100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Retailmarketing hoofdstuk 1,2,9,10,12,13,16,20t/m22 $4.76   Add to cart

Summary

Samenvatting Retailmarketing hoofdstuk 1,2,9,10,12,13,16,20t/m22

 145 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting retailmarketing jaar 2 CE Saxion Enschede

Preview 5 out of 38  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,2,9,10,12,16,20t/m22
  • January 31, 2016
  • 38
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
Retailmarketing

Hoofdstuk 1

1.1 Het begrip retailing

wat is retailing?  de directe afzet van goederen en diensten, aan
consumenten voor zover betaald uit het netto inkomen.
Directe afzet = rechtstreeks geleverd aan de consumenten zonder
tussenkomst van tussenhandel.

Bedrijven die wel gebruikmaken van tussenhandel doen aan
trademarketing. Zo niet dan retailmarketing.

De bestedingen moeten komen uit het Netto-inkomen: bruto-inkomen na
aftrek van sociale lasten en (loon)belasting.

Retailbestedingen kun je ruwweg onderverdelen in:
- bestedingen aan diensten door consumenten (bankdiensten,
verzekeringen, medische diensten en vakantiereizen
- bestedingen aan goederen door consumenten.
(detailhandelsbestedingen, ;loopt via detailhandel)

Retail=detailhandel (goederensector)+ verkoopdiensten
Alle aankopen van goederen en inkopen die de consument vanuit zijn vrij
besteedbaar inkomen doet.

1.2 Detailhandel

Detailhandel: dat gedeelte van de totale economische bedrijvigheid dat
zich bezighoudt met de verkoop van goederen direct aan consumenten.
Laatste schakel in de bedrijfskolom!! (voortbrengingsproces van product
naar consumenten)

Oer producenten
Handelsbedrijven
Producenten van halffabrikaten Collecteren/voegen samen
Producenten van eindproducten
Grossiers/leveranciers
Detaillisten Distribueren
Consumenten

Directe omgeving van detaillisten zijn de afnemers (consumenten) en de
toeleveranciers (grossiers). Toeleveranciers kunnen producenten van
eindproducten zijn die rechtstreeks leveren aan de detailhandel.
(grossiers/tussenhandelaren wordt steeds minder)

Bedrijfskolom is erg verschillend per product. Bijv. Cd’s en boeken, onderin
de bedrijfskolom tref je dan altijd een of meer vormen van detailhandel

,aan die het betreffende product in het assortiment heeft of hebben
opgenomen.

Oude functie van detailhandel: het herverdelen van de goederenstroom
van de producent naar de consument in de tijd, naar plaats en naar
hoeveelheid. (herverdeling was noodzakelijk door industriële revolutie 
massa productie ontstond)

De herverdeling in tijd: gaat over de voorraadfunctie in de
detailhandel; overbruggen van de periode tussen het gereedkomen van de
productie bij de producent en het tijdstip van aanschaf door consument.
(ongelijkheden tussen vraag en productie)

De herverdeling naar plaats: betreft de geografische
distributiefunctie; de plaats van de productie is slechts zelden dezelfde
als de plek van de consumptie. (goederen moeten naar de vraag worden
toegebracht)

De herverdeling naar hoeveelheid: heeft te maken met het oplossen
van de verschillen tussen de ‘outputhoeveelheid’ bij de producent en de
‘inputhoeveelheid’ bij de consument.

1.3 Functieverandering van de detailhandel

vroeger detailhandel: veel productspeciaalzaken: relatief kleinschalige
winkels die zich specialiseerden in een betrekkelijk smal assortiment 
houthandel, de kruidenier, de melkman.

Laatste decennia:
 Machtsverschuiving van de toeleveranciers van de detailhandel
(producenten van consumentenartikelen) naar de afnemers van de
detailhandel (consumenten).
Sellers markt naar buyers markt!
- de consument bepaald nu wat, wanneer en via welke winkels hij wil
afnemen.(wensen en behoeften van de klant)
 van speciaalzaak naar one-stop-shopping.
 Nu : vraagvoorziening. : verschuiving van industriele economie naar
een diensteneconomie: de detailhandel is geen dozenschuiver meer
ten behoeve van de industrie, maar een dienstverlener ten
behoeve van de consument. ;functie bestaat niet meer uit het
herverdelen van een productiestroom, maar veel meer uit het voorzien in
de vraag van de consument. Bij deze functie (vraagvoorziening) moeten
wel degelijk de distributie aspecten worden betrokken, maar zij vormen
niet meer het enige aspect.

De functie van de detailhandel is veranderd van ‘herverdeler naar tijd,
plaats en hoeveelheid van een product’ tot leverancier van op de
consumentenbehoefte afgestemde, vraagverwante assortimenten in een
daartoe passende aanbodsomgeving’.

,Elementen waarmee retailer inspeelt op de consumentenbehoefte 
marketingmix.
 marketingfunctie is tegenwoordig belangrijker dan de distributiefunctie.



Functieverandering detailhandel (2) (staat niet in boek)
Minimaliseren van de vind- of zoekkosten van de consument
> Narigheid m.b.t. het kopen (verplaatsing, prijs, -> kosten van het
winkelen)
> Opbrengst m.b.t. het kopen (plezierig winkelen)
> Per saldo zo positief mogelijk!!
Dus: Opkomst e-buying vanuit consument perspectief!
Maar ook voor de producent van belang -> kostenbesparing: Dell,
Platenmaatschappijen, Reisorganisaties

1.4 Consequenties van de functieverandering in de detailhandel

De verandering van productherverdeler naar vraagvoorziener heeft
consequenties gehad voor de hedendaagse detailhandel.
 uitbreiden van moeilijkheidsgraad van detailhandel: succesfactoren
bestonden niet alleen uit productkennis en distributieve vaardigheden,
maar moesten worden aangevuld met kennis van de
consumentenbehoefte, inzicht in de trends, kennis van
inkoopmethodieken, kennis van methoden om met de consument te
communiceren etc.

oude en nieuwe bedrijfskolom: (doe het zelf branche)




In de oude bedrijskolom bevond de
detailhandel zich grotendeels in slechts 1 kolom, namelijk in de
productielijn waar men zich specialiseerde. De consument die zelf wilde
klussen moest alle winkels apart af. (tijdrovend en duur). Omdat de
winkels klein waren, konden de goederen zelden rechtstreeks worden
betrokken van de consument  ontstond een tussenhandel. (grossier
heeft distribuerende functie)

,In de nieuwe bedrijfskolom staat de behoefte van de consument centraal.
De detailhandel biedt een op de vraag van de consument afgestemd
assortiment. Vraagverwant: een op brede consumentenbehoefte
afgestemd assortiment).

Gaat niet meer om het verkopen van producten die in de markt aanwezig
zijn, maar het aanbieden van de producten die de klant wenst.  kan ook
door ontwikkelen van eigen retailmerken en –productie. (private labels of
huismerken). Als de retailer niet kan voldoen aan de eisen die de nieuwe
bedrijfskolom stelt, dan kan hij zich laten assisteren door grossier. (grossier
heeft verzamelende functie) bijv: franchisegever: een toeleverancier van
de detailhandel die niet alleen delen van het assortiment aanlevert maar
ook onderdelen van de marketingmix overneemt: winkelinrichting,
promotie, schappen-plannen en uiteindelijk een volledige formule.

(producenten die delen van detailhandelsfunctie overnemen)
Voorwaartse integratie: Benetton, The Body Shop, Levi’s, Mango, MEXX,
Rituals en ZARA.
(retailers die delen van grossiers- of producentenfunctie overnemen)
Achterwaartse integratie: Albert Heijn, Gap, HEMA, H&M, IKEA, WE.

1.6 Marketing en retailmarketing

Het begrip marketing: het inspelen op de wensen en behoeften van de
klant aan de hand van de marketingmix.

Totale terrein van marketing is nu opgedeeld in deelspecialismen:
Industriële marketing, b2b-marketing, dienstenmarketing, non-
profitmarketing en consumenten marketing.  deze is belangrijk bij dit
onderwerp.
Consumentenmarketing: alle marketinginspanning die gericht zijn op
de behoeftebevrediging van de finale consument.
Bij consumentenmarketing maken we verschil tussen trademarketing en
retailmarketing.
Trademarketing (Unilever, Procter Camble, Douwe Egberts)  gericht op
de afzet van producenten aan de tussenhandel en retailers in de
goederensfeer.
Retailmarketing (AH, Media Markt, Rabobank)  gericht op de afzet van de
retailers aan de finale consument.

Verschillen tussen trade marketing en retailmarketing
Marketing  wensen en behoeften van de klant
Consumentenmarketing  4 p’s
Retailmarketing  6 p’s: + presentatie en personeel.
!! Trademarketing  valt onder de afdeling sales van Coca Cola, hoe zet ik
mijn producten het beste in het schap?
Tentamen: verschil tussen trade en retailmarketing
1.fysieke distributie
2. doelgroep: bekend vs. Onbekend (bij trade bekend)

, 3. productportfolio is smal (trade) bij retail is die breed.
4. marketingmix is verschillend!! Kijk sheets intern(trade) en extern (retail)
(sheets)

1. Fysieke distributie trade: locatiebelslissing/afzetkanaal, retail: zelf
afzetkanaal.
2. Doelgroep bekend vs. Onbekend
3. Productportfolio is smal vs breed
4. Marketingmix is verschillend. Externe marketingmix ( gericht op het
wekken van de belangstelling voor de formule
naamsbekendheid,imago) interne marketingmix (gericht op het
omzetten van de opgewekte belangstelling in feitelijk koopgedrag)



DE MARKETINGMIX!!!


Intern:
Presentatie
Physieke distributie
Personeel & Productiviteit
-> Gericht op de effectiviteit van de winkel (outlet)
Als verkoopmachine!


Extern:
Publiek
Product
Prijs
Plaats
(Afzetkanaal vs. Vestigingsplaats)
Promotie
-> Gericht op imago /naamsbekendheid
-> Belangstelling opwekken, traffic genereren

 GOED KENNEN EN KUNNEN TOEPASSEN!!!

Hoofdstuk 2
Goederenretail in Nederland
Functionele detailhandelsbestedingen: gedeelte van de totale
particuliere consumptie dat via bedrijven met een geheel of gedeeltelijk
detailhandelsfunctie wordt afgezet.
De particuliere consumptie bestaat uit 3 categorieen:
- Levensmiddelen (food voedings/genot)
- Duurzame en overige goederen (nonfood)
- Diensten

Institutionele detailhandel : alle ondernemingen waarvan de
hoofdactiviteit bestaat uit het bedrijven van detailhandel. Voorbeeld:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annehuls. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.76
  • (0)
  Add to cart