Organische factoren: - lichamelijke factoren
- biochemische en hormonale factoren
=> gedrag: combinatie van psychosociale factoren, aanlegfactoren en organische factoren
1.1 Verschillende (complementaire visies) op gedrag
Behavioristische visie: Gedrag is alles wat we kunnen zien en dus meten. Alle menselijk gedrag is aangeleerd en aan
te leren. Hoe en wat we leren, wordt bepaald door de relatie tussen mens en omgeving.
Cognitivistische visie: Gedrag is meer dan wat uiterlijk waarneembaar is. Het is het
resultaat van een uniek cognitief patroon van waarneming en interpretatie van ervaringen.
Humanistische visie: De mens reageert niet enkel op zijn omgeving, maar doet dit met het doel om zichzelf te
ontwikkelen en te groeien.
Stel je gaat op een warme dag naar kantoor als 30-jarige en beslist een korte short aan te trekken. Jouw collega
vraagt al spottend waar jouw vakantiekoffer is, aangezien het lijkt of je op reis vertrekt met die korte short.
- behavioristische visie: uiterlijk waarneembaar en komt van ergens
(ontstaat door reactie tussen mens en omgeving)
stimulus: warm meer -> respons: korte short -> consequentie: opmerking op werk -> respons op warme weer
aanpassen (geen short)
- cognitivistische visie: hoe heeft de persoon de opmerking opgevat (als grap/als berisping)
-> kennis over interpretatie
- humanistische visie: reactie op omgeving met doel zich te ontwikkelen
-> gedrag aanpassen in functie van groeidoelstelling
1.2 Organisatiegedrag
(= gedrag binnen organisaties)
Maar ook:
- link met cognitieve processen (kennis, herinneringen, verwachtingen…)
- link met menselijke doelen die iemand wilt bereiken
1
, Beloningen = de waardevolle dingen die aan werknemers geboden worden in ruil voor hun arbeid.
1.3 Beloningen op het werk
Bijvoorbeeld: complimenten, loon, auto, carrièregroei, …
2 Waarom belonen – Tegenstrijdige visies
Theorieën uit management:
Agency theorie: In de relatie tussen een principaal (werkgever) en een agent (werknemer) zal de werknemer bij het
uitvoeren van taken voor de werkgever niet alleen de belangen van de opdrachtgever nastreven, maar ook de eigen
belangen. De werkgever moet de werknemer dus controleren en diens gedrag beïnvloeden d.m.v. beloningen.
-> ook eigen belangen nastreven: WG moet WN controleren en gedrag beïnvloeden om belangen van onderneming
na te streven i.p.v. eigen belangen
Stewardship theorie: De werknemer (steward) stelt zijn belangen ondergeschikt aan die van de werkgever
waardoor de werknemer gemotiveerd is om de organisatiedoelen te behalen ook zonder beloningen.
-> WN schuift eigen belangen opzij en zet belangen onderneming voorop: geen beloning nodig
Theorieën uit psychologie (McGregor):
Theorie X: De aanname dat werknemers lui zijn, verantwoordelijkheid vermijden, niet loyaal zijn en beloningen en
controle nodig hebben.
Theorie Y: De aanname dat werknemers creatief zijn, werken leuk vinden, verantwoordelijkheid nastreven en hun
eigen weg kunnen vinden
2.1 Gerelateerde mensbeelden
2 mensbeelden: rationeel-economische mens en sociaal en ontplooiende mens
2.1.1 Rationeel-economische mens
Lonen verhogen -> productiviteit verhogen
Taylorisme: loon is belangrijkste motiverende factor, arbeid is puur analytisch benaderd
Scientific management
Bureaucratie: procedures, verdeling van verantwoordelijkheid, hiërarchie, onpersoonlijke relaties.
Productiviteit en kwantiteit
Controle
Financiële beloningen
2.1.2 Sociaal en ontplooiende mens
Nieuwe manieren van werken
Inspraak
Teamwerk
Innovatie en kwaliteit
2.2 Self-fulfilling prophecy
(= een voorspelling die waarheid wordt)
Een manager handelt op basis van zijn/haar aanname.
Werknemers worden beïnvloed door de aanname en gaan zich gaandeweg als dusdanig gedragen.
Bijvoorbeeld: in een school zijn 2 groepen leerlingen die een test afleggen, de ene groep scoort heel goed op de test
en hebben veel potentieel, de andere groep scoort veel lager op de test. Tegen de leerkracht wordt verteld dat
groep 1 de minder slimme leerlingen zijn en groep 2 de leerlingen zijn met veel potentieel. Op het einde van het jaar
leggen de beide groep de test nogmaals af. Hieruit bleek dat de 2 e groep dit maal veel hoger schoorde dan de eerste
groep. Dit kwam omdat de leerkracht zich gedroeg op basis van zijn verwachtingen.
Het eerste mensbeeld maakt beloningen noodzakelijk, het tweede mensbeeld maakt ze minder of niet
noodzakelijk.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maud18072000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.