Alles wat je met je zintuigen kunt waarnemen noem je het macroniveau. De bouwstenen
van stoffen, zoom je verder in en kom je op het microniveau. Je bestudeert dan de kleinste
deeltjes waaruit een stof is opgebouwd. Als je grote hoeveelheid van die deeltjes bij elkaar
neemt, krijg je de stof.
De kleine deeltjes noem je moleculen. Als je op microniveau naar de zuivere stof kijkt, dan
zijn de bouwstenen dus bijvoorbeeld koolstofdioxidemoleculen.
De eigenschappen van een molecuul zijn anders dan die van de bijbehorende stof. de stof
water heeft een kookpunt van 100 graden celcius, maar 1 enkel molecuul water heeft geen
kookpunt. Van 1 stof kan je aangeven welke fase deze zich bevindt, maar van 1 los molecuul
kan dat niet. Je hebt dus, Vast, Vloeibaar en Gas als fase.
Als er in een vaste stof alles netjes bij elkaar gestapeld zijn, zoals in figuur 3.1, noem je het
een rooster. Bij een vaste stof trillen de moleculen wel, maar ze blijven op hun plaats.
Figuur 3.1 noem je een modelvoorstelling van 3 fases op microniveau. Iets wat je niet direct
kunt zien, kun je wel met een model beschrijven. Een model is een vereenvoudigde
weergave van de werkelijkheid. Bij een model vergroot/verklein je eigelijk de stof. een
simulatie het aanpassen van je omstandigheden op een eenvoudige wijze waar je direct wat
het resultaat van die veranderde omstandigheden ziet.
, 3.2
Als je nog verder inzoomt op een molecuul dan blijkt dat molecule zijn samengesteld uit nog
kleinere deeltjes. Deze deeltjes noem je atomen. De atomen zijn dus de bouwstenen voor de
moleculen. De atomen kunnen van dezelfde stoffen zijn, maar ook van verschillende
soorten.
Ieder bolletje stelt een atoom voor. Wanneer je meerdere atomen aan elkaar hebt
vastzitten, noem je dit een molecuul. Als een molecuul uit meerdere atoomsoorten bestaat,
noem je het een verbinding. Als een molecuul uit 1 atoomsoort bestaat, noem je het een
element.
De term verbinding wordt op macroniveau ook gebruikt voor een stof waarvan de moleculen
uit meerdere atomen bestaan. Hetzelfde geldt voor de term element. Je komt de termen
verbinding en element dus zowel op micro als op macroniveau tegen.
In totaal bestaan er heel veel atoomsoorten en daarmee kan je miljoenen verschillende
moleculen maken. elk atoomsoort heeft een eigen naam en symbool. Het symbool bestaat
uit 1 of meer letters. Figuur 3.9
De symbolen van alle atoomsoorten staan gerangschikt in een overzicht: het periodiek
systeem. Dmitri Mendelejev is de maker van het systeem.
Groep 1 bestaat uit alkalimetalen
Groep 2 bestaat uit aardalkalimetalen
Groep 17 bestaat uit halogenen
Groep 18 bestaat yut edelgassen.
Niet metalen komen als element en in verbinden voor. Niet metalen hebben geen duidelijk
overeenkomstige eigenschappen.
Het grootste deel van het periodiek systeem bestaat uit metalen.
Een zuiver metaal is een stof waar maar 1 atoomsoort in voorkomt. Het is dus een element.
Er bestaan ruim 90 elementen die metalen worden genoemd. Figuur 3.12
Alle metalen hebben een aantal gemeenschappelijke stofeigenschappen.
Glimmend oppervlak in zuivere vorm,
geleiden warmte en elektrische stroom,
ze kunnen worden vervormd vooral als ze heet zijn,
en ze kunnen in gemengd worden in gesmolten toestand
ijzer verloopt de aantasting vrij snel, dit noem je roesten en bij ovrige metalen noem je het
corrosie.
Een zuiver metaal vervomt gemakkelijk. Soms worden 2 metalen bij elkaar toegevoegd. Die
worden gesmolten en in vloeibare toestand gemend. Het vaste metaalmengsel dat na
afkoelen onstaat noem je een legering.
Een legering heeft vaak andere eigenschappen dan de afzonderlijke metalen. Zo is het roest-
vrij staal te maken. gouden sieraden worden vaak ook van een legering gemaakt. Zodat goud
niet gaan roesten en het minder zwaar maakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finndijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.