Boom Juridische studieboeken - Kern van het internationaal publiekrecht
Samenvatting van het boek 'de kern van het internationale publiekrecht'. Dit is wel van de druk hiervoor, dus niet van die van 2022. Zelf een 8 gehaald op het tentamen in de 1e kans. Ik heb dit tentamen gemaakt in oktober 2020.
Hoofdstuk 1: Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
Grote delen van internationaal publiekrecht zijn wereldwijd van toepassing. Ontwikkelingen die zich
slechts in 1 staat voordoen, kunnen burgers en staten in andere delen van de wereld raken. Ze zijn van
elkaar afhankelijk en dit maakt internationale samenwerking noodzakelijk. Internationaal recht is
daarom erg belangrijk. Internationaal recht heeft een wereldwijde ambitie, maar is ook belangrijk voor
het nationale recht van de afzonderlijke staten. Internationale afspraken hebben namelijk pas effect als
de staten afzonderlijk zich eraan houden. De reikwijdte en inhoud van het nationale recht wordt daarom
mede bepaald door het internationale recht. Voor Nederland is het internationale recht ook van belang,
omdat zij een relatief machteloze staat is. Dit biedt namelijk stabiliteit in internationale betrekkingen,
maakt het makkelijker om gemeenschappelijke belangen te realiseren en relatief kleine, zwakke staten
worden beschermd. Onze Grondwet geeft de regering de taak om de ontwikkeling van de internationale
rechtsorde te bevorderen. Dit zien we terug in dat Nederland lid is van vele internationale organisaties
en het een actieve rol speelt in de naleving van internationaal recht (denk aan de bescherming van men-
senrechten).
De Nederlandse rechtsorde is vergaand opengesteld voor internationaal recht. We kennen bijvoorbeeld
de rechtstreekse werking en de voorrangsregels. De steun voor het internationale recht staat echter
soms wel op gespannen voet met de traditionele verbondenheid met de Verenigde Staten. Voor hen is
het internationale recht minder van belang en dit gaat dus niet helemaal goed samen. Nederland kan dan
gedwongen worden om de Amerikaanse weg te volgen, terwijl dit eigenlijk niet in lijn is met onze
Grondwet. Internationaal recht voldoet daarnaast niet altijd aan de waarborgen die we kennen in Neder-
land.
Geschiedenis
Het internationale publiekrecht bestaat al een erg lange tijd. Grote delen van de geschiedenis waren de
politieke organisatievormen echter niet sterk genoeg om gecentraliseerd publiek gezag uit te oefenen en
om stabiele betrekkingen te onderhouden. De voorwaarden voor wat we nu kennen als internationaal
publiekrecht ontbraken toen. Monarchen moesten bijvoorbeeld hun macht delen met de adel en ze stre-
den om het zag met de paus. Er bestond toen ook nog geen scheiding tussen publieke en private belan-
gen. De oorsprong van het internationaal publiekrecht wordt vaak verbonden met het ontstaat van de
onafhankelijke en soevereine staten in Europa, maar dit is niet geheel terecht. Het ontstaan van staten
had echter wel invloed op de ontwikkeling van het internationaal publiekrecht. Om vreedzaam naast
elkaar te kunnen bestaan, is een rechtsstelsel nodig dat dit beschermt. Hiervoor is internationaal publiek-
recht nodig. Tijdens de opkomst van de soevereine staten was de functie van het internationaal publiek-
recht dus de co-existentie van staten.
In de 16e en 17e eeuw ontstonden de onafhankelijke staten. De Vrede van Westfalen was hierbij erg
belangrijk. In 1648 kwam er een einde aan de Dertigjarige en Tachtigjarige Oorlog door verdragen.
Allerlei politieke eenheden kwamen overeen om het territorialiteitsbeginsel te respecteren en ze werden
formeel onafhankelijk. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd hierbij ook erkend. Met
de Vrede van Westfalen ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten. Daardoor ontstond ook
een onderscheid tussen publieke gezag (staat) en de private belangen van de monarch. De oorsprong
van het moderne internationaal publiekrecht ligt in de erkenning van de soevereine staten en in het
netwerk tussen de soevereine staten.
1
,In beginsel was het internationaal publiekrecht vooral belangrijk in Europa. Later breidden de Europese
landen hun activiteiten uit naar andere delen van de wereld. Veel landen waarmee ze in aanraking kwa-
men werden onderworpen aan koloniaal gezag van Europese staten. Nederland was hierbij ook een be-
langrijke speler. Vooral via de VOC en WIC oefenden ze koloniaal gezag uit in onder andere India,
Ghana en Suriname. Met enkele machtige politieke entiteiten sloten de Europese staten capitulaties
(overeenkomsten die de belangen van onderdanen beschermden). Bijvoorbeeld op het gebied van handel
en rechtspraak. Kolonisatie gaf het internationaal publiekrecht een mondiaal karakter, maar het rechts-
systeem kon niet universeel worden genoemd. Het bleef meer Europees publiekrecht dan internationaal.
Tijdens deze periode ontwikkelden zich allerlei beginselen, bijvoorbeeld de regels over gebiedsverkrij-
ging.
Na de Eerste Wereldoorlog verloor Europa haar grip op de internationale rechtsorde. Doordat de VS
machtiger werd en de Sovjet-Unie ontstond, verloor ze haar dominante karakter. In 1945 werd het be-
ginsel van zelfbeschikking aanvaard als rechtsbeginsel in het VN-Handvest. Hierdoor mogen alle vol-
keren over hun eigen lot beschikken. De koloniale rijken werden ontmanteld en er kwamen veel meer
staten bij. Internationaal publiekrecht omvat inmiddels wel de hele wereld. Niet enkel geografisch ge-
zien is het internationaal publiekrecht ontwikkelt, maar ook op gebied van dominantie van de soevereine
staten is het een en ander veranderd. Allereerst zijn meer bovennationale vormen van organisaties ont-
staan, waaronder de VN en de EU. Daarbij worden ook meer functies uitgeoefend door niet-statelijke
instituties, zoals multinationale ondernemingen.
Omschrijving
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap.
Het geeft bevoegdheden aan entiteiten met publiek gezag en geeft hiervoor een juridisch karakter.
Het volkenrecht vloeit voort uit de term ius gentium. Dit was het recht voor alle burgers in de Romeinse
tijd. Later werd de term gebruikt om aan te tonen dat dit recht tussen de staten gold. Dit is verwarrend,
want Internationaal Publiekrecht ziet niet op wat wij nu als volkeren zien. Als we volkenrecht zien als
een term die betrekking heeft op staten, is hij weer te beperkt. Bij de uitoefening van publiek gezag in
de internationale rechtsorde spelen namelijk ook allerlei andere actoren mee. De term internationaal
publiekrecht is daarom beter dan volkenrecht. De term internationaal recht is weer breder dan interna-
tionaal publiekrecht.
Het internationale element
Het karakter van een rechtsregel wordt bepaald aan de hand van de rechtsbron waaruit de regel voort-
vloeit. Een rechtsbron is een feit, gebeurtenis of procedure die in een rechtsorde als rechtscheppend
wordt erkent. In de internationale rechtsorde zijn vier rechtsbronnen:
1. Gewoonterecht;
2. Verdragen;
3. Besluiten van internationale organisaties;
4. Algemene rechtsbeginselen.
Er zijn verschillende opvatting over de scheiding tussen de internationale rechtsorde en de nationale
rechtsorde. De dualistische opvatting is ontwikkeld door Triepel en Anzilotti. Zij menen dat de inter-
nationale en nationale rechtsorde geheel gescheiden zijn. In het dualisme wordt de soevereine staat als
het hoogste gezag gezien. Internationaal recht kan niet boven de staat staan. Het is extern recht van de
staat, een juridisch instrument waarmee de staat zijn macht kan verwerkelijken. De dualistische leer is
geïnspireerd door nationalistische opvattingen. In de 20e eeuw leidde het idee dat de staat het hoogste
gezag heeft tot de gedachte dat individuele vrijheid niet wordt bereikt door het individu tegen de staat
te beschermen, maar door de individuele wil op te laten gaan in de wil van de staat.
De monistische leer gaat uit van een rechtsorde. Zowel internationaal als nationaal recht maakt daarvan
deel uit. Kelsen is een bedenker hiervan. Het individu staat centraal en de statelijke macht is onderwor-
pen aan internationaal recht. Internationaal recht werd gezien als recht dat de macht van de staat kon
beperken.
2
,De dualistische leer blijft belangrijk, omdat ze de autonomie van de politieke gemeenschappen in
staten benadrukt en deze zet boven de nauwelijks gedefinieerde internationale gemeenschap. De monis-
tische leer blijft van belang, omdat individuen vaak een kwetsbare positie hebben. De context van
het debat tussen beide is tegenwoordig wel anders. Het gaat niet alleen meer om de positie van de staat,
maar ook met internationale organisaties die delen van het staatsgezag hebben overgenomen. De ver-
houding tussen de internationale en nationale rechtsorde is ingewikkelder geworden door bijvoorbeeld
de opkomst van religieuze bewegingen, dus we kunnen niet meer zomaar spreken van een monistisch
of dualistisch model. De pluralistische opvatting is vooral belangrijk, want die gaat uit van een niet-
hiërarchische ordening van naast elkaar bestaande rechtsordes.
Formeel gezien bestaat er een scheiding tussen internationaal en nationaal recht. Ze zijn ook autonoom
en ze bepalen dus zelf onder welke voorwaarden ze juridische effecten toekent aan rechtsregels uit een
andere rechtsorde. Een regel van nationaal recht heeft in beginsel geen betekenis in de internationale
rechtsorde en andersom. Hiervoor bestaat als reden dat als dit wel zo zou zijn, een staat internationale
regels zou kunnen vaststellen met rechtsgevolgen voor andere staten. Dit is onwenselijk en in strijd met
de soevereine gelijkheid van staten. Internationaal recht kan dus niet zelf bepalen welke gevolgen het
heeft in de nationale rechtsorde. Alleen de nationale rechtsorde zelf kan dit bepalen.
Het formele onderscheid tussen beide betekent dat beide rechtsordes eigen organen heeft. De nationale
organen passen in beginsel nationaal recht toe en de internationale organen internationaal recht. De
formele scheiding is in 3 opzichten gekwalificeerd:
1. Modern internationaal recht heeft invloed op de rechtspositie van natuurlijke personen – vooral
als je kijkt naar mensenrechten. Op dit gebied verliest het onderscheid betekenis;
2. Internationaal recht heeft steeds meer betrekking op nationale onderwerpen – er ontstaat dus
een wisselwerking en de strikte scheiding is minder handig;
3. Steeds meer staten hebben hun nationale rechtsorde opengesteld voor toepassing van interna-
tionaal recht.
Het publieke element
Het publieke karakter van internationaal recht zie je in twee dingen:
1. Internationaal publiekrecht reguleert en legitimeert de uitoefening van publiek gezag in de in-
ternationale gemeenschap;
2. Het beschermt publieke belangen.
Het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht wordt gerelativeerd, omdat staten publieke taken
steeds meer overlaten aan private instituties. Deze instituties worden weer beheerst door het privaatrecht.
De taken kunnen desondanks wel een publiek karakter hebben. Internationaal publiekrecht regelt de
rechtsbetrekkingen tussen staten, dat is anders dan hoe wij het publiekrecht kennen.
Het juridische element
Het juridische element onderscheidt internationale publiekrechtelijke normen van andere normen. Er
zijn veel niet-juridische regels die wel belangrijk zijn bij internationale afspraken. Denk aan aanbeve-
lingen van de Algemene Vergadering van de VN. Religieuze en morele normen zijn ook van belang.
Internationaal publiekrecht is in zekere mate een afspiegeling van het nastreven van gerechtigheid en
rechtvaardigheid. In Nederland wordt bijvoorbeeld veel waarde gehecht aan bescherming van mensen-
rechten en vervolging van misdrijven tegen de menselijkheid. De morele dimensie is ook te zien in de
pogingen om liberale waarden te verspreiden. Het is belangrijk om rechtsnormen te onderscheiden van
andere normen. De regels over de onderlinge betrekkingen van staten moeten worden afgebakend van
andere regels en ze moeten voorrang hebben boven niet-juridische regels.
3
, Het onderscheid tussen een juridische regel en een politieke en morele regel kan worden bepaald aan de
hand van twee criteria:
1. De bron van een norm;
Internationale rechtsorde kent een beperkt aantal bronnen, alle regels daaruit behoren tot het internatio-
naal publiekrecht. Het onderscheid tussen rechtsregels en andere regels aan de hand van een rechtsbron
is een kenmerk van positivisme.
2. Rechtsregels zijn onderdeel van een systeem dat schending van een norm verbindt met een
sanctie.
De verbinding tussen de overtreding en het verbinden van een sanctie daaraan, is een kenmerk van recht.
Soms wordt gezegd dat internationaal recht dit kenmerk niet heeft, omdat er geen centraal gezag is dat
naleving kan afdwingen. Dit is volgens het boek inderdaad het geval. Er zijn echter wel procedures tot
naleving. Deze zijn verschillend van de nationale procedures. Het ligt voor een groot deel bij de staten
zelf, zij kunnen bijvoorbeeld door een diplomatiek protest en sancties andere staten ertoe brengen om
de regels na te leven. Daarnaast zijn er veel mogelijkheden tot toezicht. Ook integratie van nationaal
recht in de nationale rechtsorde kan zorgen voor toezicht.
De naleving van internationaal recht heeft echter weinig met handhaving te maken. De reputatie van de
staten is een factor die meespeelt. Staten willen tegenover elkaar een goede reputatie houden en zijn
daardoor sneller geneigd om de regels na te leven. Daarnaast beschouwen staten internationaal recht als
recht dat moet worden toegepast. In de praktijk twijfelt dan ook niemand eraan of internationaal recht
wel recht is. Internationaal recht kan echter niet los worden gezien van de politieke context. Dit is te
zien aan de invulling van beginselen en begrippen die in open termen zijn geformuleerd.
Organisatie
De organisatie van de internationale en nationale rechtsorde is erg verschillend. De nationale rechtsorde
is gecentraliseerd en publiek gezag wordt uitgeoefend door de overheid namens en ten behoeve van de
gemeenschap. In de internationale rechtsorde is het centrale gezag er eigenlijk niet. Het publieke gezag
wordt door de staten zelf uitgeoefend en zij vormen de belangrijkste leden van de internationale ge-
meenschap. Het heeft een meer decentraal karakter en dit komt doordat het is ontstaan uit de totstand-
koming van soevereine en gelijke staten na de Vrede van Westfalen. Internationaal recht beschermt de
soevereiniteit, het recht van co-existentie is erg van belang. Daarnaast heeft het recht van samenwerking
zich ook ontwikkeld. Dit blijkt uit een actieve samenwerking tussen de staten. Het is meer dan enkel de
afbakening van soevereiniteit. Een derde belangrijke vorm van internationaal recht, is het recht van
integratie. Op mondiaal is bijvoorbeeld de VN van belang. Op regionaal niveau de EU. De bescherming
en uitvoering van publieke taken wordt deels georganiseerd op bovennationaal niveau.
De vormgeving van de internationale rechtsorde is een ongeorganiseerd proces. Allerlei instituties zijn
namelijk los van elkaar met de taken belast. Het is daarom een grote uitdaging voor de internationale
rechtsorde om beter te communiceren en bestuursvormen tot stand te brengen. Dit brengt met zich mee
dat we de internationale rechtsorde niet kunnen aanduiden als een stelsel van naast elkaar bestaande,
onafhankelijke staten. Het is eerder een internationale gemeenschap.
Sommige mensen denken dat de staat zal opgaan in grotere verbanden. Volgens het boek is deze ont-
wikkeling niet waarschijnlijk. Allereerst omdat de ontwikkeling van instituties die publiek gezag uitoe-
fenen het resultaat is van machtsconcentratie. Dit houdt niet op bij de staat zoals we die nu kennen en
het is mogelijk dat grotere eenheden zich ontwikkelen, maar momenteel is dit niet waarschijnlijk. De
EU heeft ook onvoldoende kracht om de staat zoals we die kennen te vervangen. Daarnaast zijn nationale
samenlevingen vaak relatief homogeen in termen van cultuur, waarden en tradities. Dit vormt een be-
langrijke voorwaarde voor een gecentraliseerde en ontwikkelde rechtsorde. Een samenleving zal een
publiek gezag pas aanvaarden, als het aansluit bij haar waarden. Binnen de internationale gemeenschap
is er niet zoveel consensus over cultuur en waarden als binnen staten. Denk hierbij ook aan Europa.
Eigenlijk is de term internationale gemeenschap dan ook niet op zijn plaats, omdat er verschillen bestaan
op gebied van cultuur en religie tussen de staten. In de afgelopen jaren is er een proces ontstaan waarbij
binnen de staten steeds meer autonome gebieden en entiteiten ontstaan.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demialtena98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.