In dit document vind je een samenvatting van alle hoorcolleges van het blok IZ (intramurale zorg). Hierin zitten een paar tips en uitroeptekens bij onderwerpen/opsommingen/theorie waarvan ik weet dat het belangrijk is.
Hoorcolleges blok intrameurale zorg (IZ)
- LEES DE KNGF RICHTLIJNEN, HIER WORDEN VEEL VRAGEN OVER GESTELD OP DE HU!
- TEVENS OVER DE ARTIKELEN DIE VOORBIJ KOMEN IN DE LESSEN!
Hoorcollege 1: Hartactiviteit
Leerdoelen
1. Je kunt het proces van prikkelvorming en -geleiding in het hart beschrijven en kan verklaren
hoe ectopische prikkels kunnen leiden tot problemen in het functioneren van het hart.
2. Je kunt beschrijven hoe een elektrocardiogram (ECG) tot stand komt, en het patroon van
het standaard-ECG verklaren.
3. Je kunt de fasen van de hartcyclus beschrijven en het drukverloop in de verschillende
compartimenten van hart en uitstroomvaten tijdens de hartcyclus verklaren
4. Je kunt beschrijven hoe de hartactie wordt geregeld
5. Je kunt het functioneren van de coronaire circulatie uitleggen
Hartactiviteit
• Opfrissen basiskennis
o Bloedsomloop en hart
• Coronaire circulatie
• Regeling hartactie
o Slagvolume en hartfrequentie
• Prikkelvorming en geleiding
o Hartspierweefsel/myocard
o ECG
• Hartcyclus
Bloedsomloop
Uit welk compartiment van het hart komt de a. pulmonalis?
• Komt vanuit rechterventrikel en gaat naar de longen om O2 te krijgen
Vervoert deze O2 arm of O2 rijk bloed?
• Zuurstof arm bloed tot de longen
Fasen hartcyclus – hartkleppen
Fasen:
De hartcyclus bestaat uit een aantal fasen:
• Isovolumetrische (contractie) fase
• Ejectiefase
• Isovolumetrische relaxatiefase
• Vullingsfase van de hartkamers
- welke kleppen zijn open tijdens de ejectiefase?
Ejectiefase = tijdens deze fase is de druk in de hartkamers zo hoog geworden dat de
halfmaanvorminge kleppen (=semilunaire kleppen) opengaan en bloed uit ventrikels gepompt worden
naar de longslagader (a. pulmonalis) en aorta (afhankelijk van linker of rechter ventrikel)
- AV-kleppne zijn gesloten en halfmaanvormige kleppen zijn open.
Isovolumetrische contractie fase: wel contractie maar wel kleppen gesloten
,Diastole (=ontspannen) en systole (=contractie)
Diastole Ventrikels ontspannen, bloed
stroomt naar binnen
- AV-kleppen zijn open
Coronaire circulatie
- vanuit aorta:
• Linker coronair arterie: heel groot gebied waar
bloed heen gaat, hier zit linker ventrikel
• Rechter coronair arterie: voorziet rechter deel van
het lichaam.
• Komen beide uit de aorta, zitten vlak achter de
kleppen. Dus bij diastole dan kan coronair
circulatie goed doorbloedt worden. Anders zitten
de kleppen in de weg.
Hart werkt aeroob, dus nodig om voldoende zuurstof te
vervoeren. Bij een hartinfarct krijgt een deel van hart geen
zuurstof meer. Afhankelijk van locatie kan het
levensbedreigend zijn.
Ischemie = verminderde bloedvoorziening naar organen
of weefsels met als gevolg geen tekort aan zuurstof en
voedingsstoffen.
➔ Katherisatie en dotteren of operatie
Coronair circulatie haalt ongeveer 70% van zuurstof uit het
bloed. Bij inspanning gaat hetzelfde % van het
hartminuutvolume naar het hart in rust (4-5%), maar gaat
wel meer bloed naar toe omdat HMV toeneemt.
Via sinus coronarius is een groot verzamelbloedvat
zodat het bloed terug naar rechter atrium kan komen.
Hartactiviteit
- HMV = slagvolume x hartfrequentie
- HMV in rust 5 L/min
- Bij dynamische inspanning toename tot 25 L / min of meer (o.i.v. sympatische zenuwstelsel)
- Slagvolume in rust bijv. 80 ml., einddiastolisch volume 120 ml. Dan ejectiefractie = weggepompt /
aanwezig bloed = 80/120 = 67%. Blijft altijd bloed achter in het hart. Een getraind persoon kan een
toename van 40L/min.
Slagvolume
- Grotere ventrikels vullen zich met meer bloed
o Meer bloed per slag wordt weggepompt
o Met duursport wordt je ventrikel groter zodat meer bloed kan wegpompen
- Sterkere hartspieren hebben een grotere contractiekracht = contractiliteit
o Kunnen meer bloed per slag wegpompen
, o Bij krachtsport kan wand dikker zijn waardoor grotere contractiekracht kan
bewerkstelligen.
- Onder invloed van het zenuwstelsel, het sympaticus –> groter slagvolume
- Frank-Starlink principe
Frank-starling curve /
Ventrikelfunctie curve
Naar einddiastolisch volume
(EDV): aanwezig aan eind van
rustfase (diastole) voordat
kleppen open gaan, lijken
samen te hangen met de
arbeid die hart kan verrichten
(slagvolume). Bij grotere
volume van hart, groter
slagvolume dat wordt
weggepompt. Komt door
overlap myosine actine.
Bepaalde lengte van spier gaf
maximale contractiekracht.
Kan beter contractiekracht
krijgen als hart iets meer
opgerekt worden -> meer
kracht -> meer slagvolume.
Lagere contractiliteit (onder a) kan aan eind zelfs naar beneden gaan -> hartfalen > hoe meer vulling =
meer wat niet kan worden weggepompt -> bloed hoopt zich op in het hart.
Hartfrequentie
- prikkel ontstaat in sinusknoop = SA-knoop bovenin rechter atrium
- intrinsieke hartfrequentie – eigen frequentie hart
- 100/110 per minuut – in geisoleerd hart vanuit sinusknoop, maar door invloed zenuwstelsel
en stofjes in bloed is het lager (50-80)
- hartfrequentie: sinusritme normaal gesproken
- rust: 50-80 slagen per minuut
- maximaal: 220-leeftijd
- niet trainbaar, neemt wel af door ouderdom
- invloed van onder andere: inspanning, stress en ontspanning
Beinvloeding hartactiviteit door het vegetatieve zenuwstelsel – HF en SV
• Sympaticus: hartactiviteit neemt toe bij o.a. inspanning
• Parasympaticus: hartactiviteit neemt af
Invloed van vegetatieve zenuwstelsel op potentiaal sinusknoop
Afhankelijk van snelheid waarmee depolarisatie van het hart
optreedt. Als drempelwaarde gepasseerd wordt is in sinusknoop
signaal geactiveerd.
- Situatie a; langzame depolarisatie, spontane depolarisatie
in de sinusknoop zelf. En boven drempelwaarde krijg je
actiepotentiaal
- Situatie b: toename sympatische stimulatie -> snellere
depolarisatie -> eerder boven drempelwaarde komt en dus
eerder signaal maakt en kan doorgeven aan de rest van
het hart. Hartfrequentie gaat omhoog.
- Situatie c: gaat langzamer -> langer tot drempelwaarde en
actiepotentiaal komt -> lagere hartfrequentie. Ligt al lager
dus grotere afstand tot drempelwaarde.
, Hartwand en hartspierweefsel
Dwarsgestreept spierweefsel, anders dan bij het
skeletweefsel.
Beide zijn dwarsgestreept en er is een verschil in
de manier waarop prikkeloverdracht plaatsvindt.
Bij skeletspierweefsel wordt elke spiervezel vanuit
een neuron geprikkeld. Dat gebeurt via diffusie
van neurotransmitter in de motorische eindplaat.
Dat is indirecte prikkeloverdracht.
Bij hartspierweefsel begint de prikkel in de
Sinusknoop = SA-knoop. Vervolgens verplaatst
de prikkel zich van hartspiercel naar hartspiercel
via de nexusverbindingen. Dat is directe
prikkeloverdracht.
Het hart werkt als syncitium.
- Veel mitochondrien in het
hartspierweefsel -> veel productie ATP -> veel energie
Geleidingssysteem hart: potentiaalverandering verschillende hartspiercellen
Sinusknoop -> rechter en linker atrium -> AV-knoop -> pauze = eerste atrium contraheren en daarna
pas ventrikel, extra vulling. -> ventrikels contraheren via signaal van Bundel van His -> verspreid naar
netwerk kleine vezels (purkinjevezels) -> ventrikelspiervezels.
- AV kan SA overnemen maar dan krijg je lagere frequentie. Pacemaker is een SA-knoop.
ANIMATIES
Animatie 10.1 – Prikkelgeleiding hart
Sinusknoop -> AV-knoop -> bundel van his -> bundeltakken -> purkinjevezels
70 actiepotentialen per minuut -> myocard atria -> atrioventriculaire knoop -> langzamere
prikkelgeleiding voor bloedstroom effectief van atrium naar ventrikel. Als sinusknoop uitvalt gaat AV-
knoop door maar krijg maar 30-40 actiepotentielen.
Animatie 10.2 – Hartcyclus
Vena = vaten naar het hart toe
Arteria = vaten van het hart af
Vena cava superior en inferior stroomt in binnen rechter atrium. Contractie naar het rechterventrikel.
Via linker en rechter arteria pulmonalis.
Zuurstofrijk bloed gaat via de linker en rechter vena pulmonalis naar het linker atrium naar linker
ventrikel -> aorta ascendens en arcus aorta -> lichaam
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dionne147. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $11.68. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.