> mensen die bang zijn en vermijdingsgedrag vertonen
hebben meer kans om later nog steeds ziek te zijn. Bij mensen die na een jaar nog steeds ziek
zijn, zijn vrees maar ook depressie en fysieke elementen een goede voorspellers.
DUS De rol van verwachtingen: zeer belangrijke oorzaken van onze perceptie (je ziet wat je verwacht te
zien en je voelt wat je verwacht te voelen).
We verwachten iets en gaan dit toetsen aan realiteit en als dit goede match is wordt verwachting
versterkt en als dit niet matcht is er een prediction error en is er correctie van verwachting.
Verwachtingen spelen belangrijke rol in
NOCEPO = een aversieve ervaring na toediening van een inactieve stof of een schijnbehandeling
PLACEBO= een gunstig effect na toediening inactieve stof of schijnbehandeling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinelarcier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.94. You're not tied to anything after your purchase.