De werkgevers de vragers
De werknemers de aanbieders
De werkenden die niet in loondienst zijn, noemen we de zelfstandigen.
Verschillende contracten:
Vast contract: niet zomaar ontslagen.
Tijdelijk contract: voor een bepaalde tijd, hoeft niet perse verlengt te worden.
Via uitzendbureau: elk moment worden ontslagen.
Werklozen: willen/ kunnen werken, maar geen baan. (aanbieders op de
arbeidsmarkt).
Het totale aanbod op de arbeidsmarkt = werkenden + werklozen.
Het arbeidsaanbod noemen we ook wel de beroepsbevolking.
Als de werkgever en sollicitant eens zijn met elkaar, maken ze een arbeidscontract.
Concrete markt = waar de vragers en aanbieders ontmoeten elkaar in levenden lijve
op een bepaald moment en bepaalde plek.
Abstracte markt = vragers en aanbieders komen op allerlei manieren met elkaar in
contact, behalve in het echt.
Krappe arbeidsmarkt: te weinig werknemers en veel werkgevers
(weinig aanbod). Tekort aan arbeidskrachten, vraag > aanbod
Ruime arbeidsmarkt: te veel werknemers en weinig werkgevers
(veel aanbod). Aanbod > vraag
De arbeidsmarkt bestaat in feite uit veel deelmarkten, zoals onderwijs, ICT-sector,
etc. de arbeidsmarkt kan ook worden ingedeeld naar functies;
1. Onderkant is laaggeschoold.
2. Middensegment is personeel met mbo, havo of vwo.
3. Bovenkant zijn werknemers met hbo of vwo-diploma.
Mensen met een lage scholing verdienen vaak ook minder.
, Hoofdstuk 2:
Een baan heeft materiële(geld) maar ook immateriële (energie kwijt, welbevinden,
etc.) welbevinden.
Werk concurreert met vrije tijd. Vrije tijd is een schaars goed. Vrije tijd kan besteed
worden aan alle activiteiten, behalve arbeid.
Door loonstijgingen stijgen de opofferingskosten van vrije tijd.
Door stijging van de lonen lokt nieuwkomers naar de arbeidsmarkt.
De toename van arbeidsaanbod als gevolg van grotere kans op werk en hoger loon =
het aanzuigeffect op de arbeidsmarkt.
Afname van het arbeidsaanbod als gevolg van een loondaling en kleinere kans op
baan = ontmoedigingseffect op de arbeidsmarkt.
Voltijdbaan: full-time baan( 36-40 uur)
Deeltijdbaan: parttime, gedeelte van een voltijdbaan.
Arbeidsjaar: één jaar een voltijdbaan. Als iemand een halve voltijd heeft, werkt hij
een half arbeidsjaar.
Deeltijdfactor: aantal uur dat iemand werkt uitgedrukt in uren van voltijdbaan.
P/a ratio: personen/ arbeidsjaren
Potentiële/beroepsgeschikte beroepsbevolking: 15 jaar tot AOW gerechtigde leeftijd.
Beroepsbevolking: potentiële beroepsbevolking die willen & kunnen werken
Niet-beroepsbevolking: Willen/ kunnen niet werken
Werklozen: willen & kunnen maar geen baan
Werkenden: zelfstandigen/ loondienst
Laag opgeleid = laag beloond.
Bruto participatiegraad geeft aan hoeveel procent van de potentiële
beroepsbevolking tot de beroepsbevolking hoort:
Bruto participatiegraad = beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking x
100%
Netto participatiegraad geeft aan hoeveel procent vd potentiële beroepsbevolking
tot de werkenden hoort:
Netto participatiegraad = werkzame beroepsbevolking / potentiële
beroepsbevolking x 100%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finndijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.