Uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges gegeven door Prof. Marie-Laure Vandenhaute. Alle oefeningen die in de hoorcolleges werden behandeld staan uitgebreid uitgeschreven. Ik behaalde een 18/20.
Clear summary, but 2 chapters (Non-parametric tests & Logistic regression) are missing for the 2022-2023 academic year.

By: axelle64 • 1 year ago
Seller
Follow
kionadewitte
Reviews received
Content preview
KWANTITATIEVE METHODEN VOOR
BEDRIJFSKUNDE
MODULE 1: INLEIDING TOT STATISTIEK
INLEIDING
Om onszelf, de wereld en het universum te begrijpen, hebben we wetenschap nodig. Wetenschap
gaat over het verzamelen van data en het zoeken van verklaringen voor die data.
Kwalitatieve onderzoeksmethoden Kwantitatieve onderzoeksmethoden
Wanneer de gegevens bestaan uit woorden of Wanneer data bestaat uit cijfers hebben we
tekst, dan hebben we kwalitatieve kwantitatieve onderzoeksmethoden nodig.
onderzoeksmethoden nodig om de woorden en
hun betekenis te analyseren. Het is een set van tools en technieken die
Veelvoorkomende kwalitatieve gebruikt wordt voor het beschrijven,
verzamelingsmethoden zijn interviews en organiseren en interpreteren van informatie
focusgroepen. en gegevens.
We worden voortdurend overspoelt met cijfergegevens. Of je gelooft het allemaal of je wilt er meer
over te weten komen om na te gaan of het wel klopt.
Voorbeeld: In een boek over de ontwikkeling kan men lezen rond welke leeftijd een baby normaal
begint te kruipen. Als je kind op die dag nog niet kruipt gaan mensen al snel denken dat hun kind een
ontwikkelingsprobleem heeft. Veel mensen begrijpen niet dat rond het gemiddelde variatie bestaat.
HET ONDERZOEKSPROCES
1: GENEREER EEN ONDERZOEKSPROBLEEM (WAT JE DOET)
Elk onderzoek begint met een duidelijk geformuleerd onderzoeksvraag, waarop het onderzoek een
antwoord wil bieden. Deze vraag moet ondubbelzinnig worden geformuleerd. De onderzoeksvraag
kan voortkomen uit iets dat je vaststelt, doordat je de wereld observeert.
2: OBSERVEER DE WERELD OF LEES (HOE JE HET DOET)
Als je niets observeert kan je voorgaande literatuur lezen en een leemte ontdekken dat verder
onderzoek vereist.
3: RAADPLEEG EEN THEORIE
Theorie: een uitleg of set van principes die een breed fenomeen verklaart en die goed onderbouwd is
door herhaaldelijk te zijn getest. Theorieën zijn heel algemeen van toepassing op alle entiteiten of
situaties.
1
, 4. DE POPULATIE (WAAR JE HET OP DOET )
Populatie: een theoretische groep waarover je conclusies wilt trekken.
→ Een voorbeeld: alle potentiële klanten
5. GENEREER EEN HYPOTHESE
Hypothese: een vooropgestelde verklaring voor een vrij beperkt fenomeen of reeks waarnemingen.
Verschil tussen theorie en hypothese:
Zowel theorieën als hypotheses proberen de wereld te verklaren.
MAAR… een theorie verklaart een breed scala aan fenomenen en werd reeds veelvuldig getest.
Terwijl een hypothese een enger fenomeen probeert te verklaren en nog niet getest is geweest.
6. VERZAMELEN DATA OM HYPOTHESE TE TESTEN
De gegevens/data die men op één plek verzameld noemt men een dataset. Een dataset is een
verzameling van gegevens die op de ene of andere manier aan elkaar gekoppeld zijn. Datasets
kunnen worden beschreven met twee termen: cases en variabalen.
• Variabele: Alles dat kan worden gemeten en dat kan verschillen (of veranderen of variëren)
tussen entiteiten of in de tijd. (kolom in dataset)
Voorbeeld: de lengte van al je vrienden
• Case: De gegevens uit één bron van één of meerdere variabelen. (rij in dataset)
een variabele
een datapunt
een
een case
data
set
ALGEMEEN: Een dataset is een spreadsheet met variabelen als kolommen en cases of observaties als
rijen. Elke variabele vertegenwoordigd een verzameling van één type gegeven, terwijl een case alle
gegevens over alle variabelen in de dataset uit één enkele bron omvat.
2
,SOORTEN VARIABELEN
We gaan gegevens verzamelen door het meten van variabelen. We hebben termen nodig om de
soort variabele te omschrijven. Dit is belangrijk omdat de verschillende variabelen verschillende
analyses vereisen.
Variabele
Kwalitatief (categorisch) Kwantitatief (scale)
Is opgebouwd uit categorieën waarbij een Variabelen die een bepaalde numerieke
entiteit slechts in één van de categorieën weergave hebben en numerieke informatie
kan worden geplaatst. bevatten.
Voorbeeld: koe, kat en hond: een dier is Voorbeelden: lengte, leeftijd en gewicht
slechts één van de drie en niet van elk een
beetje.
Met kwantitatieve variabalen kan men
berekeningen doen.
Voorbeeld: We kunnen de leeftijd van twee
personen optellen.
In zijn eenvoudigste vorm heeft een
categorische variabele slechts twee
verschillende categorieën. Men noemt dit
een binaire of dichotome variabele.
Voorbeelden: man en vrouw, levend en
dood…
Kwalitatieve gegevens zijn niet numeriek van
aard, maar kunnen als een getal worden
gecodeerd.
Voorbeeld: mannen (1) en vrouwen (2)
3
, MEETNIVEAU’S
Variabelen kunnen veel verschillende vormen en niveaus van verfijning aannemen. De relatie
tussen wat wordt gemeten en de getallen die vertegenwoordigen wat er wordt gemeten staat
gekend als het meetniveau (= meetschaal).
Variabele
Kwalitatief (categorisch) Kwantitatief (scale)
Nominaal Interval
Ordinaal Ratio
Nominale (variabelen) Interval (variabelen)
Is de eenvoudigste meetschaal. Voorbeelden: kalenderjaren, temperatuur…
Voorbeelden: geslacht, kleur, chocoladesoort… Deze meetschaal heeft geordende categorieën
en vereist dat de intervallen tussen de
Dit zijn labels zonder orde. We kunnen niet categorieën gelijk zijn.
zeggen dat de ene superieur is aan de andere.
Intervalschalen hebben geen echt nulpunt,
waarden onder nul zijn dus mogelijk.
Verhoudingen zijn dus zinloos.
Ordinale (variabelen) Ratio (variabelen)
Voorbeelden: Olympische medailles, rang en Deze meetschaal heeft dezelfde vereisten als
tevredenheid… interval, maar gaat nog een stap verder. Hier
Deze variabelen hebben een betekenisvolle moeten ook de verhoudingen/ratio’s zinvol
volgorde. zijn.
De intervallen tussen de waarden in de schaal Om dit te laten kloppen, moet de schaal een
zijn mogelijk niet gelijk. echt en zinvol nulpunt hebben. Een nulpunt
waar er een volledige afwezigheid is van
Voorbeeld: er is een groot verschil tussen hetgeen je aan het meten bent.
tevreden en ontevreden, maar een klein Voorbeelden: leeftijd, gewicht, lengte, behaalde
verschil tussen ontevreden en zeer ontevreden. punten op het examen…
De intervallen zijn consistent:
100 kg → 150 kg = 0 kg → 50 kg
Er is een betekenisvol nulpunt:
0 kg = gewichtloos
Het hebben van een betekenisvol nulpunt
betekent dat verhoudingen/ratio’s worden
gehandhaafd.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kionadewitte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.31. You're not tied to anything after your purchase.