Liquiditeit in de algemene of brede zin
1) Current ratio (p. 57)
- Formule: (29/58 – 29) / (42/48 + 492/3)
Vlottende activa−vorderingen op meer dan1 j
= =
Schuld op t . h. 1 j+overlopende rekeningen ( passiva)
(Beperkte) vlottende activa
Vreemd vermogen op korte termijn
- Vlottende activa = geld op korte termijn beschikbaar: voorraden, handelsvorderingen, liquide
middelen
- Vreemd vermogen op korte termijn: alle schulden die je hebt op korte termijn
- Current ratio > 1
Dit betekent namelijk dat de onderneming met de middelen op korte termijn in staat is de schulden
op ten hoogste één jaar te betalen. Hoe groter de current ratio, hoe groter de veiligheidsmarge.
2) Nettobedrijfskapitaal (p. 58)
- Heeft te maken met de financieringsbehoeften en financieringsbronnen op lange termijn. We gaan na
of er al dan niet een overschot aanwezig is van lange termijn financieringsmiddelen die kunnen
worden aangewend voor de financiering van de aangepaste vlottende activa.
- Formule 1: Eigen vermogen + vreemd vermogen op lange termijn – (uitgebreide) vaste activa
= (10/15-19+16+17)-(20/28+29)
- Formule 2: (Beperkte) vlottende activa – vreemd vermogen op korte termijn
= (29/58-29) – (42/48 + 492/3)
- (Voorraden + vorderingen + geldbeleggingen + liquide middelen + overlopende rekeningen) –
(Financiële schulden KT + handelsschulden + overige niet-rentedragende schulden)
- Indien het NBK kleiner is dan nul, bevindt de onderneming zich in een potentieel gevaarlijke situatie
indien sommige schuldeisers op korte termijn niet bereid zijn hun schulden te hernieuwen.
- Wanneer het NBK > 0 dan is de current ratio > 1
- Voor de industriële ondernemingen wordt gewenst dat 80% < NBK/omzet < 12%
3) Behoefte aan bedrijfskapitaal (p. 59)
- Formule: (Voorraden + debiteuren (handelsvorderingen en overige vorderingen) + overlopende
rekeningen) – (handelsschulden + overige niet-rentedragende schulden (waaronder schulden t.a.v. RSZ
en belastingen en overlopende rekeningen))
= (3 + 40/41 + 490/1) – (44 + 45 + 46 + 47/48 + 492/3)
- Wordt gedefinieerd als de netto financieringsbehoefte eigen aan verrichtingen die met de
exploitatiecyclus verband houden.
, Thesaurietoestand: netto-thesaurie
- Het verschil tussen het netto bedrijfskapitaal (NBK) en de behoefte aan bedrijfskapitaal noemen wij de
netto-thesaurie NBK -BBK
Indien de NT negatief is, zijn de financiële tegoeden (geldbeleggingen, liquide middelen) kleiner dan de
financiële schulden op korte termijn en is de onderneming bij de uitvoering van exploitatie afhankelijk van haar
bankiers en andere financiers.
NBK > 0 NBK < 0
BBK < 0 Heel Goed Goed (indien NT +)
Minder goed (indien NT -)
BBK > 0 Goed (indien NT +) Gevaarlijk
Minder goed (indien NT -)
Liquiditeit in enge zin
1) Quick ratio (p. 60)
- Formule: (29/58 – 29 – 3 – 490/1) / (42/48)
= ((beperkte) vlottende activa – voorraden – overlopende rekeningen) / (schulden op t.h. één jaar-
overlopende rekeningen (passiva))
- Beperkte vlottende activa vlottende activa – vorderingen op meer dan 1j
- Indien deze ratio >1, stellen we dat de onderneming zich in een comfortabele liquiditeitssituatie
bevindt.
De omloopsnelheden
1) Rotatie voorraden en bestelling in uitvoering (p. 61)
- Formule: ((recurrente) kostprijs van de verkopen) / (voorraden en bestellingen in uitvoering)
= (70 +74 – (9901-76A+66A) / 3
= (60/64 – 71 – 72) / 3
- Hoe groter de voorraadrotatie is, hoe sneller de voorraden worden gerealiseerd en des te beter de
liquiditeit is.
- Verkopen = omzet + andere bedrijfsopbrengsten!!!
2) Aantal dagen voorraad
- Formule: (voorraden en bestelling in uitvoering) / ((recurrente) kostprijs van de verkopen per dag) *
365
= (3 / (70 +74 – (9901-76A+66A))) * 365 (zie oefening)
3) Aantal dagen klantenkrediet (p. 62)
- Formule: (handelsvorderingen op ten hoogste één jaar/ verkopen incl. BTW) * 365
= (40/ 70 + 74 + 9146) * 365
- Hoe kleiner het aantal dagen klantenkrediet hoe beter de liquiditeit
- De gemiddelde termijn waarop klanten hun facturen betalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Undercover99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.25. You're not tied to anything after your purchase.