100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Goederenrecht P2 $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Goederenrecht P2

 146 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcollege's en literatuur samengevat in één document. Met dit document alle tentamens in één keer gehaald.

Preview 2 out of 11  pages

  • February 1, 2016
  • 11
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
Inleiding goederenrecht

Week 1




Goederenrecht en verbintenissenrecht samen = vermogensrecht
Verbintenissenrecht: op geld waardeerbare relatie tussen rechtssubjecten
(natuurlijke personen of rechtspersonen)
Goederenrecht: op geld waardeerbare relatie tussen een rechtssubject en een
rechtsobject (= goed)

Goederen = alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW)
- zaken (art. 3:2 BW  art. 3:2a BW) Boek Phillips is verschenen VOOR artikel a
in de wet kwam.
roerend = zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond
verenigde beplanting, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de
grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door de vereniging met andere
gebouwen en werken. (portacabin arrest)
onroerend = alle zaken die niet onroerend zijn(3:3 BW)
- bestanddeelvorming Art. 3:4 BW: (arrest fabriekshalapparatuur)
lid 1 –op grond van verkeersopvattingen = moet met elkaar functioneren.
(computer en beeldscherm kunnen niet zonder elkaar) Open normen, kunnen in
de loop der jaren veranderen.
lid 2 – op grond van materiele gehechtheid = wanneer het bestandsdeel weg
wordt gehaald en er schade ontstaat (badkamer met ingebouwd ligbad. Als dit
wordt weggehaald heel badkamer schade)

, Bestanddeel vormt qua kwalificatie de hoofdzaak. (huis is onroerend, badkamer
dus ook. Fiets is roerend, fietsbel dus ook)
- vermogensrechten ( art. 3:6 BW)
- eigendomsrecht
rechten op een naam of toonder

Indeling vermogensrechten

Absolute rechten = rechten die een persoon op een goed kan hebben. Kan
zowel het recht op een zaak als het recht op vermogen zijn. Geldt voor iedereen.
De rechthebbende kan bepalen wat hij met het goed doet.
Er zijn 8 absolute rechten:
1. Vruchtgebruik ( art 3:201 BW) = beperkte rechten
2. Pand (art. 3:227 BW) = beperkte rechten
3. Hypotheek (art. 3:227 BW) = beperkte rechten
4. Eigendom ( art. 5:1 BW) = Volledige rechten
5. Erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW) = beperkte rechten
6. Erfpacht (art. 5:85 BW) = beperkte rechten
7. Opstal (art. 5:101 BW) = beperkte rechten
8. Appartement (art. 5:106 BW) = beperkte rechten

Absolute rechten hebben 4 kenmerken:
- Zaaksgevolg (= het absoluut recht op een goed blijft bestaan, ook al bevindt
dat goed zich niet meer in de macht van de rechthebbende. )
- Prioriteitsbeginsel (= Wanneer er meer dan één absoluut recht op een goed rust
gaat het oudere absolute recht vóór het nieuwere absoluut recht)
- Bevoorrechte positie (= mag eigendom terugpakken bij een faillissement
- Exclusiviteit (= Iedere derde moet zich onthouden van inbreuk, niemand heeft
het recht iets te doen met een eigendom van een ander. Het is op iedereen van
toepassing)
of
Relatieve rechten = persoonlijke rechten. Rechten die slechts tegenover een
bepaalde persoon werken; gelden niet voor een ieder.
- Vorderingsrechten

Absolute rechten zijn onder te verdelen in:
Volledig recht
- Eigendomsrecht
- Zakelijk recht
Beperkte rechten
- Genotsrechten = rechten die de rechthebbende gebruiksgenot verschaffen
van de zaak of het recht waarop ze rusten
- Zekerheidsrechten = rechten die de rechthebbende zekerheid bieden ter
voldoening van een vordering die hij op een schuldenaar heeft; de
rechthebbende is dus niet bevoegd om het goed waarop zekerheidsrecht rust te
gebruiken. ‘zekerheid met terugbetaling van’

Registergoederen en niet- registergoederen
Registergoederen (art. 3:10 BW) = in de eerste plaats goederen waarbij voor

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nicoletjex. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart