100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Nectar H5 $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Nectar H5

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie samenvatting uit het boek Nectar H5.

Preview 2 out of 7  pages

  • October 2, 2022
  • 7
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 3
avatar-seller
5.1 planten bekijken

Net als een mens of een dier bestaat een plant uit organen: wortels, stengels, bladeren en
bloemen. Elk orgaan heeft zijn eigen bouw en functie.

1. Wortels
Met wortels zuigt een plant water op. In dit water zijn voedingszouten ofwel
mineralen opgelost. Die zijn nodig voor de groei van de plant. De wortels zorgen ook
voor dat de plant stevig in de bodem staat.
2. Stengel
De stengel is belangrijk voor het vervoer van het water en voedingstoffen. Hierdoor
lopen in de stengel dunnen kanaaltjes waardoor water en opgeloste stoffen van de
wortels naar de bladeren en bloemen gaan en andersom. Daarnaast houdt de stengel
de plant rechtop.
3. Bladeren
Ook door de bladeren lopen kanaaltjes: de nerven, de nerven vervoeren water en
opgeloste stoffen en geven stevigheid aan het blad. Tussen de nerven zit het groene
bladmoes. In het bladmoes maakt de plant zijn eigen voedingstoffen.
4. Bloem
De bloemen zijn voor de voortplanting. In de bloem ontstaan zaden, waaruit nieuwe
planten groeien.



De organen van een plant bestaat uit ontelbaar veel cellen, net als bij dieren en mensen. Een
blad bestaat eigenlijk uit 4 verschillende laagjes cellen. De cellen in een laag hebben allemaal
dezelfde vorm en functie. Zo’n groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie noem je
een weefsel. De opperhuidcellen aan de buitenkant van het blad vormen bijvoorbeeld
samen het opperhuidweefsel. Dit weefsel beschermt het binnenste van het blad.

Plantencellen hebben de volgende onderdelen:
1. De celwand is een stevige laag om de cel hij bestaat uit een taaie, vezelige stof. De
celwanden zijn de voedingsvezels in de groenten die je eet.
2. Het celmembraan is een vlies om het cytoplasma. Het celmembraan regelt welke
stoffen de cel in en uitgaan.
3. Het cytoplasma is een stroperige vloeistof. In het cytoplasma liggen de celkern en de
bladgroenkorrels.
4. De celkern is een klein bolletje in de cel. De celkern regelt alles wat in de cel gebeurt.
5. De vacuole is een blaasje in het midden van de cel. De vacuole is helemaal
volgepompt met water. Daardoor is de cel stevig.
6. Bladgroenkorrels zijn groene bolletjes in het cytoplasma. De bolletjes zijn groen door
bladgroen, een kleurstof. Alle bladgroenkorrels samen geven de plant haar groene
kleur. De bladgroenkorrels maken voedingstoffen voor de plant.

, Planten hebben behalve bladgroenkorrels ook andere kleurstoffen. Een derde type korrels
zijn zetmeelkorrels die zijn kleurloos waar zetmeel wordt opgeslagen. Zetmeel is een
reservestof. Je vindt ze bijvoorbeeld in de cellen van aardappels, bonen en bananen. Je kunt
zetmeelkorrels zien onder een microscoop. De ene type korrel kan in een ander type
overgaan.

Planten zoals tulpen en madeliefjes zijn kruidachtige planten. Kruidachtige planten hebben
water nodig voor de stevigheid. De cellen in de stengel van kruidachtige planten zuigen zich
vol met water. Het water komt in de vacuole. De volle vacuole drukt, via het cytoplasma,
tegen de celwand. Daardoor wordt de cel stevig.
Bomen en struiken zijn houtachtige planten. De stam en de takken bestaan uit cellen met
veel houtstof in de celwanden: houtcellen. Bij houtachtige planten zorgt de houtstof voor de
stevigheid. Ook in de cellen van de bladnerven zit houtstof. Bij hout van een boomstam zijn
alleen de celwanden nog over. Alles wat binnenin de cel zit, is afgestorven en verdwenen.

Aan het uiteinde van de wortels zitten wortelharen. Hiermee neemt de plant water en
mineralen uit de bodem op. Wortelharen zijn teer en gaan gemakkelijk kapot als je een plant
uit de grond trekt. Als er veel wortelhaartjes beschadigen, kan de plant te weinig water en
mineralen opnemen en gaat hij dood. Het water dat hij opneemt gaat via de wortels en de
stengels naar de bladeren. Het transport gaat via de dunne kanaaltjes, de vaten. Meestal
liggen de vaten in groepjes bij elkaar. Ze heten vaatbundels. De vaatbundels beginnen in de
wortels en lopen door tot in de bladnerven. Het water komt zo vanuit de wortels in alle
delen van de plant. De plant neemt steeds weer nieuw water met mineralen op dat kan
doordat er ook steeds water uit de bladeren verdampt. Het water kan door kleine openingen
in het blad naar buiten. Die openingen heten huidmondjes. Het water in de cellen rondom
het huidmondje verdampt en gaat via het huidmondje naar buiten. Het water wordt
aangevuld vanuit de buurcellen. Die nemen weer water op uit de vaatbundels in de nerven.
De plant neemt weer nieuw water op met de wortels en transporteert dit via de houtvaten
in de nerven. Zo blijft de waterstroom op gang. Huidmondjes kunnen open en dicht gaan. Als
het erg warm en droog is, zijn de huidmondjes dicht. Anders zou de plant door verdamping
te veel water kwijtraken. Als een plant veel bladeren heeft, verdampt er veel water. Dat is
het geval bij bomen. Bomen kunnen per dag honderden liters water verliezen. Om al dat
water weer aan te vullen, hebben bomen enorme wortelstelsels.

In de herfst en winter is de grond zo koud dat de wortels niet goed kunnen werken. Ze
kunnen dan nog maar weinig water opnemen. Maar in de bladeren gaat de verdamping wel
door. Als de boom zijn bladeren houdt dan gaat hij dood door uitdroging. Daarom laat hij zijn
bladeren vallen. De groei van de boom stopt; hij raakt in een ruststadium.

Voordat de bladeren afvallen gaat het bladgroen naar de takken en stam. Daar wordt het
opgeslagen tot het volgende jaar. Vervolgens bouwt de boom een scheurrlaag tussen de
bladsteel en de stengel. Deze laag zorgt ervoor dat er steeds minder water en mineralen bij
de bladeren komen. De bladeren worden bruin en breekbaar en vallen af langs de
scheurlaag. Op de wond ontstaat vervolgens een laagje kurk. Deze kurklaag beschermt de
boom tegen watervlies en ziekteverwekkers.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finndijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97
  • (0)
  Add to cart