Samenvatting - Beleid en Organisatie in het Onderwijs
32 views 1 purchase
Course
Beleid en organisatie in het onderwijs
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting van het vak 'Beleid en organisatie in het onderwijs' uit eerste master van Pedagogische wetenschappen aan de KU Leuven.
Dit document bevat alle leerstof die te kennen is voor het examen. Met deze samenvatting behaalde ik een 11/20. Het is belangrijk om ook de details te kennen want ...
DEEL 1: Wie is wie in het Vlaamse
onderwijslandschap?
- Hoe zit het Vlaamse onderwijs in elkaar? Belangrijkste spelers?
- Wat betekent het en waar zit het ergens in het systeem?
Hoofdstuk 1: historisch overzicht en politieke en economische
achtergrond
1.1. Naar een federale staat
° Belgische staat (1830) → grondwet (°1831): legde structuren v/e gedecentraliseerde staat vast
→ Scheiding der machten
- De wetgevende macht (koning, Kamer van volksvertegenwoordigers, de senaat)
- De uitvoerende macht (koning en regering)
- De rechterlijke macht
Voor onderwijs: provincies en gemeenten → normaal grote autonomie, maar machten zijn ingeperkt
→ beslissingen worden gecontroleerd door gewestelijke en nationale wetgevende en uitvoerende mach
Unitaire en gedecentraliseerde staat: 1831 – 1970
- Decentralisatie → opdeling in 9 provincies met lokale autoriteiten
- Provincies en lokale autoriteiten → onder controle v/d centrale overheid
Van unitaire naar federale staat: vanaf 1970 – heden
- Als gevolg van de taalstrijd (Nederlandse taal als officiële taal naast het Frans)
- 6 staatshervormingen en grondwetswijzigingen
- Federaal systeem: soevereiniteit verdeeld over centrale staat (nationale overheid) en de deelstaten (3
gewesten en 3 gemeenschappen)
- 3e staatshervorming: !! implicaties voor het onderwijs
o Bevoegdheid onderwijs naar gemeenschappen
De 6 staatshervormingen
Eerste staatshervorming (1970)
- ° van 3 cultuurgemeenschappen: Nederlandse gem, Franse gem, Duitstalige gem
o Bevoegdheden = beperkt
- Erkenning 3 economische gewesten: Vlaams gew, Waals gew, Brussels-hoofdstedelijk gew
Tweede staatshervorming (1980)
- Herdefiniëring: cultuurgemeenschap gemeenschappen: Vlaamse gem, Franse gem, duitstalige gem
o Bevoegdheid = culturele + (nieuw) persoonlijke aangelegenheden
(= gezondheid en mentale bijstand)
o Gemeenschappen hebben elk eigen raad (Parlement) + regering
- ° 2 gewesten: Vlaamse gew en Waalse gew hebben elk een raad + regering
o Vlaanderen: raad en regering Vlaamse gem & Vlaamse gew samengevoegd: Vlaanderen = 1
raad en 1 regering
Derde staatshervorming (1988-1989)
- ° BHG
- Gem en Gew meer bevoegdheden (bv.: onderwijs gemeenschappen, openbaar vervoer en
openbare werken gewesten)
- !! voor onderwijs
Vierde staatshervorming (1993)
, - Belgische staat w volwaardige Federale staat: gem + gew krijgen al hun bevoegdheden toegewezen
- Aanpassing GW: “België is ingedeeld in provincies” veranderde in “België is een federale staat,
samengesteld uit de gem en gew”
Vijfde staatshervorming (2001)
- Lambermontakkoord : overheveling bevoegdheden nr gem en gew: bv. gemeente- en provinciewet,
landbouw, zeevisserij, buitenlandse handel, ontwikkelingssamenwerking
- Lombardakkoord : wijzigingen werking Brusselse instellingen
Zesde staatshervorming (2011)
- ° 2011: Institutioneel akkoord (zal in verschillende delen gerealiseerd worden)
- 2012: splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
- 2014: overdracht bevoegdheden nr gew en gem, hervorming bijzondere financieringswet, hervorming
v/d Senaat, versterking v/d rol v/d Kamer
1.2. 3 niveaus van besluitvorming (met eigen wetgevende en uitvoerende
macht)
1) De nationale overheid
2) 3 culturele gemeenschappen: Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap
o Geen grondgebied
o Elke gem heeft BH over corresponderende eentalige taalgebied
o Brussel (tweetalig): enkel geldig voor de instellingen die exclusief tot de ene of andere
gemeenschap behoren; obv hun organisatie of activiteiten
Bv.: Vlaamse scholen in Brussel Vlaamse gemeenschap (activiteit)
Bv.: Kind en Gezin Vlaamse gemeenschap (organisatie)
o Algemene bevoegdheden:
Cultuur: theater, bibliotheken, audiovisuele media…
Onderwijs
Talen
Persoonsgebonden aangelegenheden
Gezondheidsbeleid: curatieve en preventieve geneeskunde
Personenhulp: jeugdbescherming, sociale bijstand, familiehulp, opvang
immigranten
3) 3 economische gewesten: Het Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest
o Algemene bevoegdheden: plaatsgebonden aangelegenheden
Economie, werkgelegenheid, landbouw, waterbeleid, huisvestiging, openbare werken,
energie, vervoer, leefmilieu, ruimtelijk ordening en stedenbouw
1.3. Wetgevende en uitvoerende macht
1.3.1. Wetgevende macht Vlaanderen (= Vlaams parlement: Vlaamse gemeenschap en Gewest)
o Voor 1955: 186 Nederlandstalige leden vh Belgische parlement
o Na 1955: dubbele mandaat verdwijnt + direct verkozen
o Nu: 124 leden: 118 direct verkozen door inwoners Vlaams Gewest + 6 verkozen onder de
Nederlandstalige vertegenwoordigers van de Brusselse Gewestraad
- 3 functies: wetgevend functie, vorming van regering en controlefunctie
o Vlaams Parlement: d.m.v. decreten hebben zelfde rechtskracht als de wetten v/h nationale
parlement
1.3.2. Uitvoerende macht Vlaanderen: Vlaamse regering
o 11 leden: min 1 uit tweetalig gebied Brussel
o Aangesteld door Vlaams parlement
, o Beslist collegiaal: elke beslissing genomen door volledige regering (tenzij een BH expliciet wordt
gedelegeerd aan een individuele minister)
1.4. Onderwijs
1.4.1. Evolutie onderwijs
Onderwijs = vrij (sinds 1831)
- Overheid mag zelf geen onderwijs verrichten (wel inrichten)
- Lager onderwijs: geestelijken → gemeenten (gemeentewet, 1836°)
1842: Eerste organieke wet op het lager onderwijs
- Elke gemeente verplicht een school in te richten + kosteloos onderwijs bieden
- Gemeenten mochten hiervoor bestaande vrije scholen aannemen als gemeenteschool
1850: Eerste organieke wet op middelbaar onderwijs
- Rijksmiddelbaar uitbouwen → Ingaan tegen katholieke monopolie
- 10 koninklijke athenea en 50 rijksmiddelbare scholen voor jongens
- invloed v/d geestelijkheid beperkt tot organisatie en toezicht op de verplichte godsdienstlessen
Tweede organieke wet op het lager onderwijs/Wet-van Humbeeck (1879) en het middelbaar onderwijs (1881)
- Gemeenten min 1 officiële staatschool bezitten, maar mochten geen vrije scholen meer aanvaarden en
subsidiëren
- Leerkrachten moesten een diploma van een officiële normaalschool te bezitten
- Geen godsdienstonderwijs in staatsscholen tijdens de klasuren
- → hevige reactie bij de katholieken ° EERSTE SCHOOLSTRIJD (1881-1884)
1884: Nieuwe wet op het lager onderwijs
- Gemeenten mogen opnieuw vrije scholen aannemen + mochten zelf belslissen of godsdienstonderwijs
deel uitmaakte v/h programma
- Onderwijzers dienden ook niet langer een officieel diploma te hebben
Tweede schoolstrijd (na WOII)
- Financiering secundair onderwijs centraal
o Leo Collard: verminderen subsidies katholieken scholen, voorwaarden subsidies verscherpen +
extra openbare scholen oprichten
- Protest katholieken → eindigd met een schoolpact (1958)
1959: Schoolpactwet
- Erkent 2 grote onderwijsnetten: vrij onderwijs en officieel onderwijs
- Donaties of subsidies door overheid
- Vrije scholen (katholiek onderwijs) onderwerpen aan bepaalde regels = krijgen financiële middelen van de
staat (nu gemeenschap)
o Schoolkeuze van ouders garanderen
o = zekere vorm van overheidscontrole
o Elke inrichtende macht in autonomie pedagogische vrijheid uitoefenen
- Geen inschrijvingsgeld secundair onderwijs
De basisprincipes uit de Schoolpactwet werden met de 3e staatshervorming ook ingeschreven in de Grondwet in
artikel 24 (kijk cursus).
1.4.2. Communautarisering v/h onderwijs (in derde staatshervorming in grondwet geschreven)
, - = alle verantwoordelijkheden i.v.m. onderwijs worden doorgegeven van federale staat naar de
gemeenschappen
- Uitgezonderd:
o Vastlegging begin en einde leerplicht
o Minimumvoorwaarden voor het verlenen van diploma’s
o Pensioenstelsel
- Doel: streven naar autonomie voor rijksonderwijs
1.5. Algemene regelgevingstechniek
- I/h onderwijs geldt het legaliteitsbeginsel
o = elke maatregel die ernstig ingrijpt op de organisatie v/h onderwijs moet door de decreetgever
worden geregeld
o Verzameldecreet: alle decretale wijzigingen die nodig zijn om het nieuwe schooljaar voor te
bereiden bundelen
- Na goedkeurig decreet: wijzigingen worden overgebracht in de bestaande “niveau- en themadecreten”
- Zowel juridische vertaling van nieuwe maatregelen + rechtzettingen en verbeteringen
1.6. Godsdienst en onderwijs
Scheiding kerk en staat
- Subsidiariteitsprincipe: staat neemt enkel initiatief m.b.t. aanbieden van onderwijs
o Regering geen directe invloed op de leerplannen → wel recht op controle
- Geen sprake van ‘officiële’ godsdienst
o Erkende godsdiensten: katholieken, protestantse, joodse, anglicaanse, islamitische, orthodoxe
o Recht op filosofisch of godsdienstig vak (2u) → geen overheidscontrole op inhoud vakken
- Officieel onderwijs: filosofische keuze ouders respecteren erkende
o Aanbieden godsdiensten of zedenleer → in uitzonderlijke gevallen vrijgesteld
- Gesubsidieerde vrije scholen: geen keuze, meestal katholiek geïnspireerd
- Alternatieve onderwijsbenaderingen (Steiner, Freinet): speciale regeling
1.7. Demografische indicatoren
- Hoge bevolkingsdichtheid
o Dichte bevolkingsconcentraties in het centrum
- Leeftijdspiramide: vergrijzing (verouderde bevolking) >< Brussel: verkleurd en verjongd
- 2020: sterk negatief saldo → 2019: natuurlijke balans positief (geboortes > overlijdens)
- Buitenlandse bevolking in Vlaanderen lager dan in de andere gewesten
1.8. Economische toestand Vlaanderen
- Bruto Binnenlands Product: indicator voor groeiende en beter presterende economie
o Is in stijgende lijn (terugval in 2020 door coronacrisis)
- Indeling bevolking op arbeidsleeftijd (16-64 jaar) ingedeeld in 3 categorieën
o Werkenden, werklozen, niet-beroepsactieven
1.9. Onderwijsstatistieken
1.9.1. Leerlingen en studenten (Figuur 1 in cursus)
1.9.2. Personeel
→ Omvang beïnvloed door leerlingenaantallen + beleid
Onderscheid onderwijspersoneel: bestuurs- en onderwijzend personeel, andere personeelscategorieën en
personeel universiteiten
- Bestuurs- en onderwijzend personeel
o Bestuurspersoneel: directeurs, adjunct-directeurs en selectieambten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaP. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.