Learning goals
● Hoe werkt het centrale zenuwstelsel?
● Wat zijn de verschillende gebieden in het brein?
● Wat zijn neuronen?
● Hoe verzend het brein informatie naar de rest van het lichaam?
● Hoe verzend het lichaam informatie naar het brein?
Indeling zenuwstelsels
1. Centrale zenuwstelsel → hersenen + ruggenmerg
2. Perifeer zenuwstelsel → alle zenuwen buiten het centrale zenuwstelsel
● somatisch → gericht op interactie omgeving
● automatisch → interne regulatie lichaam / homeostase
➢ sympathisch → actief
➢ parasympatisch → passief
Afferente zenuwen → sensorische informatie naar CZN
Efferente zenuwen → van CZN naar organen/spieren
,Bescherming
Meninges (hersenvliezen) → beschermen hersenen en zenuwstelsel
● buitenste laag → harde hersenvlies / dura mater (taai membraan)
● hieronder → arachnoid membraan → spinnenwebvlies
● hieronder → subarachnoid space → met grote bloedvaten → hierin bevindt
zich ook cerebrospinaal vocht = hersenvocht
● hieronder → pia mater / zacht hersenvlies→ dit hecht zich aan het
zenuwstelsel
Hersenen → beschermd door bloed-brein barrière
● heeft extreme dichtheid, bepaalde stoffen kunnen hier niet doorheen
Transport
● diffusie → verdelen omdat de concentratie op de ene plek hoog is en op de
andere plek laag
● passief → oplossen zoals vet
● actief → via een pomp, energie nodig
Zenuwcellen
1. neuronen
● ontvangen, geleiden en overdragen elektrochemische signalen
2. gliacellen
● zorgen voor goede omgeving neuronen + hebben ondersteunende functie
,Structuur van een neuron
Verschillende soorten neuronen
1. Motorisch neuron → efferent
● van hersenen naar spieren
2. Sensorisch neuron → afferent
● van zintuigen naar hersenen
3. Interneuron → verzend berichten tussen de neuronen
Klassen neuronen
1. multipolar neuron → 2 of meer uitsteeksels vanuit het cellichaam
● dit hebben de meeste neuronen
2. (unipolair neuron → 1 uitsteeksel
3. bipolair neuron → 2 uitsteeksels)
Nuclei → clusters aan cellichamen binnen het centrale zenuwstelsel
Ganglia → clusters aan cellichamen in het perifere zenuwstelsel
Tracts → bundels van axonen in het centrale zenuwstelsel
Zenuwbundels → bundels van axonen in het perifere zenuwstelsel
Brein
→ hindbrain, midbrain en forebrain
1. hindbrain / achterhersenen / rhombencephalon
● myelencephalon → medulla → verantwoordelijk voor vitale reflexen
zoals ademen, hartslag etc + sensaties en spierbewegingen hoofd
+ parasympatische input organen
● medulla en pons bevatten ook reticulaire formatie → hoofdcentrum
arousal en bewustzijn
, ● metencephalon → net als myelencephalon bestaat het uit kanalen en
een deel van de reticulaire formatie → door deze structuur ontstaat
er een uitpuiling die pons heet
➢ pons → kruisen axonen van beide HH naar de
tegenovergestelde kant van je ruggengraat, voor slaap en
arousal
➢ cerebellum / kleine hersenen → aansturen beweging, controle
balans en coördinatie. schade hieraan → verschillende
cognitieve disfuncties
➢ locus coeruleus → belangrijk bij emoties, slaap-waakritmes en
activatie van de hersenen
● medulla, pons, middenhersenen en andere centrale structuren van
de voorhersenen vormen samen → hersenstam
2. middenhersenen / midbrain
● mesencephalon
➢ tectum → heeft 2 zwellingen → dit zijn de superior colliculus
(betrokken bij zicht) en de inferior colliculus (betrokken bij gehoor)
➢ tegmentum → substantia nigra → beweging
(bevat derde en vierde hersenzenuw, deel van de reticulaire formatie,
periaqueductal grey → dit is grijze massa die om het aquaduct
van sylvius ligt → dit is een kanaal dat de derde en vierde
ventrikel met elkaar verbinden, speelt rol bij pijnverlichtende
effecten van opiaten, tegmentum bevat ook de substantia
nigra en de rode nucleus → beide belangrijk voor
sensomotorische systemen)
3. voorhersenen / forebrain / prosencephalon → 2 HH
● diencephalon
➢ thalamus → twee kwabben verbonden door massa intermedia,
oppervlakte → witte laag die uit gemyeliniseerde axonen + is
hoofdbron voor input naar cerebrale cortex
➢ hypothalamus → ligt onder anterior thalamus, betrokken bij
gemotiveerd gedrag, bestuurt met hormonen de hypofyse
➢ hypofyse → scheidt hormonen uit
➢ optisch chiasma → punt waar optische zenuwen van beide
ogen elkaar tegenkomen
➢ mamilairre lichamen
● telencephalon → grootste deel brein
➢ grootste deel → cerebrale cortex → gezien als grijze massa
door hoeveelheid neuronen zonder myelineschede + heeft
veel groeven voor grotere oppervlakte
➢ grote groeven → fissures
➢ kleine groeven → sulci
➢ ruggen tussen de groeven → gyri
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaelmuller. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.