, MEDIARECHT
DEEL 1: VRIJHEID VAN MENINGSUITING
1. VRIJHEID VAN MENINGSUITING
INLEIDING
Pommelien maakte reclame voor een gokwebsite door in bikini met champagne te poseren. Hier werd een klacht
tegen ingediend, omdat dit seksistisch was + objectivering van de vrouw. De jury gaf hem gelijk. Maar is dit niet
bijzonder paternalistisch? Komt het aan andere toe te bepalen hoe hij/zij in de media komt? Merkwaardig was dat
men op zich geen bezwaar heeft tegen vrouwen in bikini, maar het moet te maken hebben met het product. Maar
Pommelien zou bijna niet herkend worden in een mantelpakje, ze is een merk. De reclame van Coca-Cola met zo’n
sexy man mocht wel. Het is interessant omdat we weten dat er juridisch gezien geen wet geschonden wordt.
JEP: Jury ethische praktijken voor reclame, ze kijken of reclames wel in overeenstemming zijn met de deontologische
codes van reclame
EVOLUTIE: VAN PERSRECHT NAAR MEDIARECHT/VAN OVERHEIDSINMENING NAAR REGULERING
Mediarecht moeilijker en complexer geworden
In de 19de eeuw bestond het concept nog niet omdat men dacht dat vrijheid van meningsuiting en
persvrijheid het best gewaarborgd zou blijven door een afwezigheid van wetgeving en achterwege blijven
van overheidstussenkomst
Eerst was er het persrecht = de wetgeving over de communicatiemiddelen die op dat ogenblik de
massacommunicatie zijn. Dat zijn de drukpers en technieken die vergelijkbaar zijn met de drukpers. In de
Belgische Grondwet zijn er drie belangrijke bepalingen over de drukpers
Evolutie van persrecht naar mediarecht
Heel lang verandert er heel weinig, het gaat dus vaak over persrecht en vrijheid van meningsuiting, men stelt
het verder met algemene bepalingen
Voorbeeld: Strafrecht je mag geen schade aanrichten aan een andere persoon. Dat persrecht krijgt vorm
door burgerlijke aansprakelijkheid (1382-1383 BW als je schade aanricht/een fout maakt, dan moet je die
schade gaan vergoeden). Het is een bepaling waarom je een verzekering afsluit.
Nu kun je ook spreken over mediarecht, maar eigenlijk betekent dat gedurende decennia dat er niet veel
verandert omdat er omroepmonopolies zijn door bijvoorbeeld staatsomroepen
o die hebben hun eigen regels maar die zijn eigenlijk alleen relevant voor de mensen die werkzaam
zijn binnen die sector
o Voor studenten is het bijvoorbeeld minder relevant omdat zij niet zelf televisie gaan maken ofzo
Vanaf 1985 tot en met nu is er een ongelofelijke revolutie omdat er twee zaken gebeurd zijn:
o Technologische evolutie:
1 soort medium, 1 soort regelgeving, monofunctioneel
Nu multifunctioneel
Convergentie, bv. Telenet was vroeger enkel een distribiteur maar zijn nu ook content
providers (despecialisatie netwerken), ze gaan ook nu programma’s maken dus dat klassieke
onderscheid van “ik heb een kabelverdeler, een televisiemaker” is weggevallen mede door
de komst van internet
2
, Aanbod en consumptie van mediadiensten wordt persoonlijker en individueler
o Politieke/ideologische evolutie:
Evolutie van overheidsinmenging naar overheidsregulering
Overheidsinmenging = problematisch, bv. iemand een voorkeur geven
Overheidsregulering = minder problematisch, maar zien dat er niet
geïntervenieerd wordt om chaos tegen te gaan
onder invloed van Europees Unierecht: aanzet gegeven tot een pluralistisch, geliberaliseerd
medialandschap
Evolutie naar multimediarecht
Al de soorten recht komen bij elkaar en al de media-activiteiten nu proberen te reguleren
met deontologische regels en afbouw van onverheidsmonopolies
Mediarecht in verbinding met auteursrecht
o Als je oog hebt voor regels die van toepassing zijn op de toegangverleners, de regels van de kanalen,
moet je misschien ook rekening gaan houden met de auteurs, de uitvoerende kunstenaars die zich
bezig houden met het creatieve aspect
o Auteursrecht kan bij mediarecht genomen worden
AFBAKENING VAN HET DOMEIN
Mediarecht is het geheel van rechtsregels met betrekking tot de communicatievrijheid en
massacommunicatiemiddelen (Voorhoof en Valcke) en omvat:
1. De rechtsregels die het grondrecht van de expressie- en de communicatievrijheid waarborgen
2. De regulering die verbodsbepalingen of beperkingen oplegt aan de expressie-en communicatievrijheid
vanwege de media-inhoud
3. Regulering met betrekking tot de organisatie en de exploitatie van de media als communicator/zender
4. Regulering met betrekking tot de organisatie en de exploitatie van de middelen en de kanalen waarmee de
media-inhoud wordt verspreid
De rechtsregels moet je onderscheiden van de professionele regels conceptueel verschil
Rechtsregels (<--> deontologie)
o Rechtsregels
Wij hebben het hier vooral over
Algemeen geldend, richten zich tot iedereen en functioneren top-down (= van statelijke
instelling)
Naleving wordt gesanctioneerd door de staat (hebben hier monopolie over)
Weber: de staat is de organisatie die twee opvallende kenmerken heeft die zich doet
verschillen van de andere:
3
, Monopolie staatsgeweld: dwang die een overheid mag gebruiken, dat neemt
twee vormen aan: een boete betalen OF uw vrijheid beroven. Alleen de staat kan
dat. De staat mag macht uitoefenen omdat ze de overheid is.
Monopolie taks (belastingen)
o Deontologische/professionele regels
Belangrijk in de persvrijheid en voor journalisten maar is niet hetzelfde
Regels zelf vastleggen en deze kunnen samenlopen met rechtsregels maar ook clashen
Sanctionering vrijwillig
Niet algemeen geldend
Sociologische disciplinering: er wordt vanuit gegaan dat mensen die tot een groep behoren
zich identificeren met die groep en de code willen eren en een goede reputatie willen
hebben binnen de groep
Gevoeligheid voor deontologie sterk toegenomen en zal nog toenemen door strijd met fake
news
Prof vreest over regelgeving van de staat over fake new censor?
Als iemands reputatie niet wordt geschaad, mag je liegen dus weinig te doen
tegen veel fake news
Spanning binnen het mediarecht: evenwicht tussen vrijheid van meningsuiting en grenzen ter bescherming
van andere legitieme rechten en belangen
VRIJHEID VAN MENINGSUITING ALS MENSENRECHT: DE RATIONALES
“Verlichte” vrijheid bij uitstek
1. VOORWAARDE VOOR DEMOCRATIE
Democratie is het argument waar men in de rechtsspraak het meeste belang aan hecht.
Agenda-setting
o Agenda-setting is fundamenteel bij vrijheid van meningsuiting
o Politici weten zo wat er gaande is bij het volk
o = vrijheid van meningsuiting in functie van de polis
o Agnda-setting voedt het politiek debat
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lente2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.