Geneeskund
ige
ziekteleer
van de
huisdieren II
anne swanenberg
,Inhoud
Gastro-intestinale aandoeningen...........................................................................................................2
Klinische symptomen van GI problemen + diagnostische benadering................................................3
Ziekten van de mondhote...............................................................................................................3
Ziekten van de slokdarm.................................................................................................................3
Ziekten van de maag.......................................................................................................................6
Ziekten van de darm.....................................................................................................................11
Ziekten van de exocriene pancreas insufficiëntie (EPI).................................................................18
Ziekten lever en galgangen...........................................................................................................20
leveraandoeningen.......................................................................................................................20
Endocrinologie......................................................................................................................................27
Urologie en nefrologie bij de KHD ziekten en syndromen van het urinair stelsel – acute nierschade/
acute renal failure................................................................................................................................46
Urineweginfecties.............................................................................................................................56
Mictiestoornissen.............................................................................................................................64
Splenomegalie en lyfadenopathie....................................................................................................67
Groeiachterstand bij hond en kat.....................................................................................................69
Koorts van onbekende oorsprong /FUO (fever of unknown origin).................................................69
Polyartritis........................................................................................................................................70
Hypertensie......................................................................................................................................71
Klinische voeding..................................................................................................................................73
Informatie vorige semester..............................................................................................................73
GI problemen........................................................................................................................................83
Diabetes mellitus en dieet................................................................................................................91
Dieet bij urolithiasis..........................................................................................................................94
Hematologie.........................................................................................................................................99
erythrocytose...................................................................................................................................99
Stollingsstoornissen........................................................................................................................101
Afwijkingen van de leukocyten.......................................................................................................107
Bloed- en plasmatransfusie............................................................................................................110
Vaccinatie hond en kat.......................................................................................................................113
Inheemse hart- en longwormen bij hond en kat................................................................................121
Angiostrongylus vasorum (franse hartworm).................................................................................121
Crenosoma vulpis (vossen longworm)............................................................................................124
Andere longwormen (niet kennen voor examen maar weten dat ze bestaan)..............................124
1
, Aelurostrongylus abstrusus (bij de kat voorkomend).....................................................................125
Casuïstiek...........................................................................................................................................126
Medische beeldvorming.....................................................................................................................128
De urethra......................................................................................................................................128
Beeldvorming van de lever.............................................................................................................128
Beeldvorming van de galblaas........................................................................................................130
Beeldvorming van de pancreas.......................................................................................................130
Echografie van de maag..................................................................................................................131
Basisgegevens:
- Signalement is heel belangrijk.
- Reden van consultatie
- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek: volledig, mondholte (afwijkende geur/kleur/vreemd voorwerp),
abdominale palpatie (pijn gaan voelen) en rectaal onderzoek (dikke darm of dunne darm
diarree)
Probleemlijst: uit de anamnese , lichamelijk onderzoek en eventuele labogegevens kunnen we al
verschillende problemen opsommen. Gerangschikt volgens relatief belang!
Analyse van het probleem:
- Lokaliseren van het probleem: dikke of dunne darm bv.
- Differentiaal diagnoses opstellen (DDx)
Plan opstellen:
- DDx bevestigen of uitsluiten
- Therapeutisch plan
- communicatie
specifieke testen voor de evaluatie van het GI systeem: niet alle patiënten met GI klachten moeten
al deze testen ondergaan. Patiënten die acuut braken/diarree hebben, hebben zulke onderzoeken
vaak niet nodig.
- bloed- en urineonderzoek: we zien op bv. een biochemie (bij ernstige hepatitis) een stijgin
van de leverenzymes en door de hepatitis braakt de hond. De hond heeft een chronische
diarree met hypoproteïnemie (proteïn losing enteropathy) kan op biochemie ook gezien
worden. ook de ontwikkeling van hypokaliëmie kan gevolgd worden op bloedonderzoek
o hematologie, biochemie, urologie
o geen routine!
- faecesonderzoek: vooral parasitaire onderzoeken
- MBV: leven in beeld brengen etc.
- TLI/PLI: trypsine like immunoassay > om diagnose van exocriene pancreas insufficiëntie aan
te tonen. PLI is pancreas lipase om pancreatitis aan te tonen.
- Folaat/cobalamine: vitamine van de vitamineB groep. Cobaloine kan opgerbruikt worden
door bacteriën en folaat kan aangemaakt worden door bacteriën. dus verlaagd cobalamine
en verhoogd folaat kan aanwijzing zijn voor een bacteremie.
2
, - Endoscopie: klein aantal van de patiënten zal het nodig hebben. Wel om een inflammatoire
darmziekte aan te tonen is endoscopie noodzakelijk. Nadelen: niet het volledige GI kan
gezien worden, de biopten zijn niet full-dickness.
Klinische symptomen van GI problemen + diagnostische benadering
Altijd een goed onderscheid maken tussen braken en regurgiteren!
Ziekten van de mondhote
Halithose: slechte geur, vaak secundair aan bacteriële proliferatie (abcessen, stomatitis etc.). Vaak
door tandproblemen, voedsel stase of necrotisch weefsel soms met een systemische ziekte zoals
uremische stomatitis (uitgesproken azotemie wat te ruiken is)
Ptyalisme: verhoogde speekselproductie vaak geassocieerd met misselijkheid. DDx:
- Bij een kat kan het een hint zijn voor porto-systemische shunts.
- Orofaryngeale ziekte
- Toxische of irriterende producten
Fysiologisch na de maaltijd
Pseudotyalisme: speekselproductie is normaal, maar speeksel kan niet doorgeslikt worden:
- dysfagie
- hondsdolheid
ziekten van de speekselklieren:
- sialocoele: niet pijnlijke massa. Accumulatie van speeksel. Kan op
verschillende plaatsen voorkomen > sublinguaal/ nek regio. Diagnose:
cytologie + lokalisatie > punctie wijst op gewoon speeksel. Therapie:
verwijdering speekselklier.
- sialadenitis (zelden): pijnlijke opzetting/moeite mond te openen. Therapie:
AB + drainage + excisie bij recidieven.
Ziekten van de slokdarm
dysfagie: pijnlijk of moeilijk slikken. Wijst meestal op problemen thv:
- mondholte
- farynx
- slokdarm
lokalisatie van de dysfagie is niet altijd eenvoudig. We moeten hierbij observeren: de eigenaar zal
zeggen dat het dier niet wil eten of niet kan eten, maar heeft wel interesse in de voeding.
Verder onderscheid maken tussen opnemen van de voedsel en het kauwen:
- bij een kauwspiermyositis: interesse in de voeding > proberen op te nemen maar bij het
kauwen wordt het problematisch
- orofaryngeale dysfagie: interesse in voeding, kauwen gaat vlot alleen het slikken is ernorm
pijnlijk dus met gestrekte hals slikken.
- Oesofagale dysfagie: vaak regurgitatie aanwezig. Geen overdreven slik bewegingen.
Differentiaal diagnose dysfagie: Is het probleem intermitterend? Progressief? Plots ontstaan?
- Plots en progressief kan een vreemd voorwerp zijn in de ddx.
- Progressief eerder een massa /abces dat groter wordt.
- Intermitterend: motiliteitsproblemen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneswa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.21. You're not tied to anything after your purchase.