Hoofdstuk b1,b2,b3,c1,c2,c3 en c4
January 31, 2016
16
2014/2015
Summary
Subjects
bt2
nederlands
kennistoets
taaldidactiek
ipabo
Written for
Hogeschool IPABO (IPABO)
Academische lerarenopleiding primair onderwijs
Nederlands
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
dewidv
Reviews received
Content preview
Taaldidactiek – Nederlands – Toetsstof
B1 en B2 p. 52 – 76
Verdieping: mondelinge taalontwikkeling van baby’s en peuters, VVE
Leren praten
Kinderen die opgroeien in normale omstandigheden hebben geen speciaal
taalaanbod nodig om te leren praten. Voor hun vierde jaar de ontrafelen ze de
grammatica en basisregels van hun taal.
Kinderen in een achterstandsmilieus hebben ene minder grote woordenschat dan
kinderen in meer bevoorrechte milieus. Omdat kindertaalverwerving een
doorgaand ontwikkelingsproces is waarbij de grenzen niet nauwkeurig
afgebakend kunnen worden, is het belangrijk dat je op de hoogte bent van de lijn
in kindertaalverwerving bij 0 tot 8 jaar. Daarna heeft de leeservaring een invloed
op hun mondelinge taalontwikkeling. Door het lezen breiden kinderen hun
woordenschat en ervaringswereld uit.
Hoe leren kinderen taal?
Kinderen hebben net zoals volwassenen een bedoeling met taal. Met taal kun je
andere sturen. Jonge kinderen sturen zichzelf daarmee: ondersteunen ze pratend
hun spel en hun gedrag. Taal is in eerste instantie een sociale functie maar
daarnaast ook een middel om het denken te ordenen en te structureren. Dat
noemen we: cognitieve functie van taal.
Taalverwerving 0-4 jaar
Vanaf de 6de maand begint een baby te brabbelen. Geluidjes hebben nog geen
betekenis maar lijken al wel op woorden. Het andere half jaar beginnen de
geluidjes meer lijken op de taal die hij rondom zich hoort. Deze periode, waarin
nog geen sprake is van echt spreken wordt: prelinguale fase genoemd. Deze
duurt vanaf de geboorte tot het eerste jaar. Rond hun eerste verjaardag spreken
de kinderen hun eerste woordjes verstaanbaar uit.
De eenwoordfase eindigt gemiddeld rond de tweede verjaardag. Kinderen gaan
na deze periode woorden aan elkaar breien in telegram stijl (Zijntjes zijn op! → De
rozijntjes zijn op.)
Rond hun derde verjaardag gaan kinderen zinnen van meer woorden gebruiken.
De taalverwervingfase die dan volgt noemen we: differentiatiefase. Deze fase
ontwikkeld zich breed en kinderen praten over dingen die buiten het hier en nu
liggen. Kinderen worden zich bewust van sociale conventies, passen
grammaticaregels toe en krijgen zicht op woordverbuigingen en – vervoegingen.
Peuters en kleuters koppelen nieuwe woorden en begrippen aan ervaringen en
woorden die ze eerder hebben opgedaan.
Vervoegingen en verbuigingen leiden soms tot overreglarisatie Zinnen zoals: “Ik
loopte naar mama” of “Ik valde van de bank.” Hierin zie je dat het kind regels
van vervoegingen van zwakke werkwoorden heeft ontdekt en deze regels past hij
ook toe bij sterke werkwoorden.
Twee andere verschijnselen in de voorschoolse taalontwikkeling zijn overextentie
(overbereik) en onderextentie (onderbereik). Bij overextentie is als een dreumes
, Taaldidactiek – Nederlands – Toetsstof
alle oude dames met grijs haar begroet met “Hallo oma!”. We spreken van
onderextentie als een kind een overkoepelend begrip als “toetje” alleen van
toepassing laat zijn op het van hem bekende schaaltje yoghurt.
Aardbeienbavarois kent het kind nog niet als nagerecht.
Een veelbelovend leesbevroderingsprogramma met een positieve invloed op de
mondelinge taalontwikkeling van heel jonge kinderen is BoekStart. Dit
programma is ontstaan naar voorbeeld van BookStart in Groot-Brittannië.
BoekStart wil het lezen met baby’s en heel jonge kinderen bevorderen en ouders
met jonge kinderen laten genieten van boeken. Door vanaf de babytijd boekjes
te lezen en te praten over de afbeeldingen groeit het plezier in lezen, en
ontwikkelen kinderen in de voorschoolse periode ook hun woordenschat en
begripsvermogen.
Eenvoudige cognitieve taalfuncties hebben een beschrijvend karakter: ze geven
kenmerken aan die direct waarneembaar zijn. Benoemen (dat is een narcis),
beschrijven (ik ding de narcis plukken) en details geven (de narcis is geel.) zijn
eenvoudige cognitieve functies.
Voor de ontwikkeling van schoolse taalvaardigheden is het belangrijk dat
kinderen ook complexere cognitieve taalfuncties leren gebruiken om het denken
te stimuleren. Het gebruik van complexe cognitieve taalfunctie door oorzaak
gevolg aan elkaar te koppelen (als wij de bloem plukken, dan… De buurvrouw zal
het niet leuk vinden, omdat….)
Tweetalig opgevoed
Als een Fransman en zijn Nederlandse echtgenote in Nederland wonen en zij hun
zoon tweetalig willen opvoeden. Verdient de Franse taal extra aandacht. Het
spreken van een dialect of andere taal naast de standaardtaal heeft geen
negatieve invloed op het leren van Nederlands. Het zijn andere factoren die
mogelijk bepalen of het kind een taalachterstand oploopt.
Voor- en vroegschoolse educatie
De mondelinge taalvaardigheid ontwikkeld zich op natuurlijke wijze in de
voorschoolse periode. Toch verschillen de kinderen als ze op vierjarige leeftijd de
basisschool binnenkomen. Allochtone kinderen hebben een achterstand van twee
jaar. Voor een aantal autochtone is die achterstand een jaar. Dit is een
achterstand op cognitieve vaardigheden en taalvaardigheden.
Je kan op twee manieren werken aan de achterstand: door de ontwikkeling van
kinderen te stimuleren in de peuterspeelzaal en op de basisschool, of door de
omgeving waarin de kinderen opgroeien te verbeteren.
VVE programma moet aan de volgende eisen voldoen:
Ze beginnen op lage leeftijd met het programma (2 ½ jaar)
Ze krijgen intensieve begeleiding
Het programma heeft gestructureerde didactische aanpak
Het programma wordt uitgevoerd door speciaal opgeleid personeel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dewidv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.