Inhoud
Klinisch redeneren..................................................................................................................................2
Stoornissen / problematiek................................................................................................................2
Stemmingsstoornissen....................................................................................................................2
Angststoornissen............................................................................................................................4
Verslavingsproblematiek................................................................................................................7
Persoonlijkheidsproblematiek........................................................................................................8
Psychose / stoornissen in het denken en waarnemen....................................................................9
Metabool syndroom.....................................................................................................................11
Patiëntproblemen.............................................................................................................................11
Stemmingsstoornissen..................................................................................................................11
Persoonlijkheidsstoornissen.........................................................................................................11
Stoornissen in gedrag...................................................................................................................15
Ineffectieve coping.......................................................................................................................15
Slaap/waak problemen.................................................................................................................16
Andere belangrijke patiëntproblemen zijn;..................................................................................18
Wetten / kaders................................................................................................................................18
Wet verplichte GGZ (dwang en drang).........................................................................................18
Wet BIG........................................................................................................................................19
WGBO...........................................................................................................................................19
Herstel..........................................................................................................................................19
Herstelondersteunende zorg........................................................................................................20
Indeling zenuwstelsel en brein.....................................................................................................21
Prikkelgeleiding............................................................................................................................24
Neurotransmitters........................................................................................................................25
Medicatie toediening....................................................................................................................29
Overzicht organisatie van de GGZ.................................................................................................30
EPA (ernstige psychische aandoeningen).....................................................................................33
Interventie gestructureerd beschrijven volgens LDA structuur....................................................33
Ziekte-inzicht en therapietrouw...................................................................................................33
Zelfbeschadiging...........................................................................................................................34
1
, Klinisch redeneren
1. De student kent de psychopathologie van een aantal veel voorkomende psychiatrische
stoornissen/problemen zodanig dat dit het klinisch redeneren ondersteunt.
Stoornissen / problematiek
Stemmingsstoornissen
Stemmingsstoornissen zijn aandoeningen die de kwaliteit van leven sterk beïnvloeden. De
gemoedstoestand van de patiënt is daarbij langdurig ontregeld op een manier die niet te vergelijken
is met normale humeurschommelingen. Deze stoornissen vallen uiteen in diverse depressieve en
bipolaire varianten. Met name de depressieve stoornis en de persisterende depressieve stoornis
(dysthymie) komen veel voor. Sociale factoren spelen een belangrijke rol bij stemmingsstoornissen
en andersom hebben ze vaak veel sociale gevolgen.
Persisterende depressieve stoornis (dysthymie)
Er is sprake van een sombere stemming, het grootste deel van de dag, meer dagen wel dan niet,
gedurende ten minste twee jaar. De sombere stemming gaat gepaard met ten minste twee van de
onderstaande symptomen:
slechte eetlust of te veel eten;
inslaapproblemen of juist neiging tot overmatig slapen;
weinig energie of vermoeidheid;
gering gevoel van eigenwaarde;
slechte concentratie of moeite met beslissingen nemen;
gevoelens van hopeloosheid.
Om te kunnen spreken van een persisterende depressieve stoornis moeten de klachten een zekere
lijdensdruk veroorzaken of samengaan met beperkingen in het algemeen, sociaal of beroepsmatig
functioneren.
Depressieve stoornis
2 werken of langer
een sombere stemming gedurende het grootste deel van de dag;
duidelijk interesseverlies of vermindering van het beleven van plezier (anhedonie);
significant gewichtsverlies zonder dieet of verminderde eetlust (soms juist gewichtstoename of
toegenomen eetlust);
bijna dagelijks inslaapproblemen of juist neiging tot overmatig slapen;
geremdheid of verhoogde prikkelbaarheid;
moeheid of verlies van energie;
gevoelens van waardeloosheid, of buitensporige of onterechte schuldgevoelens;
verminderd vermogen tot nadenken, concentratiegebrek of besluiteloosheid;
terugkerende gedachten aan de dood, suïcidegedachten, -plannen of -pogingen.
Etiologie
biogenetische factoren (individuele kwetsbaarheid)
psychosociale factoren (omgevingsfactoren)
psychische factoren (levensgebeurtenissen)
organische factoren (medicatie, druggebruik)
Te lage concentratie van serotonine en noradrenaline, door disbalans in limbische hersenkernen
Serotonine: stoornissen in de eetlust, toegenomen agitatie, agressie en angstklachten
Noradrenaline: geremdheid, inactiviteit, slaapstoornissen en een overmatige pijnbeleving
Dopamine: verminderde motivatie en een relatief overschot met psychotische symptomen
Verhoogt cortisol gehalte in het bloed
2
,De basisinterventies voor mensen met een depressie zijn:
1) Psycho-educatie (het verstrekken van informatie aan de patiënt en naasten over de aandoening,
de prognose en de verschillende behandelmogelijkheden)
2) Activering en dag structurering (adviezen om actief te blijven en om de dag te structureren)
3) Actief volgen (het monitoren van het beloop van symptomen en klachten van de patiënt en het
vinger aan de pols houden (watchful waiting))
Eerste-stap interventies zijn:
Bibliotherapie
Zelfmanagementstrategieën met begeleiding
E-interventies (zie ook Preventie)
Steunend structurerende begeleiding
Activerende begeleiding
Fysieke inspanning, running-therapie en (Psycho Motorische Therapie PMT)
Psychosociale behandeling
Behandelevaluatie en vervolg
Bij de helft van de patiënten na 3 maanden spontane genezing.
Medicinaal: stimuleren serotonine en noradrenaline
Verpleegkundige: medicijnen verstrekken en alert op bijwerkingen
Psychologisch: stimuleren gezonde gedachtes en activiteiten (therapie)
Verpleegkundige: gedachtes onderzoeken en activiteiten
Bipolaire-stemmingsstoornissen DSM-5
Een bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis die in essentie wordt gekenmerkt door manische
symptomen of een afwisseling van episoden met voornamelijk manische dan wel depressieve
symptomen. In de oudere literatuur werd deze stoornis ook wel ‘manisch-depressieve stoornis’
genoemd.
Manische episode duurt 1 week of langer, minstens 3 kenmerken:
1) Abnormaal positieve stemming
2) Irriteerbare stemming
3) Eigenwaarde neemt toe
4) Slaap neemt af
5) Spraakzaamheid neemt toe
6) Gedachtenvlucht
7) Afleidbaarheid
8) Doelgericht gedrag neemt toe
9) Activiteiten met risico op pijnlijke gevolgen
10) Beperkt functioneren
Iemand houdt de manische episode maar kort vol; slaat door tot heftige depressieve episode.
Bipolaire stoornis staat voor de switch tussen deze uitersten. Bi = twee en Polaire = polen: het
wisselen van de ene pool naar de andere. Beloop: bijna altijd meerdere episodes (meerdere kortere
3
, episodes, medicatie werkt 3-6 maanden). Het leven bestaat uit constant balanceren tussen twee
uitersten. Een gestructureerd leven is nodig.
Hypomane episode
Duurt 4 dagen ipv een week
Niet ernstig genoeg om het functioneren duidelijk te beperken
Dezelfde symptomen als manische episode
Bipolair I: afwisselend manisch en depressief
Bipolair II: afwisselend hypomaan en depressief
Zelfde behandeling, andere symptomen.
Manie
Ziekte inzicht bepalend voor de mate waarin adequaat gereageerd wordt
Veelal gepaard met psychoses
Een spoor van vernieling achter laten
Nergens rust vinden
Behandeling (langdurig tot levenslang)
Medicinaal Antidepressiva
Stemmingsstabilasatoren
Antipsychotica
ECT Elektroconvulsietherapie (lijkt op een reset). Opname voor nodig
Geheugenbijwerkingen
Psychologisch Stimuleren gezonde gedachtes en rust
Angststoornissen
Klasse of onderverdeling van psychische stoornissen die zich kenmerkt door buitensporige of
onaangepaste angstreacties.
Voor de dood: hartstilstand (paniekstoornis)
Voor hulpeloosheid in vreemde omgeving (agorafobie)
Voor dieren, water, hoogten (specifieke omgeving)
Voor mensen; gezichtsverlies, afwijzing (sociale fobie)
Voor het dagelijks leven: GAS
Voor een catastrofe: moord, ontploffing (OCS)
Als gevolg van ingrijpende gebeurtenis (PTSS)
3 categorieën volgens DSM 5
I. Angststoornissen
II. Obsessieve compulsieve stoornissen
III. Trauma en stress gerelateerde stoornissen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentverpleegkundige. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.59. You're not tied to anything after your purchase.