Week 1:
Clip: Wat is geschiedenis, Thinking about History. Geschiedenis als discipline,
bestudering van het verleden. Is het verleden niet gewoon een ander woord voor
geschiedenis? Zijn er dan niet heel veel disciplines die zich bezighouden met het
verleden? Wat bestuderen historici→ zeer uiteenlopend, niet één helder
onderzoeksmethode. Verschillende vaardigheden. Ze hebben ook geen vaste
methode om het verleden te benaderen.
Historici gebruiken begrijpbare taal, ze zijn meer publieksgericht dan andere
wetenschappers, onderzoekend/vasthoudend/vindingrijk/initiatief tonen/op zoek
naar bronnen. Minder theoretisch aangelegd, sterk empirisch gericht. Publieke
domein, veel discussie, maatschappelijk debat. Academisch en niet academische
geschiedenis. Academische geschiedenis vergelijken met andere vormen van de
geschiedbeoefeningen. Overzicht van benadering. Het verleden is afhankelijk
van de keuzes door historici. Nieuwe benadering=nieuw verleden. Nieuwe
vragen verandert het verleden, het klimaat bijvoorbeeld of migratie. Discussie
over benadering. Historicus is verantwoordelijk voor het verleden door het
maken van keuzes en het rechtvaardigen. Eclectisme→ vaardigheden voor
specialisten niet-specialisten. Lijken op journalisten. Veel onderzoek, maar gaat
ook vanzelf just by doing it.
Clip: Geyl
Hij gaf ook les aan de universiteit en had ook interesse in historiografie. Historiografie is
belangrijk. Geschiedenis heeft altijd perspectief en geschiedenis is een discussie zonder
eind. Veel visies op het verleden, steeds presenteren van nieuwe ideeën. In dat debat van
ideeën ligt de vooruitgang van de geschiedenis, er zullen steeds nieuwe opvattingen
bijkomen.
Clip: geschiedenis en verleden
Geschiedenis→ dingen die gebeurd zijn voor het nu, ook wel het verleden.
Geschiedenis→ het verhaal/het bestuderen van de dingen die gebeurd zijn, geen
verleden.
Belang→ bestaat het verleden buiten de geschiedenis om en academische
geschiedbeoefening.
Clip: historiografie
1. Geschiedenis schrijven
2. Geschiedenis van de geschiedenis, denken over hoe mensen over het verleden
hebben gedacht. Geschiedenis in de tweede graad.
Kleine en grote historiografie. Klein→ bestudering van één specifiek onderwerp,
wat schrijven historici onder Napoleon bijvoorbeeld. Groot→ geschiedenis van de
geschiedbeoefening, gehele discipline, niet één specifiek onderwerp.
Nut→ positiebepaling, het geeft je een inzicht in benaderingen van het verleden en hoe het
zich ontwikkelt. Het geeft je voorbeelden van hoe historici hebben gewerkt, inspiratie en
bescheidenheid. Blik op de culturen uit het verleden, we weten daardoor iets over hen.
Keuzes die culturen maken vertellen iets over geschiedenis van hen.
, Week 2
Clip: geschiedenis van wie
Van wie wordt geschiedenis geschreven en wie schrijft de geschiedenis?
Geschiedenis van grote mannen→ genre is aantrekkelijk, in systemen hebben zij
een grote rol gespeeld. Ook een beperking→ wat deden deze mannen, vooral
politiek/militaire geschiedenis. Aannames→ politiek is het leidende dus, staat is
dus het belangrijkst. Aannames→ zij zorgen voor politieke verandering.
Aannames→ personen zijn belangrijk dan de omstandigheden waarin zij zich
bevinden. Politiek beperkt tot koning en kabinet, niet sociale strijd o.i.d. Er moet
een nieuwe wie komen. Sociale geschiedenis, de actoren worden verbreed, meer
hoofdpersonen. ‘’De cast’’ verruimen. Geschiedenis door meer mensen beschreven en hoe
zij worden beschreven, andere vragen stellen. Sociale geschiedenis was vaak ondergeschikt
aan ‘’de geschiedenis’’ of politieke geschiedenis etc. Een beetje ondergeschikt. Vanaf de
jaren 60 wordt sociale geschiedenis belangrijk, met meer democratisering van samenleving
én geschiedenis. Waarom gaat het zoveel om de grote mannen? Nieuwe actoren van
geschiedenis. Historici die zich associeerden met hen, bijvoorbeeld uit de
arbeidersbeweging→ vakbonden, politieke partijen, leiders krijgen. Wat had de
industrialisatie met mensen gedaan, maar ook hoe ze hadden gereageerd. Vaak
de arme man wordt beschreven, bijna nooit een vrouw die deel heeft uitgemaakt
van politieke collectieve verandering. Thompsoms boek liet andere mensen zien
die waren geraakt door de industrialisatie, verbreding van wie er konden worden
gezien i.p.v. alleen mensen die in fabrieken werkten, maar wel als collectief
geraakt→ Klassenbewustzijn. Kwantitatieve geschiedenis, ‘’harde data’’, hoeveel
verdienen of hoeveel kinderen. Enorme groepen vallen binnen deze data. Geschiedenis is
erg specialistisch, leest niet makkelijk, je leest niet hoe mensen het verleden beleefd
hebben. New social history→ Volgens Thompsoms boek was een klasse meer dan
alleen een economische groep, dezelfde manier in het leven staan, ze hebben
gedeelde belangen. Klassen waren niet af te leiden aan iets van theorieën, maar
van relaties en gebeurtenissen in een tijd en plaats beschrijven. Focus op de
losers van de geschiedenis. Hij deed meer. Radicalisering van werkende mensen
was ontstaan door het vroege kapitalisme het inkomen, maar ook hun
familiebanden, religie etc. had beïnvloed.
Verbreding van politiek en wat politiek kan zijn. Meerdere groepen niet alleen uit
economisch perspectief bekijken. Verzet en agency, tegen onderdrukking.
Verandering in de maatschappij voor de achtergestelde groepen. Verzet→
vernietigen en angst verspreiden lijken voor ons nu irrationeel. Focus op de
onderdrukking. Teruggeven van waardigheid, stemmen opvullen die in het verleden niet
eerder waren gehoord. Ze konden zich verzetten en hadden wel degelijk iets kunnen doen.
Herstellen van agency. Beschikken over zekere handelingsvrijheid, verkiezen ze boven de
onderdrukking, weer de spotlights aan de onderdrukker.
Implicaties, want is het aan ons om mensen uit het verleden agency te geven.
Manier van denken opgelegd, het is goed dat je je lot in eigen handen neemt→
niet universeel gedachtegoed. Keuze van agency is niet neutraal. Geschiedenis
van de private sfeer. Vrouw-en gendergeschiedenis→ machtsverhoudingen/politiek in
je familie. Lange tijd werd niet veel naar vrouwen gekeken in de geschiedenis,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmschneider2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.07. You're not tied to anything after your purchase.