Samenvatting Kennisvoortgangstoets semester 2 periode 2
17 views 0 purchase
Course
Generiek (GEN1.10)
Institution
Driestar Educatief
Book
Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding
In dit document vind je de samenvatting voor de kennisvoortgangstoets semester 2 periode 2 van het generieke programma. Het bevat een samenvatting van de eerste drie hoofdstukken uit het boek ''Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding".
Begripsbepaling en uitgangspunten
Samenvatting Hoofdstuk 1 (Begripsbepaling en uitgangspunten) uit Identiteitsontwikkeling
en leerlingbegeleiding
1.2 – Leeftijd en gedrag
Er bestaat een relatie tussen de leeftijd en het gedrag van mensen. Dat gedrag deels
leeftijdgebonden is, hangt samen met het feit dat mensen op verschillende leeftijden
verschillende behoeften en mogelijkheden hebben (een baby heeft andere behoeften
dan een volwassenen en toont dus ander gedrag).
Opgroeien en ouder worden gaan dus gepaard met veranderende gedragspatronen en -
mogelijkheden, die in gang worden gezet door veranderingen in ons lichaam, onze
hersenen en onze geest.
De meeste 13-jarigen staan aan het begin van een leeftijdsfase waarin opvallende
veranderingen plaatsvinden, maar niet alle veranderingen vinden bij iedereen op
dezelfde leeftijd plaats.
Sommige kinderen zijn ‘vroegrijp’ of juist ‘laatbloeiers’. Ook kan het kind lichamelijk
voregrijp zijn, maar in emotioneel opzicht nog tamelijk kinderlijk.
Er zit ook verschil in de manier waarop die veranderingen verwerkt worden. Sommigen
denken met genoegen terug (hun ontwikkeling liep volgens hen op rolletjes) anderen
beleven het als een rottijd (door vele conflicten met zichzelf en omgeving).
Het is moeilijk om te spreken over leeftijdsgebonden gedrag. Als we het over een 13-
jarige hebben, dan gaat het over een gemiddelde 13-jarige.
Fase = hierin vertonen mensen voorspelbare overeenkomsten in lichamelijke en
geestelijke ontwikkeling.
Levensloop = bestaat uit verschillende fasen die een vaste volgorde hebben en onderling
samenhang vertonen.
Periode = deel van een fase met bepaalde eigen kenmerken.
1.3 – Puberteit en adolescentie
De begrippen puberteit en adolescentie verwijzen oorspronkelijk vooral naar kenmerken
van de lichamelijke ontwikkeling tot volwassenheid, bijvoorbeeld de ontwikkeling van de
secundaire geslachtskenmerken.
- Pubertas = huwbaar
- Pubes = geslachtsrijp
- Adolescere = opgroeien / rijp worden
- Adolescentia = leeftijdsfase van 17 tot 30 (in het oude Rome)
Het denken in leeftijdsjaren heeft lange historische wortels, maar de fasen en kenmerken
zijn in de tijd veranderd o.i.v. veranderende sociaaleconomische omstandigheden en
nieuwe kennis over de mens.
Nauwelijks 2 eeuwen geleden werden kinderen beschouwd als volwassen in zakformaat.
Na een korte periode van verzorging werden ze zo snel mogelijk in aanraking gebracht
met alle facetten uit de wereld van de volwassenen.
, Jeugdland = begrip voor adolescentie als aparte fase van uitgestelde volwassenheid.
Dasberg vat de ontwikkeling van ‘jeugdland’ als volgt samen:
Vanaf de verlichting (ong. 1750) hoefden kinderen niet meer zo snel volwassen te
worden. Daarna mochten ze dat niet meer. Toen wilden ze niet meer snel volwassen
worden en als gevolg daarvan kunnen ze dat tegenwoordig niet meer.
O.i.v. technologische veranderingen en de digitale beeldcultuur staan kinderen direct in
verbinding met de (harde) werkelijkheid van de volwassen wereld. Zij hebben in de
digitale wereld vaak een voorsprong op hun ouders.
Bij de foreveryoungcultuur (jong is de norm en ‘je bent zo oud als je je voelt’) gaat
ouders en adolescenten op voet van gelijkheid met elkaar om (meer dan voorheen).
Jongeren kunnen de begeleiding van hun opvoeders goed gebruiken en hebben die soms
zelfs hard nodig.
Adolescentie = ontwikkelingsfase tussen de kindertijd en de volwassenheid (van ong. 12
tot 22 jaar).
Gedurende de adolescentie treden voorspelbare fysieke, neurologische en
psychologische veranderingen op, die tot uiting komen in gedrag, gedachten, behoeften
en gevoelens.
Binnen adolescentie worden 3 periodes onderscheiden:
1. Vroege adolescentie (puberteit): lichamelijke groei en rijping en psychoseksuele
ontwikkeling staat centraal. Ook het
losmakingsproces tussen adolescent en ouder komt
op gang.
2. Middenadolescentie: adolescent experimenteert met vele nieuwe
keuzemogelijkheden.
3. Late adolescentie: het aangaan van verplichtingen op het gebied van
maatschappelijke positie en persoonlijke relaties.
In de praktijk verloopt de ontwikkeling
minder schematisch en bovendien
overlappen de periodes elkaar enigszins.
Puberteit = vroege adolescentie
Jeugd = jongeren = adolescenten
1.4 – Beeldvorming over adolescenten
De eigenschappen die adolescenten in het
verleden zijn toegedicht (= beeldvorming) zijn ook tegenwoordig nog van invloed op het
denken over deze groep.
1.4.1 – Beeldvorming in de literatuur
De bekende Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe publiceerde in 1774 Het lijden
van de jonge Werther. Vaak wordt gezegt dat de puberteit hiermee intrede deed in de
wereldliteratuur. Werther pleegt zelfmoord vanwege een onbereikbare liefde.
Veel literatuur over adolescenten refereert aan het eenzijdige, heftige of extreme van
hun beleving en gedrag.
De adolescentie wordt vaak gekenschetst als een moeilijke periode, van sterke
emotionele labiliteit, opstandigheid, heftige verliefdheden en idealisme. Dat zegt
, natuurlijk iets over het gedrag dat adolescenten vertonen, maar het zegt ook iets over
hoe schrijvers naar adolescenten kijken.
1.4.2 – Beeldvorming in de massamedia
Veel van de mediabeelden over jeugd zijn generaliserend. Dit wordt nog versterkt
doordat in de media het afwijkende, het extreme en sensationele natuurlijk meer
aandacht krijgt dan het gangbare.
Is er sprake van een selffulfilling prophecy (zichzelf waarmakende voorspelling) waarbij
jongeren zich gaan gedragen naar de door volwassenen gecreëerde beelden?
1.4.3 – Beeldvorming in de sociale wetenschappen
Ook sociale wetenschappers hebben bijgedragen aan de beeldvorming over de jeugd.
Het boek Sturm und Drang beschreef de adolescentie als fase van emotionele labiliteit,
spanning en beroering. Die storm en stress zou voortkomen uit genetisch bepaalde
biologische veranderingen aan het begin van de adolescentie. De sterke wisselingen in
gedrag en stemming worden veroorzaakt door de snelle lichamelijke en hormonale
veranderingen (= biologisch georiënteerde ideeën).
Storm en stress wordt gerelativeerd tot een cultuurgebonden verschijnsel (bij de
theorieën die het gedrag van mensen verklaren op grond van hun sociaal-culturele
ontwikkeling). In sommige niet-westerse culturen zouden adolescenten minder
onvoorspelbaar en onevenwichtig gedrag tonen. Dat zou dan komen omdat ze in die
culturen eerder verantwoordelijkheid krijgen.
Nature-nurturedebat:
- Nature-standpunt: onze eigenschappen worden vooral door aanleg bepaald.
- Nurture-standpunt: onze eigenschappen worden vooral bepaalt door onze
omgeving.
- Beide dingen hebben invloed, maar er blijft discussie over de mate van invloed.
Er zijn veel onderzoeken gedaan. Veel jongeren onderschrijven in die onderzoeken
gelukkig te zijn.
Jongeren uit minder welvarende gezinnen hebben vaker te maken met minder sociale
steun van de ouders, zijn minder tevreden over hun leven, worden vaker gepest en
hebben vaker overgewicht.
Overgewicht komt bij de Nederlandse jeugd minder voor dan bij de gemiddelde
Europese jeugd. Toch antwoorden Nederlandse jongeren echter vaker ‘ja’ op de vraag of
ze zichzelf dik vinden. Er wordt een discrepantie gesignaleerd tussen objectieve meting
(BMI) en het ervaren zelfbeeld.
10 à 20 % van de jongeren ervaart de adolescentie in meerdere of mindere mate als
problematisch.
1.4.4 – Beeldvorming in de neurowetenschap
Door de technologische vernieuwingen aan het begin van deze eeuw is de kennis over
het menselijke brein snel toegenomen. We kunnen met MRI in kaart brengen welke
hersengebieden wanneer actief zijn.
Uit dit onderzoek blijkt dat veel pubers moeite hebben met het behouden van overzicht
en concentratie in taakgerichte situaties (neurowetenschappelijke verklaring:
verbindingen tussen diverse gebieden in de hersenen zijn nog niet optimaal gerijpt).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingLVOwiskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.