Onderwijskunde B1a
Samenvatting artikel 3: Enkele modellen voor waardeopvoeding
1. Inleiding
In dit artikel staan enkele pedagogische modellen centraal waarmee het moreel
besef van kinderen kan worden ontwikkeld. Deze modellen worden kort besproken
waarbij we op enkele sterke en zwakke punten wijzen. Aan het einde van dit artikel
zullen we zien wat hun functie voor het kind in de basisschoolleeftijd kan zijn, of er
beperkingen zijn aan te geven en aan welke eisen een alternatief model moet
voldoen. Daarin moeten de voordelen van de besproken modellen worden
meegenomen en het moet meer voldoen aan de eisen die aan een
waardeopvoeding, die de gehele persoon van het kind tot uitgangspunt neemt,
kunnen worden gesteld.
2. Het overdrachtsmodel
Bij waardeoverdracht heeft men de bedoeling waarden in te prenten. Dit gebeurt
door kinderen te late meedenken en – doen in menselijke praktijken, door
meeslepende verhalen met een morele les te vertellen, door gewoontevorming,
instructie, aanmoediging, straf en beloning. ‘Jij moet weten wat goed en slecht is en
dat zal ik je vertellen’, is het adagium van waardeoverdracht. Doel ervan is kinderen
in te lijven in een gemeenschap. Ze worden met liefde of anderszins overreed om
bepaalde dingen te doen en normen worden opgelegd.
Dit model is enige tijd in diskrediet geweest. Overdracht van normen en waarde
werd gezien als verwerpelijke indoctrinatie. In een wereld waarin sprake is van oude
morele problemen die verdwijnen en nieuwe die zich aandienen, gaat het niet om
het overdragen van traditionele opvattingen. In een multiculturele en snel
veranderende samenleving moet het kind worden opgevoed tot zedelijke
zelfstandigheid, het moet juist op zijn eigen waarden en normen en die van de
samenleving kunnen reflecteren.
3. Het verhelderingsmodel
Waardeverheldering werd als een goed alternatief gezien van waardeoverdracht.
Hierbij gaat het erom jonge mensen bewust te maken van hun handelen door
kritische reflectie daarop. Ze worden zich zo meer bewust van zichzelf. De
gedachte die achter dit model steekt is dat het onderwijs geen vormende taak
heeft ten aanzien van waarden en normen. Wel kan het tot de taak van
onderwijsgevenden worden gerekend om reeds aanwezige waarden en normen te
verhelderen. Dat gebeurt dan door kinderen objectief en neutraal te informeren
over de verschillende opvattingen die er zin en daarover van gedachten te wisselen.
Dus door in de school gesprekken tussen leerlingen te arrangeren. De
vooronderstelling is daarbij dat de verschillende opvattingen aan elkaar
gelijkwaardig zijn.
, 4. Is waareoverdracht altijd indoctrinatie?
Is overdracht van normen en waarden in alle gevallen gelijk te stellen aan
indoctrinatie? Volgens ons is dat niet het geval. Een kind moet van jongs af aan
worden ingeleid in de gewoonten en gedragswijzen van het gezin waarin het
opgroeit, in gebruikelijke wijzen van omgang tussen mensen en in de regels van onze
samenleving. Een mensenkind heeft mensen nodig die het kind uitnodigen en
uitdagen om mee te doen in menselijke praktijken, opdat het volwassen worden,
zelfstandig aan die praktijken deel kan nemen. Een kind moet eerst worden ingelijfd
in onze samenleving. Onontkoombaar is dus dat het kind, om later volwaardig mee
te kunnen doen, basisvaardigheden en –inzichten aangaande de menselijke
bestaanswijze moeten verwerven. Het dwingende karakter dat dit met zich
meebrengt, is niet te vermijden omdat daarmee het fundament wordt gelegd voor
verdere groei in latere jaren. Op basis hiervan doet zich dan later de mogelijkheid
voor het kiezen tussen alternatieven.
Kinderen moeten dus als ze jong zijn worden getraind om later deel te kunnen
hebben aan de samenleving. Eerst op basis hiervan kunnen ze komen tot het kritisch
reflecteren op datgene wat is geleerd, op eigen gewoonten en de morele keuzen
die ze maken.
Bij indoctrinatie maken opvoeders bewust geen gebruik van een mogelijkheid die
kinderen, leerlingen, volwassenen inmiddels al wel bezitten en waarop een beroep
kan worden gedaan.
5. Waarderelativisme en het verhelderingsmodel
Het verhelderingsmodel is, in het licht van bovenstaande, voor jonge kinderen
minder geschikt en voor zeer jonge kinderen al helemaal niet. Het kan in geen geval
het enige model zijn in de interactie tussen onderwijsgevende en leerlingen.
Nadenken en beargumenteren leert dit model. Het veronderstelt dat er bij de pupil
al moreel besef aanwezig is. Naar aanleiding van een moreel probleem waarmee
leerlingen worden geconfronteerd, expliciteren zij hun eigen waarden en gevoelens,
horen aan wat de opvattingen van anderen zijn, vergelijken deze met de hunne en
discussiëren daarna met elkaar in de groep om een zekere consensus tot stand te
brengen. Heel nadrukkelijk tracht men dus bij het verhelderen van waarden een
indoctrinatie te vermijden en spoort men de leerlingen aan om de eigen morele
gevoelens en waarden te overdenken en deze in gesprek te brengen. Op die
manier krijgen leerlingen inzicht in de pluriformiteit aan waarden in onze
samenleving.
Hierdoor is dit model tegelijkertijd wat vrijblijvend. Richtlijnen krijgen de leerlingen
niet, het belang van bepaalde waarden voor het menselijk samenzijn wordt hen niet
ingeprent. Van de leerkracht wordt een terughoudende opstelling verwacht, hij zo zij
is primair gespreksleider, waardoor de discussie in de groep het gevaar loopt niet
veel verder te komen dan de beste individuele bijdrage. Een keuze wordt daardoor
gauw een kwestie van persoonlijke smaak, wat tot waarderelativisme kan leiden. De
noodzaak ome en consensus tot stand te brengen leidt bovendien snel tot een
situatie waarin een populaire of goedgebekte meerderheid de doorslag kan geven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomaslegebeke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.