Begrippenlijst van het boek "Ethiek in sociaal agogische beroepen", voor de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) en het vak Ethiek (in sociaalagogische beroepen). Geschreven in eerste (1e) jaar, in 2015/2016
Acceptatie: Neutrale houding tegenover andermans gedrag
Actor: Persoon in kwestie
Algemene wil: De gemeenschappelijke doelen
Algemeen belang: Iemand handelt vanuit het belang voor de samenleving
Altruïsme: Gedrag of levenshouding waarbij je anderen helpt
zonder eigenbelang, een soort zelfopoffering
Argumentatieve discussie: Een gesprek over wat de beste manier is om met
een ethisch probleem om te gaan, waarbij de
argumenten verder helpen
Autonomie: Thema in morele vragen dat uitgaat van het feit dat de
cliënt eigen verantwoordelijkheid heeft en het
vermogen bezit om zelf na te denken en over zijn eigen
leven te bepalen
Beginselenmoraal: Er word gezocht naar redelijke argumenten om ‘goed’ of
‘fout’ te onderbouwen
Belang: Iets dat iemand raakt, doordat zijn voorspoed ermee
gemoeid is en wat altijd verschillende partijen betrekt
Belang van anderen: Iemand handelt uit het belang van personen, groepen
en anderen buiten diegene om
Beroepsethiek: Beroepscodes met specifieke morele regels voor
bepaalde beroepsgroepen
Cognitieve dissonantietheorie: Theorie die stelt dat mensen argumenten
willen om hun gelijk te bewijzen en dat er een
onplezierige tegenstrijdigheid kan ontstaan tussen twee
of meer eigen opvattingen of tussen een eigen
opvatting en eigen gedrag
Collectieve samenwerking: Door samenwerking wordt er iets vergaard dat
individueel niet bereikt had kunnen worden
Cultureel relativisme: Iedere cultuur heeft verschillende ethische waarden en
normen, die voor hen goed zijn en deze dienen
gerespecteerd te worden
Communicatief handelen: Manier van sociaal handelen waarbij er gestreefd
wordt een consensus te bereiken tussen partijen met
een gemeenschappelijk doel, door te overleggen en
argumenten te brengen die tot overeenstemming leiden
Communicatief handelen met strategische middelen: Manier van sociaal
handelen waarbij er gestreefd wordt naar
overeenstemming voor een gemeenschappelijk doel,
, maar dit wordt gedaan door strategische middelen als
dwang en manipulatie
Consensus: Overeenkomst
Consequentialisme: Latere variant van utilisme
Er wordt geprobeerd om bedoelde gevolgen in alle
voorzienbare consequenties te verwerken en meer
gekeken naar wat er gebeuren kan
Conventioneel niveau: Tweede fase van de cognitieve ontwikkeling (Piaget),
waar veel adolescenten en volwassenen in zitten,
waarbij rekening gehouden wordt met de omgeving en
waarbij er in anderen ingeleefd kan worden
Categorische imperatief: Imperatief dat onder alle omstandigheden geld,
ook als er geen concreet doel aan gekoppeld is en dat
dus een onvoorwaardelijk gebod is
Deontologische ethiek: Ook wel plichtenethiek
Ethiek waarbij men de handeling zelf bekijkt en vanuit
de intentie beoordeeld of de handeling moreel juist is
Descriptieve ethiek: Feitelijke omschrijving van hoe mensen zich in morele
kwesties gedragen
Beschrijvende ethiek
Deugden: Goede eigenschap die de handelswijze van de mens
bepaald
Deugdenethiek: Ethiek waarbij men het karakter en de motieven van de
handelende persoon bekijkt en vanuit daar beoordeeld
of de handeling moreel juist is
Ethiek die uitgaat van eigenschappen die je als
professional zou moeten hebben en argumenten voor
en tegen ieder handelingsalternatief
Drang: Iemand op zo’n manier beïnvloeden dat hij minder
keuze heeft maar hem wel zelf de keuze laten maken
Driewereldenschema: Een manier van denken en handelen dat opgedeeld is in
drie categorieën, ofwel ‘werelden’, de objectieve,
sociale en subjectieve wereld
Drogredenen: Onjuiste argumenten/bedrieglijke redeneringen die
helpen om een discussie in de gewenste richting van de
actor te sturen
Dwang: Tegen je wil in iets moeten doen of laten
Economisch-culturele gelijkheid: Er bestaan verschillen in mensen, maar
iedereen heeft kans op gelijk inkomen en gelijke
maatschappelijke mogelijkheden
Egoïsme: Gedrag of levenshouding waarbij je om jezelf denkt en
wat er goed voor jou zou zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FabienneRook. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.