Kennis blok 3
Inhoudsopgave
2 BBS model, 4 a’s
3 Factoren, invalshoeken, verzuim
4 Soorten verzuim, cijfers, kengetallen
5 Verzuim: duur, populatie, cijfers, kosten en positieve gezondheid
6 Verzuim venster (Diehl, Koenders & S.), ziekteverzuimbeleid, beroepziekte
7 Verzuimmodellen (Falke en Verbaan), integrale aanpak, vier A’s
8 kwaliteit van de arbeid (Kampermann & Valk), vitale organisaties, engagement&flow
9 Integraal management, productiviteit, gezondheidsmanagement, groeimodel
10 Arbo-omstandigheden en Arbowet, 3 niveaus, overige beschermende wetgeving
11 Verplichtingen werkgever, RI&E, lijst van ongevallen, SZW, deskundigen (BHV etc.)
12 Verplichtingen werknemer en inspectie, SZW, PSychosociale Arbeidsbelasting, werkstress
13 Werkdruk, herstel bevorderen (Hell, 2004), ongewenst gedrag
14 Agressie en geweld, werkstress
15 Verzuimcultuur (Hell, 2004), invalshoeken (neutraal negatief), cultuur en verzuimproces ei
16 Meten verzuimcultuur, interventies, Model (Hell, 2004), verzuimcultuur (Groeningen van)
17 Invloed hebbende partijen verzuimcultuur, cultuur, mog. Antwoorden
18 Stijl van leidinggeven + factoren, rol leidinggevende ziekteverzuim, cultuurstijlen (laissez-fair)
19 Factoren en kernbegrippen stijlen, competenties en attitude leidinggevenden, taken
20 Visie op ziekte en herstel, re-integratie, Wet Verbetering Poortwachter
21 Rollen en taken in verzuimproces (medew, leidinggevende, bedrijfsarts, casemanager, uwv)
22 psycholoog, fysio, ziek versus werk, mobiliteit codes (Teunis, 2014), M1 etc.
23 Moraal vitaliteit (Horstman, 2011), risicocultuur, rationalistische/pragmatische aanpak
24 Wat is vitaliteit, randvoorwaarden, kerndemesies
24 Vitaliteitsmanagement (Van Vuuren), interventies (curatie), employability
25 V-model, 5 v’s
26 AMO-model (Appelbaum, 2000), kerntaken (abilities), gesprekcyclus, succesfactoren
27 Soorten interventies (vertrekken)
28 Motivatie, extrinsiek, intrinsiek, inhoudstheorieën
29 Maslow, Herzberg
30 McClelland, Procestheorieën, van Vroom, Adams
31 Locke en Latham Goalsettingstheorie, mix theorieën Ryan en Deci, arbeidsoriëntaties,
transsectionele en relationele relaties
32 Onderschikkings- vs betrokkenheidsstrategie
33 Arbeid en gezondheid (Schaufeli en Bakker), JDR model, risicofactoren, processen
34 Stress en conflicten (Albas), stressproces,
35 mog. antwoord
36 Motivationeelproces, burn-out, persoonskenmerken en factoren, spanning (Albas)
37 Kenmerken persoonlijkheidstype A en B, mog antwoord
38 voorkomen stress en burn-out
1
,Week 1 – thema 1
Beschrijvend Beslissingsmodel (BBS model)
• Belastbaarheid
o zegt iets over hoeveel je aan kan fysiek maar ook mentaal
• (Werk-)belasting
o Komt voor van uit werk en privé situatie. Fysiek, metnaal, emotioneel en werkomgeving.
Kun je thuis herstellen, heb je tijd om te sporten, heb je kinderen?
o Zegt iets over de 4 a’s (zie blz 5)
o
• Verzuimdrempel:
o Pas als een bepaalde grens wordt overschreden zal men zich ziekmelden.
o Verzuimbehoefte = Verwijst vooral naar de waardering van en de binding met het werk;
het bedrijf, de inhoud van het werk en de collega’s, leidinggevende en evt klanten. Hoe
leuk is het op het werk, vind ze de collega’s leuk.
o Verzuimgelegenheid = formele regelingen betreffende ziekteuitkering, verzuimcontrole
en verzuimcultuur binnen de afdeling. procedures, hoe meld je je ziek. Gaat dat
makkelijk.
• Verzuimgeval is over de drempel, dan komt:
2
,• Hervattingsdrempel:
o Behoefte = heb je weer zin om aan het werk te gaan (leuk, gemis collega’s en energie).
o Gelegenheid = Wordt jou de mogelijkheid geboden om aan het werk te gaan (bijv. met
een gebroken been, zittend werk doen). Laag = positief, hoog = negatief.
Maatschappelijke, bedrijs- en afdelingsniveau factoren
• Algemeen maatschappelijke factoren zijn bijvoorbeeld: de situatie op de arbeids-
markt, de economische conjunctuur, het stelsel van sociale zekerheid, dominante normen
en waarden, de kwaliteit en structuur van de gezondheidszorg.
• Factoren op bedrijfs- en afdelingsniveau zijn bijvoorbeeld: aard van het productieproces,
organisatiestructuur, arbeidsomstandigheden, personeelsbeleid.
Drie invalshoeken
In het model valt af te leiden dat het bedrijf drie invalshoeken heeft om het verzuim te beïnvloeden:
1. Voorkomen van verzuimnoodzaak (onbalans), door beïnvloeding van de belasting en/of de
belastbaarheid
2. Verhoging van de verzuimdrempel
3. Verlaging van de hervattingsdrempel.
Vanuit iedere invalshoek kunnen concrete aangrijpingspunten worden benoemd, die
vervolgens een plaats moeten krijgen in een integrale verzuimaanpak waarin de maat-
regelen onderling op elkaar worden afgestemd. In onderstaan schema zijn de belangrijkste
aangrijpingspunten voor een dergelijk verzuimbeleid in steekwoorden weergegeven.
3
, Ziekteverzuim = een term die gehanteerd wordt wanneer een werknemer niet op zijn werk verschijnt
en daarvoor als reden ´ziekte´ opgeeft.
3 soorten verzuim
• Wit ziekteverzuim = medewerker is in kwestie aantoonbaar ziek (kan fysiek en psychisch zijn)
• Grijs ziekteverzuim = ziektebeeld onduidelijk (kan fysiek nog wel in staat zijn om te werken, maar
is moe of niet gemotiveerd om aan de slag te gaan. Deze vorm komt veruit het meest voor)
• Zwart ziekteverzuim = geen sprake van ziekte, medewerker meldt zich ziek maar is dat in feite
niet.
Vermijdbaar verzuim = grijs en zwart verzuim is vermijtbaarverzuim omdat ze eigenlijk niet nodig zijn.
Duur = de duur van het verzuim heeft betrekking op de lengte van de verzuimperiode en wordt
onderverdeeld in ‘kortdurend verzuim’, ‘middellangdurend verzuim’ en ‘langdurend verzuim’.
De frequentie = van het verzuim zegt alles over hoe vaak een medeweker zich in een jaar ziek meldt.
Door deze twee bovenste te combineren, kan inzicht worden verkregen in de aard van het verzuim.
Kortdurend, frequent verzuim = een medewerker die zich regelmatig voor korte periode ziekmeldt.
Langdurig niet-frequent verzuim = een medewerker die voor een lange periode achter elkaar ziek is.
HR-analytics = waarbij data van medewerkers worden verzameld en geanalyseerd, kan behulpzaam
zijn.
Meten is weten
• Ziekteverzuimpercentage
(boven de 4%? Geeft aan dat er iets bijzonders aan de hand is).
*Een verzuim van 4,9% wil dus zeggen dat per duizend te werken dagen, medewerkers er 49
verzuimen wegens ziekte.
• Ziekteverzuimkostenpercentage
(hoeveel geld gaat er verloren?)
• Ziekmeldingsfrequentie
(Hoevaak melden mensen zich ziek? Boven 1 sprake van lage verzuimdrempel).
• Aanvangsdatum
• Datum herstel
• Duur van ziekteverzuim
• Ziekte
• Populatie
Kengetallen
• Verzuimpercentage
• Frequentie
• Duur
Autoriteit persoonsgegevens = als een zieke medewerkers recht op privacy heeft. Dit houdt in dat het
wettelijk niet toegestaan is dat een werkgever de aard en oorzaak van de ziekte van zijn medewerker
informeert. Alleen de Arbodienst of bedrijfsarts mag deze medische gegevens vastleggen en bepalen
of en in welke mate de medewerker arbeids(on)geschikt is.
4