Inleiding In De Pedagogische Wetenschappen (FSWE1022A)
All documents for this subject (35)
Seller
Follow
esmévangeldorp1
Content preview
Onderwijsgroepen PGO
Probleem 1: Nature? Nurture?
Literatuur
Genetische aanleg en pedagogische omgeving (Bakermans-Kranenburg & Ijzendoorn, 2016)
Het naaldje van de kous? Halfweg ontwikkelingspsychologische kennis en pedagogische
bemoeizucht (Breeuwsma, 2008)
Pedagogische stromingen (Van der Horst et al., 2020)
Wat is pedagogiek? (Van der Horst et al., 2020)
Tweelingen, genen, omgeving en gedrag (Geus, 2001)
Reageren tweelingbaby’s hetzelfde op hun omgeving? (NTR, 2003)
The Minnesota Adoption Studies: Genetix Differences and Malleability (Scarr & Weinberg,
1983)
Structuuropzet
Leerdoel 1: Wat is nature? Wat is nurture?
Nature; aangeboren: genen en erfelijkheid
In ruime zin: alle invloeden die tot en met de geboorte werkzaam zijn en het
ontwikkelingsverloop van het individu bepalen
Invloeden van de zwangerschap (bijv. infecties)
Invloeden van de geboorte (bijv. zuurstoftekort)
In engere zin: erfelijke informatie in de genen en chromosomen, aanleg
Fenotype: observeerbare kenmerken
o Bijv. IQ, oogkleur, of het type gehechtheidsrelatie van kind met ouder
Genotype: wat in de genen zit
Je kan genetisch krullend haar hebben, maar het steil maken met een stijltang
Nurture; aangeleerd: omgeving en ervaring bepaalt
Er zijn 3 soorten omgevingen
Culturele overdracht
o Gewoontes vanuit de cultuur/familie
Gedeelde omgeving
o De omgeving die wordt gedeeld met anderen
Bv. ouders of school
Niet-gedeelde omgeving (uniek)
o Invloed van eigen kind
Het gedrag van een individu wordt door zowel nature als door nurture bepaald.
Combinaties van nature en nurture:
Gehechtheid
Ontwikkeling
,Leerdoel 2: Wat zijn de belangrijkste standpunten van beide stromingen m.b.t.
pedagogiek/opvoeding en welke denkers horen bij die standpunten?
De twee stromingen
1. Theorieën met een biologisch primaat = nature
2. Leertheorieën = nurture
Stroming 1: Nature
Descartes
Rationalist
Alles is aangeboren
Natuur is van invloed op alles (kennis, leren en gedrag)
Rijpingstheorie: gedragskenmerken staan vast bij de geboorte, door rijping verder
ontwikkeld
‘’De razendsnelle manier waarop kinderen hun moedertaal verwerven kan alleen
verklaard worden als aangenomen wordt dat kinderen als ze ter wereld komen al
begiftigd zijn met een universele grammatica.
Staat tegenover Locke
Rousseau
Aangeboren goedheid de maatschappij heeft een slechte invloed
Te veel bemoeienis met de toekomst van een kind belemmert de natuurlijke
ontwikkeling
Prototypische ontwikkeling (zelfwerkzaamheid)
o Kind zelf leren denken
o Mogelijkheden vrij laten
Leeftijdsgebonden fases (overeenstemming met Pagiet)
Voorstander nature, maar erkent nurture. Er is namelijk wel invloed van de
omgeving.
Stroming 2: Nurture
Watson
Leertheorie (kind leert gedrag aan) ‘’Ik kan elk gezond kind elk mogelijk
specialisme leren’’
Verbonden aan behaviorisme maakbaarheid van het kind. Dus niet natuurlijke
processen, maar omgevingsinvloeden. Hij werkte de ideeën van Locke verder uit.
Combinatie van beide stromingen
Locke
Een kind is ‘tabula rusa’ een schone lei/onbeschreven blad (dit gaat alleen over de
kennis, het karakter is wel aangeboren)
o Dit blad wordt beschreven door alle ervaringen in zijn leven. Zijn theorie is
een voorloper van het behaviorisme (waarneembaar gedrag)
Verlichting
Piaget
Ontwikkelingspsycholoog en bioloog
Leeftijdsgebonden fases (overeenstemming met Rousseau)
Ontwikkeling is een zichzelf ontvouwend proces dat afhankelijk is van input van
buitenaf, maar niet bepalend. Het kind geeft zelf aan, aan een nieuwe stap toe te
zijn. In de ontwikkelingsfases verwerkt een kind info van buitenaf op een
voorgeprogrammeerde manier.
, Ook nurture invloeden doordat hij in zijn biologische ontwikkelingstheorie beschrijft
voortdurend te streven naar even een evenwicht tussen individu en omgeving.
Erasmus
Leren via imitatie (nurture)
Van nature neiging naar het kwaad
o Kinderen worden geboren met erfzonde, maar ze kunnen nog gekneed
worden door de omgeving naar iets goeds (nature en nurture)
Humanisme
o Individuele ontplooiing
Leerdoel 3: Wat is erfelijk en wat is aangeleerd, en hoe kun je dat meten?
Tweelingdesign
Onderzoeken in hoeverre tweelingen overeenkomen in een bepaalde eigenschap
Nature eigenschappen bij eeneiige tweelingen zijn significant groter dan bij
eeneiige tweelingen
Nurture gemiddelde overeenkomst van een eigenschap tussen beide tweelingen
zijn hetzelfde (verschil in genetische overeenkomst bij eeneiige tweeling heeft geen
invloed
Vergelijken eeneiige en twee-eiige tweelingen
Eeneiig: invloed groter, dus nurture 100% zelfde genen
Twee-eiig: invloed gelijk, dus nature gem. 50% gedeelde genen
Nederlandse tweelingen-register
Tweelingen bekend zijn aangemeld
Vragenlijst los van tweeling invullen
Adoptiedesign
De overeenkomsten in gedrag worden vergeleken tussen niet-genetische personen die in
dezelfde omgeving opgroeien en genetische personen die in een verschillende omgeving
opgroeien
Nature Wel genetische personen, maar opgegroeid in verschillende omgeving
Nurture Niet genetische personen, maar in dezelfde omgeving opgegroeid
Dit onderzoek is niet betrouwbaar, want de situatie van de adoptieouders zou hetzelfde
kunnen zijn als de situatie van de echte ouders
Onderzoek Heston: schizofrenie
13% van kinderen met een schizofrene ouder wordt zelf ook schizofreen. Kinderen met
een schizofrene moeder die direct na de geboorte werden weggehaald en door een
ander gezin geadopteerd, daarvan werd 11% ook schizofreen. Adoptiekinderen met
geen schizofrene ouders leidt tot geen een kind die later schizofreen is.
Conclusie schizofrenie is nature en geen nurture
Familiedesign
Vergelijken broers/zussen/familieleden
Zelfde eigenschap? erfelijk
Naaste familie vertoont zelfde kenmerken, hoe verder weg de familie is, hoe minder dezelfde
kenmerken worden vertoond
Belangrijke uitkomsten van de onderzoeken
, Temperament, IQ, stoornissen (schizofrenie) en probleemgedrag meer nature
Kwaliteit gehechtheid meer nurture
Kritiek op designs: Evironmentalisten op genetici
Er is geen antwoord op de manier waarop genen het gedrag beïnvloeden, en de genetici
erkennen dit.
De resultaten van de onderzoeken zijn verkeerd geïnterpreteerd, zodat het in het voordeel
van de erfelijkheid was.
Onjuist interpreteren van statistische maten, te snel verbanden leggen en conclusies trekken
Antwoorden leerdoelen
Leerdoel 1: wat is nature en wat is nurture?
Nature is een stroming die gelooft dat gedrag e.d. aangeboren is , terwijl het er bij nurture
om gaat dat de omgeving hier meer invloed op heeft.
Leerdoel 2: Wat zijn de belangrijkste standpunten van beide stromingen m.b.t.
pedagogiek/opvoeding en welke denkers horen bij die standpunten?
Nature: Rousseau (natuur van kind), Descartes (rijping van aangeboren kenmerken), Piaget
(ontwikkeling als zelfontvouwend proces).
Nurture: Locke (tabula rasa), Erasmus (leren door imitatie combinatie erfzonde), Watson
(juiste methode, juiste kind).
Leerdoel 3: Wat is erfelijk en wat is aangeleerd, en hoe kun je dat meten?
Erfelijk/Nature: IQ, temperament, stoornissen en probleemgedrag
Aangeleerd/Nurture: gehechtheid
Tweelingstudie: kijken naar overeenkomst binnen een tweeling, zowel eeneiig als twee-eiig.
Wanneer de overeenkomst bij een eeneiige tweeling groter dan is iets genetisch. Als er
sprake is van weinig verschil , dan gaat het om de omgeving.
Adoptiestudie: adoptie kind vergelijken met biologische ouders en adoptie ouders. Wanneer
het kind meer op de biologische ouders lijkt is het genetisch en wanneer het kind meer op de
adoptieouders lijkt is het vanwege de omgeving.
Toepassingsopdracht
Maak een onderzoeksopzet met betrekking tot de volgende vraag:
In hoeverre is muziekvoorkeur erfelijk?
Adoptiedesign
Twee soorten vragenlijsten, namelijk een met betrekking tot de muziekvoorkeur en een met
betrekking tot omgevingsfactoren. Zowel kinderen, de biologische ouders en de adoptieouders zullen
beide vragenlijsten in moeten vullen, waarna een conclusie getrokken kan worden.
Nature kenmerk van mezelf: oorproblemen
Nurture kenmerk van mezelf: topsport
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmévangeldorp1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.70. You're not tied to anything after your purchase.