BOK 2.2 Financieel-, kwaliteits- en facilitair man
All documents for this subject (9)
19
reviews
By: daanvisser2 • 2 year ago
By: annadg • 3 year ago
By: dineke_de_groot • 3 year ago
By: lmrijpkema • 3 year ago
By: lhbenedictus • 3 year ago
Translated by Google
Dutch is not really correct..
By: kdijkstra2000 • 4 year ago
By: gijsringnalda • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
peterschreuder
Reviews received
Content preview
Samenvatting
Grip en
Zicht
Op de financiële huishouding in
sport- en recreatieorganisaties
2e editie
Eindredactie: Ben Hattink
,
,Samenvatting Hoofdstuk 1: Inleiding, financiële
managementvraagstukken in de sport en recreatie
1.1
De managers en medewerkers vormen een werkgemeenschap die waarde creëert door:
Profit = financieel rendement
Planet = een ecologisch verantwoorde duurzame bijdrage aan de omgeving
People = de bevordering van werkplezier, talentontwikkeling en
arbeidsproductiviteit van mensen
De rol van een leider is om mensen te inspireren en motiveren
De rol van een (interne) ondernemer gaat het om nieuwe kansen zien in de markt en
slagvaardig inspelen op de veranderende behoefte van klantgroepen.
Werkzaamheden van managers richten zich op het creëren van waarde voor alle relevante
belanghebbende partijen:
Op basis van goed inzicht in wat er bij klanten leeft, bied je met je producten of
diensten voor hen waardevolle oplossingen aan
Creëert waarde voor medewerkers door ze een prettige werkomgeving,
groeimogelijkheden en een passende (im)materiële waardering te bieden voor hun
bijdragen
Maatschappelijke waarde: verantwoordelijkheid in sociale context en het
(ecologische ) milieu
De sportaanbieder teruggeeft aan de (lokale) samenleving, zoals goede doelen
De Amerikaanse visie op managen en organiseren:
Kenmerkt zich aan ondernemend individualisme (American dream) jezelf opwerken!
Alles is gericht op kwantiteit: meer marktaandeel, hogere omzetcijfers en meer winst
De Europese visie op managen en organiseren:
Leren doe je ‘on the job’ (praktijkgericht)
Leidinggevende bevoegdheden zijn gebaseerd op vakmanschap
Het streven naar gemeenschappelijkheid en collectieve solidariteit
Tussen de partijen streeft men zoveel mogelijk naar consensus (overeenstemming) en
onderlinge vertrouwen
Duurzaamheid, samenwerken en gezamenlijke belang staan centraal
Medewerkers worden als vaklieden behandeld, hun initiatief wordt gestimuleerd en
gewaardeerd
Geld verdienen is een gevolg van kwaliteit leveren en waarde toevoegen voor de klant
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn binnen de organisatie gedecentraliseerd
Financiële management vraagstukken in beroepspraktijk I Europese sportachtige
sportpraktijken
,Vaak met behulp van publieke middelen (sponsoring) en overheidsbijdragen (subsidies)
geven vrijwilligere sportassociaties al lange tijd succesvol invullen aan de realisatie van
kernfuncties op het gebied van wedstrijdsportbeoefening
Financiële management vraagstukken in beroepspraktijk II Europese recreatie
sportpraktijken
Het faciliteren (zwembaden, sporthallen, gymnastiekzalen en sportvelden etc.) van sport en
recreatie van de collectieve sector, zowel op lokaal, provinciaal als landelijk beleidsniveau.
Financiële management vraagstukken in beroepspraktijk III Amerikaanse recreatie
sportpraktijken
Met de opkomst van relatief nieuwe sporten en spelen zoals outdoor activiteiten, een grote
diversiteit aan fitnessvormen, allerlei nieuwe combinaties van sporten (polo op de fiets,
voetbal(boeren)golf, onderwater hockey, etc.) of van sport met andere domeinen (sport en
toerisme, sport en gezondheid, etc.) zijn er allerlei bedrijven ontstaan die een boterham
proberen te verdienen in de sport en recreatie.
Financiële management vraagstukken in beroepspraktijk IV Amerikaanse sport.
Sportpraktijken
De mate van diffuusheid (zonder duidelijke grenzen) in de sportwereld wordt steeds groter,
steeds meer organisaties en personen hebben commerciële belangen in sport.
In de beroeps- en kwalificatieprofielen voor managen van financiën:
De sportmanager beheert de financiën welke initieert en bereidt het strategisch
financieel beleid van de sportorganisatie, c.q. (in welk geval) organisatieonderdeel.
Begeleidt de besluitvorming over het financieel beleid
Stelt een (deel)begrotingen op conform het vaste gestelde financiële beleid
Levert een bijdrage aan een (meerjaren) investeringsplan
Zorgt voor beheer van financiële aspecten van contracten
Houdt zich aan financiële en fiscale wet- en regelgeving
Samenvatting Hoofdstuk 2: Van investerings- en
financieringsbegroting naar openingsbalans
Investeringsbegroting
Investeringsbegroting = een overzicht waarin wordt geïnvesteerd.
Liquide middelen = beschikking hebben over geld waar snel betaald mee kan
worden (contant of op een rekening)
Inventaris = al het materiaal/middelen/goederen (stoelen, tafels, een bar,
glaswerk, frituur, keukenblok, koelkast, etc.
Vaste activa = zaken/spullen welke worden aangeschaft die een langere periode
mee gaan, dus langer dan 1 jaar. (grasmaaiers, fitnessapparatuur,
dweilapparaten etc.)
Vlottende activa = zaken/spullen welke tijdelijk nodig zijn, dus niet langer dan een
jaar mee gaat. (voorraden etc.)
Financieringsbegroting
, Financieringsbegroting = geeft weer waar het geld, dat je gaat investeren, vandaan
komt
Eigen vermogen = vermogen van jezelf wat in het bedrijf is gestoken
Vreemd vermogen = vermogen wat is geleend
Vreemd vermogen lang = is geleend gedurende een langere periode, vaak meer
dan een jaar bijvoorbeeld een hypotheek.
Vreemd vermogen kort = is een lening die een kortere looptijd kent, bijvoorbeeld
rood staan gedurende 3 maanden bij de bank. Het kan ook zijn dat
de leverancier al wel de spullen levert, maar nog niet de rekening
heeft gestuurd. Dat heb je spullen (bijv. vlottende activa) al wel in je
bezit, maar heb je nog niet betaald.
Vuistregel: dat de vaste activa (hypotheek op een pand) minimaal gedekt moet
worden door het langlopende eigen en of vreemd vermogen. Dit wordt
ook wel de gouden balansregel genoemd. Het nadeel hiervan is dat de
aflossing van deze langlopende leningen niet zonder extra kosten
mogelijk is.
Rentekosten de kosten van het aflossen en anderzijds de kosten die gemaakt worden
om te kunnen lenen
Interestkosten de kosten van het aflossen en anderzijds de kosten die gemaakt worden
om te kunnen lenen
LET OP!! Het geleende geld is geen kosten- of winstpost. Dit is een wisseling van
geld zonder kosten of winsten. Echter de rente van de uitwisseling van
het geld is wel een kosten of winsten
Kort vreemd vermogen is duurder dan lang vreemd vermogen omdat er bij kort vreemd
vermogen een hogere rentekosten op liggen.
Openingsbalans
Openingsbalans = indien we nu de investeringsbegroting en de
financieringsbegroting naast elkaar zetten in een schema hebben we een
openingsbalans.. een openingsbalans is dus een balans gemaakt op een
moment vóór de opening/start van de activiteiten van die organisatie.
Balans = een overzicht, waarop men kan zien van waar men het geld
vandaan heeft en waaraan men het besteedt. Het geeft in feite aan wat
de bezittingen zijn en hoe die gefinancierd zijn
De samenstelling van een standaard balans
Deze rij laat zien waar het geld in is geïnvesteerd (bezittingen) Waar de geldmiddelen vandaan komen (financiering) dit
debetzijde/actiefzijde wordt ook wel creditzijde of passiefzijde van de balans
genoemd
Vaste activa Zaken die niet bestemd zijn om direct Eigen vermogen aandelenkapitaal en reserves
(binnen een jaar) verkocht te worden.
Zoals:
gebouwen
machines
apparatuur
inventaris
Vlottende activa Zaken die snel weer in geld moeten kunnen voorzieningen Pensioenvoorziening
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller peterschreuder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.