100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting kennistoets blok 1 - Fontys ALO $7.52
Add to cart

Summary

Samenvatting kennistoets blok 1 - Fontys ALO

 2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle theorie die nodig is voor de kennistoets van blok 1 uit ALO 1.

Preview 4 out of 34  pages

  • October 4, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting kennistoets blok 1 – Fontys ALO 1
___________________________________________________________________
Ontwikkelingspsychologie – H11 t/m 16
Fysieke ontwikkeling = kijkt naar de invloed van hersenen, zenuwstelsel, spieren, zintuigen en de
behoefte aan eten, drinken en slaap

Cognitieve ontwikkeling = kijkt naar intellectuele vermogens, waaronder leren, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie

Sociaal-emotionele ontwikkeling = kijkt naar de sociale relaties en interacties met anderen en naar
het omgaan met emoties

Persoonlijkheidsontwikkeling = kijkt naar de duurzame gedragingen en (karakter) eigenschappen
die de ene persoon van de andere onderscheiden

H11: de fysiek ontwikkeling in de schooltijd

11.1: het groeiende lichaam

 De schooltijd begint op 6-jarige leeftijd en loopt door tot het begin van de adolescentie (12e
levensjaar)
 De schoolleeftijd wordt gekenmerkt door een langzame, gestage groei.
 Kinderen komen gemiddeld 3 kilo aan en groeien 5 tot 7 cm per jaar
 Het gewicht wordt op een andere manier verdeeld en hun kracht neemt fors toe
 Jongens zijn meestal sterker dan meisjes door een groter aantal spiercellen
 Ossificatie = proces waarbij botten harder worden

In de schooltijd treden zowel in de fijne als grove motoriek grote verbeteringen op:

Grove motoriek:

 Spiercoördinatie → leren fietsen, schaatsen, zwemmen, etc. wat ze eerder nog niet konden
 Minimale sekseverschillen
 Pas in puberteit scheiding maken tussen seksen bij fysieke activiteiten

Fijne motoriek:

 Fijne motorische coördinatie → typen, aan elkaar schrijven, gedetailleerde tekeningen maken
 6 – 7-jarigen → veters strikken
 8-jarigen → beide handen onafhankelijk van elkaar gericht gebruiken
 11 – 12-jarigen → objecten bijna net zo makkelijk hanteren als volwassenen
 Verbetering is het gevolg van grote toename myeline in de hersenen op de leeftijd van 6 tot 8 jaar
→ elektrische prikkels bewegen zich sneller tussen neuronen voort, waardoor spieren sneller
boodschappen doorkrijgen en kinderen hun spieren beter kunnen beheersen
 Myeline = beschermlaag rond delen van zenuwcellen

Sociale voordelen:

 Kinderen die fysiek goed presteren worden meer geaccepteerd
 Fysieke competentie en populariteit sterker bij jongens dan meisjes → verschil in sociale normen

,H12: de cognitieve ontwikkeling in de schooltijd

12.1: de intellectuele en taalkundige ontwikkeling

Volgens Piaget valt de concreet-operationele periode samen met de schooltijd (tussen 7e en 12e
levensjaar):

Concreet-operationeel stadium = cognitieve ontwikkeling gekenmerkt door het actieve en juiste
gebruik van logica

 Relatie tussen tijd en snelheid begrijpen
 Eén belangrijke beperking in dit stadium → blijven vastzitten aan de concrete, fysieke realiteit.
Hierdoor kunnen zij abstracte of hypothetische vragen niet begrijpen

Decentreren = Kinderen worden minder egocentrisch en houden rekening met verschillende aspecten
van een situatie

Reversibiliteit = kinderen ontwikkelen het vermogen een uitgevoerde handeling (in gedachte) weer
terug te draaien (bal klei -> slang -> bal klei)

 Op abstract niveau betekent dit dat kinderen begrijpen dat 3 + 5 = 8 ook 5 + 3 = 8

H13: de sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de schooltijd

13.1: de ontwikkeling van het eigen ik

Volgens Erikson doorloopt een kind in de schooltijd het stadium van vlijt-versus-
minderwaardigheid (tussen 6e en 12e levensjaar):

Stadium van vlijt-versus-minderwaardigheid = het kind ontwikkelt competenties om met problemen
met ouders, leeftijdgenoten, school en de wereld om hem heen om te gaan

 Focus verschuift van externe eigenschappen naar interne, psychische (karakter)trekken, waarbij
kinderen meer en meer differentiëren met het beeld van zichzelf

Het zelfbeeld van kinderen wordt verdeeld in drie persoonlijke domeinen en een intellectueel domein:

1. Fysiek → fysieke vermogens, uiterlijk
2. Emotioneel → specifieke emotionele stemmingen
3. Sociaal → relaties met leeftijdsgenoten, familie en vrienden
4. Intellectueel → taal, rekenen, geschiedenis en natuurwetenschap (vakgebieden)

Kinderen ontwikkelen een eigenwaarde met alle positieve en negatieve kenmerken. Zichzelf met
anderen vergelijken hoort daarbij, hier onderscheiden we drie vergelijkingen in:

1. Sociale vergelijking = eigen gedrag, vermogens, expertise en meningen beoordelen door ze te
vergelijken met die van anderen
2. Opwaartse sociale vergelijking = eigen capaciteiten vergelijken met de prestaties van
leeftijdgenoten die vaardiger en succesvoller zijn
3. Neerwaartse sociale vergelijking = eigen capaciteiten vergelijken met de prestaties van
leeftijdgenoten die minder competent of succesvol zijn

,H14: de fysieke ontwikkeling in de adolescentie

14.1: fysieke rijping

Adolescentie = stadium tussen de kindertijd en volwassenheid (begint vlak voor de tienerjaren en
eindigt net erna)

Pubertaire groeispurt = periode van zeer snelle groei in lengte en gewicht tijdens de adolescentie

 Jongens groeien gemiddeld 10,5 cm per jaar → groeispurt start rond het 12e levensjaar
 Meisjes groeien bijna 9 cm per jaar → groeispurt start rond het 10e levensjaar

Puberteit = periode van rijping waarin de geslachtsorganen zich volledig ontwikkelen

 Meisjes start de puberteit rond 11e of 12e levensjaar
 Jongens start de puberteit rond 13e of 14e levensjaar

Hypothalamus en hypofyse in de hersenen en gonaden zorgen voor (HPG-as):

 Productie van androgenen en oestrogenen
 En het op peil houden hiervan

Hypothalamus = onderdeel van de hersenen dat vele processen in het lichaam regelt, zoals de
besturing van het hormonale systeem in interactie met hypofyse

Hypofyse = hormoonklier die een belangrijke koppeling maakt tussen het zenuwstelsel (de hersenen)
en het hormonale systeem

Gonaden = bij meisjes de eierstokken & bij jongens de testikels

HPG-as = interactie tussen de hypothalamus, hypofyse en gonaden

 Hypothalamus geeft de hypofyse de opdracht om een grotere of kleinere hoeveelheid
hormonen vrij te geven →
 De hypofyse delegeert deze opdracht naar de gonaden die de hormonen daadwerkelijk
vrijgeeft →
 Als het optimale niveau van hormonen bereikt is, vertelt de hypothalamus dit aan de hypofyse

Hormoonafgiften belangrijk om 2 redenen:

1. Organiseren de manier waarop hersenen zich tijdens de adolescentie en andere levensfasen
fysiek ontwikkelen
2. Activeren en sturen een bepaald gedrag dat essentieel is voor het menselijk bestaan, zoals
seksuele drift, honger en dorst

Primaire geslachtskenmerken = kenmerken die worden geassocieerd met de ontwikkeling van de
organen en structuren van het lichaam die rechtstreeks betrekking hebben op de voortplanting

Secundaire geslachtskenmerken = zichtbare tekenen van seksuele rijping die niet direct betrekking
hebben op geslachtsorganen

Puberteit bij meisjes:

 Menarche = tijdstip waarop de eerste menstruatie optreedt (te maken met gewicht of verhouding
vet en spieren)
 Veranderingen in vagina en baarmoeder (primaire geslachtskenmerken)
 Ontwikkeling van borsten en schaamhaar (secundaire geslachtskenmerken)

Puberteit bij jongens:

 Spermarche of semenarche = eerste zaadlozing
 Penis en scrotum beginnen rond 12e levensjaar versneld te groeien tot 3 of 4 jaar.
 Hierdoor groeien ook de prostaatklier en zaadballen.

, Vroege rijping:

Bij jongens:

 Voordelen → beter in sport, populairder en positiever zelfbeeld
 Nadelen → problemen op school, betrokken bij criminele activiteiten en verslavende middelen

Bij meisjes:

 Nadelen → ongemakkelijk, vaak populairder bij oudere jongens, last van angsten, depressief of
ongelukkig voelen

Late rijping:

Bij jongens:

 Voordelen → assertiviteit, meer inzicht in zichzelf en anderen
 Nadelen → minder aantrekkelijk, sportactiviteiten, lager zelfbeeld

Bij meisjes:

 Voordelen → later tevreden met zichzelf en hun lichaam, minder emotionele problemen
 Nadelen → geen afspraakjes, gemengde activiteiten, laag sociale status



H15: de cognitieve ontwikkeling in de adolescentie

15.1: de intellectuele ontwikkeling

Formeel-operationele stadium = waarin mensen het vermogen ontwikkelen om abstract te denken
(rond 12e levensjaar)

Hypothetisch-deductief redeneren = algemene theorie over datgene wat een bepaald resultaat
oplevert, waaruit ze vervolgens verklaringen leiden voor bepaalde situaties waar het specifieke
resultaat optreedt.

Propositioneel denken = gebruik van abstracte logica in de afwezigheid van concrete voorbeelden

 Hierdoor kunnen zij syllogisme oplossen →
 Syllogisme = opgebouwd uit drie elementen: majorpremissie (aanname dat iets waar is),
minorpremissie (specifieke stelling die ook waar is) en een conclusie
 Voorbeeld:
alle mensen zijn sterfelijk (major)
Grieken zijn mensen (minor)
Dus Grieken zijn sterfelijk (conclusie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvanandel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.52  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added