Dit is een volledige samenvatting van het deel van Sagaert van het vak goederen-en bijzondere overeenkomstenrecht. De samenvatting is gemaakt obv notities aangevuld met het boek... Heel overzichtelijk en volledig!
=> Onderscheid is er gekomen door Henri de Page
=> Kritiek: vermenging van afdwingbaarheid tov derden en relatie met goederen
Fout
Kan vaak in beide richtingen
Vb. Kot huren
Zakelijk: persoon tov kot
Persoonlijk: persoon tov kotbaas
Vb. Erfpacht
Zakelijk: persoon tov goed
Persoonlijk: erfpachtgever tov erfpachtnemer
Vb. Aankoopoptie
Zakelijk: persoon tov goed
Persoonlijk: persoon tov verkoper
=> Leidt tot het personalisme
1
, 2. Personalisme (Planiol)
= Enkel rechtsverhouding tussen subjecten en niet tussen subject en object
Verschil niet interne verhouding (subject – object)
Verschil in externe verhouding (tegenwerpelijkheid)
=> Kritiek: Vermenging interne en externe relaties
Ook persoonlijke rechten gelden tov derden (derdemedeplichtigheid aan
contractbreuk: Art. 1382 Oud BW)
-Onderscheid vloeit niet voort uit aard, maar uit publiciteit (tegenwerpelijkheid)
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
-Niet gepubliceerd -Gepubliceerd
Enkel tegenwerpelijk aan derden Schuldvordering: kennisgeving
die er kennis van hebben (Art. 1960 Oud BW)
Roerende goederen: bezit (Art.
1141 Oud BW)
Onroerende goederen:
hypotheekregister (Art. 3.30 Nieuw
BW)
=> Verkrijger handelt TKT
=> Verkrijger handelt TGT
! Onroerend is meer tegenwerpelijk dan
roerend
Art. 2279 Oud BW: verkrijging TGT
a non domino (iemand die niet de
eigenaar is) niet mogelijk voor
onroerende goederen, wel voor
roerende
=> Ook kritiek op personalisme (publiciteit ipv aard)
=> Neopersonalisme
3. Neopersonalisme (Ginossar)
-Ander onderscheid
Eigendom Alle andere vermogensrechten
Persoonlijke rechten Beperkte zakelijke rechten
= Persoonlijke verbintenis = Kwalitatieve verbintenis
= Gaan over op algemene = Verbintenis qualitate qua
rechtsopvolgers en rechtsopvolgers = Als eigenaar van het goed
onder algemene titel = Gaan over op rechtsopvolgers
onder bijzondere titel
-Geen eigenaar meer
2
, Moet niet nakomen -Geen eigenaar meer (verkoop, …)
Rechtsopvolger OBT moet
nakomen
Wordt eigenaar en dus ook
schuldenaar
Bv. B is eigenaar van onroerend goed en heeft onderhoudsovereenkomst met A (5j)
Na 2j verkoopt B zijn onroerend goed aan C
Moet C onderhoudsovereenkomst naleven?
o Persoonlijk recht hangt niet vast aan het goed
o Gaat enkel over op algemene rechtsopvolgers en rechtsopvolgers onder
algemene titel
o Bij verkoop moet overeenkomst niet nageleefd worden
o Koper is wel gehouden indien hij te kwader trouw was (derde
medeplichtigheid aan contractbreuk)
Bv. B is eigenaar van onroerend goed en heeft erfpachtovereenkomst met A (90j)
Na 2j verkoopt B onroerend goed aan C
Moet C de erfpacht naleven?
o Zakelijk recht hangt vast aan een goed
o Kwalitatieve verbintenis voor de eigenaar (hoedanigheid)
o Gaat over op rechtsopvolgers onder bezwarende titel
o Dus erfpacht moet nageleefd worden
=> Kritiek: eigendomsrecht wordt uitgebreid tot alle vermogensrechten
4. Numerus clausus
=> Formeel criterium wat zakelijke rechten zijn
A. Bij zakelijke rechten
-Achtergrond
Afkeer tegen feodaliteit na Franse revolutie
Gebondenheid gekoppeld aan grondeigendom tussen leenheer en leenman (oogst
afstaan)
Persoonlijke verplichtingen gekoppeld aan zakelijke rechten (vermenging
persoonlijke en zakelijke rechten)
Wetgever wil zich daartegen afzetten in 1804 en deze rechten duidelijk scheiden
-Numerus clausus-beginsel
= Enkel benoemde zakelijke rechten zijn mogelijk (door wet erkend)
In Oud BW geen wettelijke grondslag (enkel Art. 543 Oud BW)
o Geen vermelding van erfpacht, opstal
o Geen vermelding van autonome zakelijke rechten (mede-eigendom)
o Geen vermelding van accessoire zakelijke rechten (pand, hypotheek)
-Numerus clausus in het Nieuw BW
Gesloten systeem van zakelijke rechten in Art. 3.3 BW
Art. 3.1 in balans met Art. 3.3
Er kan van worden afgeweken, met uitzondering van
Externe dimensie Interne dimensie
=> Typenzwang => Typenfixierung
-Geen andere zakelijke rechten dan -Bij vestiging van zakelijke rechten
die door wetgever erkend moeten wezenskenmerken ervan
eerbiedigt worden (Art. 3.1 BW)
3
, -Streng (Art. 3.3 BW) -Soepel (Art. 3.1 BW)
-Zie definities in boek 3
-4 categorieën in Art. 3.3 BW
Eigendomsrecht
Mede-eigendom
Zakelijke gebruiksrechten
o Rechten die de titularis gebruik en genot verlenen
o Erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht, opstal
<-> Persoonlijke gebruiksrechten: huur en bruikleen
Zakelijke zekerheden
o Nakoming van een schuldvordering (persoonlijk recht)
o Recht om als eerste uitbetaald te worden uit opbrengst van een goed
o Retentierecht, pand (roerende), hypotheek (onroerende + schepen)
-Eigendom lijkt op zakelijke zekerheid
Doel om schuldvordering te waarborgen
2 soorten fiduciaire eigendom
o Overdracht van eigendom tot zekerheid (fiduciaire eigendomsoverdracht
tot zekerheid)
o Voorbehouden eigendom tot zekerheid (eigendomsvoorbehoud/leasing)
Spanning tussen fiduciaire eigendom en numerus clausus
-Beperking numerus clausus: steeds meer wilsautonomie (Art. 3.1 BW)
Kernelementen (definities) waarborgen
Vooral bij vruchtgebruik, erfpacht en opstal: overlapping
Zakelijke zekerheden: vooral gelijkheid van schuldeisers
Afkeer feodale regime bij eigendom en erfdienstbaarheden
o Ondeelbaar eigendomsbegrip (Art. 3.50 BW)
o Negatief karakter erfdienstbaarheden
!!! Niet afwijken indien de wet het aangeeft
Niet tegenstaande enig andersluidend beding (openbare orde en dwingend recht)
Bv. duurtijd van beperkte rechten bij vruchtgebruik (Art. 3.141 BW)
Bv. appartementsrecht (consumentenrecht)
B. Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
-Geen numerus clausus van persoonlijke rechten
Contractspartijen mogen inhoud van persoonlijk recht zelf bepalen
Dus zowel benoemde (koop en huur), onbenoemde (sponsoring) en gemengde
overeenkomsten
Geen schending van openbare orde of dwingend rechten
-Suppletief recht (partijen kunnen afwijken)
Ivm zakelijke rechten niet afwijken van essentie (in definitie)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen35. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $27.38. You're not tied to anything after your purchase.