Samenvatting Belastingrecht 4
Hoofdstuk 10
10.1 Omzetbelasting
De wet OB is systematisch opgebouwd, door het beantwoorden van
onderstaande vragen kan er achterhaald worden of er OB verschuldigd is en zo
ja, hoeveel:
- Wat is omzetbelasting?
- Wie moet omzetbelasting voldoen?
- Wat zijn de belaste prestaties?
10.2 Wat is omzetbelasting?
De omzetbelasting is een:
- Algemene, (geen specifiek goed)
- Indirecte, (de belasting wordt niet voldaan door de gebruiker – consument
– maar door de ondernemer)
- Verbruiksbelasting, (belasting wordt geheven over verbruik door
consumenten)
In de EU-lidstaten is gekozen voor het systeem waarbij belasting wordt geheven
over de toegevoegde waarde. BTW is een van de systemen voor de heffing van
omzetbelasting.
In de EU is een gemeenschappelijk stelsel voor de OB. Doel:
- een gemeenschappelijke markt scheppen
- waarin belemmeringen bij grensoverschrijding en andere vormen van
concurrentievervalsing wordt vermeden.
BTW-richtlijn 2006/112 geeft aan hoe de OB moet worden geheven zodat de
heffing in alle lidstaten vrijwel gelijk is geen heffing/ dubbele heffing wordt
voorkomen.
De burgers kunnen wel rechten ontlenen aan de richtlijnen. Het
gemeenschappelijke stelsel moet de concurrentie verstorende invloeden weren.
10.3 Wie moet omzetbelasting betalen?
De consument betaalt uiteindelijk de omzetbelasting maar de ondernemer
fungeert als tussenpersoon. Ondernemer en belastingplichtige is voor de wet
hetzelfde begrip.
Ondernemer
- Artikel 7 wet OB zegt een ondernemer is een ieder (zowel een natuurlijk
persoon als rechtspersoon) die een bedrijf zelfstandig uitoefent.
- Nationaliteit is niet van belang, als een buitenlandse ondernemer in NL
belaste prestaties verricht is hij ondernemer voor de wet OB.
- In de wet OB zijn de vof, maatschap en de CV de ondernemer.
- Degene die zich in het economisch verkeer presenteert als degene met wie
zaken wordt gedaan is ondernemer.
- De BV is pas ondernemer als de oprichtingsakte bij de notaris is
gepasseerd.
Bedrijf/onderneming
- duurzaam,
- kapitaal en arbeid,
- economisch verkeer,
- winstoogmerk, mag ook symbolisch
,Een ondernemer valt onder de wet OB voor zover hij zijn prestaties verricht in het
kader van zijn onderneming.
Artikel 7 lid 3 wet OB zegt dat de rijksoverheid, provincies, gemeenten etc.
ondernemer zijn voor de wet OB.
De overheid is geen ondernemer als het optreed als overheid, als het in
concurrentie treed wel.
Fiscale eenheid wordt onder voorwaarden als een ondernemer aangemerkt voor
de wet OB. Mogelijk als er sprake is van:
- Financiële verwevenheid (meerderheid aandelen in dezelfde handen is)
- Organisatorische verwevenheid (eenzelfde persoon of groep
bestuursfunctie in de verschillende onderneming vervult)
- Economische verwevenheid (de activiteiten van de ondernemingen
strekken tot de verwezenlijking van eenzelfde economisch doel of ten
behoeve van elkaar.
Wordt er aan de voorwaarden voldaan dan kan er een fiscale eenheid aan worden
gegaan. Gevolgen fiscale eenheid:
- prestaties worden als interne prestaties aangemerkt en vallen niet onder
de wet OB
- 1 BTW-nummer
- Iedereen is hoofdelijk aansprakelijk
- 1 aangifte OB
Ontbinding eenheid wanneer een voorwaarde wordt doorbroken.
10.4 Belastbaar feit 1: goederen
Uit artikel 1 wet OB blijkt dat levering moet plaats vinden:
- binnen Nederland
- door ondernemers die handelen binnen het kader van de onderneming
- onder bezwarende titel (prestaties verricht vanwege een verbintenis of
overeenkomst vanwege deze bezwarende titel is een vergoeding
afdwingbaar)
10.4.1 Levering van goederen
Artikel 3 wet OB bevat een opsomming van ‘echte’ leveringen en fictieve
leveringen. Bij fictieve leveringen bepaald de wet OB of er sprake is van een
levering.
Vormen van levering zijn:
A. De overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een
goed te beschikken.
De belangrijkste overeenkomsten:
koop en verkoop
koop en verkoop op afbetaling
ruil
Artikel 3 lid 3 letter a wet OB: er is ook sprake van een overdracht als
het betreffende goed het bedrijfsvermogen verlaat zonder dat een
eigendomsoverdracht heeft plaats gevonden. Er moet dan gekeken
worden naar de macht.
Goederen zijn alle stoffelijke objecten.
B. De afgifte van goederen ingevolge een overeenkomst van huurkoop.
, Bij huurkoop wordt men pas eigenaar als de laatste maand is betaald.
Er is sprake van een eigendomsoverdracht alleen het leveringstijdstip
verschilt. Artikel 3 lid 1 letter b wet OB.
Operational lease wordt als dienst gezien
Financial lease wordt beschouwd als levering
Combinatie tussen levering goed en kredietverlening de
kredietverlening is vrijgesteld op grond van artikel 11 lid 1
letter J sub 1 wet OB. De aan de kredietverlening toe te
rekenen voorbelasting komt bij de lessor niet in voor aftrek
tenzij de lessee buiten de EU is gevestigd artikel 15 lid 2
letter c wet OB.
C. De oplevering van onroerende zaken door de vervaardiger.
Oplevering nieuwe onroerende zaak is een levering voor de wet OB. De
eigenaar van de hele onroerende zaak wordt je door natrekking als
eigenaar van de grond. Sloopwerkzaamheden kunnen ook zorgen voor
vervaardiging van een onroerende zaak wanneer deze onbebouwde
grond kan worden aangemerkt als bouwterrein artikel 11 lid 4 wet OB.
D. De rechtsovergang van goederen ingevolge een vordering door of
namens de overheid.
Als wordt gehandeld vanwege het vonnis van een rechter, vindt geen
heffing van OB plaats.
E. Het aanbrengen van een goed aan een ander goed.
Bijv. installeren keuken, er is formeel geen sprake van levering maar
wordt wel in de zin van de wet OB verondersteld. Artikel 3 lid 1 letter f
wet OB overeenkomst heeft betrekking op het installeren of
monteren van de goederen.
Vormen van fictieve leveringen zijn:
In de wet OB wordt een drietal fictieve leveringen gelijkgesteld met een
levering onder bezwarende titel.
A. Het door een ondernemer om niet onttrekken van een goed dat hij
bestemt voor andere dan bedrijfsdoeleinden.
Levering aan privé of familie artikel 3 lid 3 letter a
B. Als de ondernemer bij bedrijfsbeëindiging goederen in bezit heeft
waarvoor in der tijd geheel of gedeeltelijk recht op voorbelasting is
geclaimd.
artikel 3 lid 3 letter c wet OB
10.4.2 Specifieke situaties speciaal:
Het gaat hierbij om:
o Ketenreacties (artikel 3 lid 4 wet OB): er is sprake van een levering
de eerste verkoper aan de laatste koper (tussen koop- en verkopers
vallen dan weg).
o Veilingen (artikel 3 lid 5 wet OB): een tweetal fictieve leveringen.
Eerst een levering van de oorspronkelijke eigenaar aan de
veilinghouder deze levering is alleen belast als de leverancier
ondernemer is. En de veilinghouder verricht een fictieve levering
aan de koper van het goed.
, o Werkzaamheden van commissionairs (artikel 3 lid 6 wet OB): de
fictie is dat de leveringen met tussenkomst van een commissionair
worden geacht aan en door de commissionair te zijn geleverd.
o Overbrenging eigen goederen (artikel 3a wet OB): als een
ondernemer zijn goederen overbrengt naar een ander land dat lid is
van de EU, wordt deze overbrenging bestempeld als een fictieve
levering.
Geldt niet voor monsters of geschenken met een geringe
waarde (artikel 3 lid 8 wet OB)
Verboden leveringen (artikel 3 lid 1 letter a wet OB)
10.4.3 Plaats van de levering
Alleen levering in Nederland levert een belastbaar feit op voor de Nederlandse
omzetbelasting.
- Vervoer van de goederen i.v.m. de levering (artikel 5 lid 1 letter a wet OB).
Als een goed in verband met de levering wordt vervoerd, is de plaats van
de levering daar waar het vervoer aanvangt. Dus vangt het in Nederland
aan? Dan wordt het in Nederland belast.
- Aanbrengen aan ander goed (artikel 3 lid 1 letter f wet OB). Wanneer het
ene goed aan het andere goed wordt aangebracht. Bij deze goederen is de
plaats van de levering namelijk de plaats waar zij zich ten tijde van de
levering bevinden. Levering vindt pas plaats wanneer de goederen zijn
aangebracht.
- Geen vervoer i.v.m. de levering (artikel 5 lid 1 letter b wet OB). Als de
goederen niet in verband met de levering worden vervoerd, is de plaats
van de levering daar waar de goederen zich op het tijdstip van levering
bevinden.
- Afstandsverkopen (artikel 5a wet OB). Buitenland Nederland
(buitenlandse belasting). Nederland Buitenland (Nederlandse belasting)
daar waar het vervoer begint. Kritiek: door verschillende belastingtarieven
kunnen er ongewenste verschuivingen van handelsstromen ontstaan.
Daarom is er een regeling (artikel 5a wet OB): de plaats van levering is
altijd in het land waar de goederen aankomen. Er is sprake van een
afstandsverkoop als:
o een ondernemer goederen levert aan: particulieren, ondernemers en
rechtspersonen niet-ondernemers die de betaalde OB niet kunnen
verrekenen
o goederen direct of indirect voor rekening van de leverancier worden
vervoerd
o het vervoer vind plaats tussen 2 EU landen
Regel alleen van toepassing wanneer de totale vergoedingen 100.000 euro
of meer zijn.
- Gas en elektriciteit (artikel 5b wet OB). Gas en elektriciteit zijn goederen
(artikel 3 lid 7 wet OB) ook al zijn deze niet fysiek tastbaar. OB geheven in
land: plaats van de afnemer.
- Praktische uitvoering (artikel 37e wet OB) bewijsregel bepaald dat een
ondernemer die in Nederland woont of is gevestigd, geacht wordt al zijn
prestaties in Nederland te verrichten.
Artikel 12 lid 3 wet OB gevolg verlegging. Verlegging is wanneer een
buitenlandse ondernemer in Nederland voorraad houdt en aan een
Nederlandse ondernemer verkoopt is de plaats van levering in Nederland
en is er Nederlandse OB verschuldigd. Maar omdat de verkoper in het
buitenland is gevestigd, is de Nederlandse afnemer de OB verschuldigd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stephaniehofstetter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.