Samenvatting van alle benodigde literatuur voor het tentamen van Motivatie en Zelfsturende Mens in het Nederlands.
-Understanding Motivation and Emotion (Reeve et al., 2018): Hoofstukken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13
-Artikel Ryan&Deci
-Artikel Gunderson
motivatie (willen): verlangens die ons gedrag richting verandering sturen
Motivatiewetenschap: gedragswetenschap over motivatie en emotie. Over de werking van
motiverende processen.
● wat veroorzaakt gedrag?
● waarom varieert gedrag in intensiteit?
interne motieven: behoeftes, cognities, emoties (als gevoel of motivatie toestand)
externe gebeurtenissen, sociale contexten: dopamine, cognitieve verwachting, beloning
sociale processen van invloed op motivatie
→ uiting motivatie: gedrag, betrokkenheid, psychofysiologie, hersenactiviteit, zelfrapport
10 verbindende thema's in motivatie zijn:
● Motivatie en emotie komen ten goede aan aanpassing en functioneren.
● Motivatie en emotie trekken de aandacht.
● Motivatie en emotie zijn variabelen die tussenbeide komen.
● Motieven variëren in de tijd en beïnvloeden de voortdurende stroom van gedrag.
● Er zijn soorten motivaties.
● We zijn ons niet altijd bewust van onze motiverende basis van ons gedrag.
● Motivatiestudie laat zien wat mensen willen.
● Om tot bloei te komen, heeft motivatie ondersteunende voorwaarden nodig.
● Als je anderen probeert te motiveren, wat gemakkelijk is, werkt het zelden.
● Er is niets zo praktisch als een goede theorie.
specifieke milieu gebeurtenis (pos/neg stimuli)→ opgewekte motivatie→
hypothetische prioriteit gegeven aan iedere actie→ behaling van doel
● een motivatie is dus afhankelijk van sociale context/aangeleerd
Hoofdstuk 2
“grootse theorieën”: allesomvattende theorieën die het volledige scala aan gemotiveerde
actie verklaren.
● biologisch determinisme (Darwin): mens en dier hebben bepaald adaptief gedrag
ofwel instincten/ drive genoemd
● aandrijf theorie (Freud): gedrag is gemotiveerd met als doel biologische behoeften
te voldoen. vier componenten: bron, aanzet, doel, object
● aadrijvingstheorie (Hull): aandrijving is een gebundelde energiebron die bestaat uit
alle lichamelijke storingen. Hiermee kan hoge en lage motivatie worden voorspeld.
● drive-theorieën: drive van lichamelijke behoeften, drive om gedrag te stimuleren, en
drive-reductie versterkt en gemotiveerd leren
Minitheorieën: proberen een specifiek motiverend fenomeen te verklaren in plaats van alle
motivatie. Bvb motiverende verschijnselen en omstandigheden die motivatie beïnvloeden
● prestatie motivatie theorie
● attributietheorie van prestatiemotivatie
● cognitieve dissonantietheorie/ evaluatietheorie
● intrinsieke motivatie/ stellen van doelen
,Hoofdstuk 4
behoefte: conditie in een persoon die essentieel is voor welzijn, groei en leven
● biologische behoeften
● psychologische behoeften
● impliciete motieven
drive theory (Clark Hull 1943): fysiologische deprivatie→ biologische behoefte→
psychologische drive → actie→ behoeftebevrediging
● fysiologische behoefte: biologische conditie van een tekort
● fysiologische drive: bewuste manifestatie van een onderliggende onbewuste
psychologische behoefte. Bezit motiverende eigenschappen
● homeostase: lichamelijke tendens in evenwicht/naar baseline te komen
● negatieve terugkoppeling: fysiologische stopsysteem
● input (veroorzakende bronnen) en output (doelgerichte gedragingen)
● mechanisme binnen organisme: biologische regulatiesystemen
● mechanismen in omgeving: cognitief, sociaal, omgevingsinvloed en cultureel
dubbel-uitputting model van dorst
● aanvulling intracellulaire vocht (40%) → osmotische dorst (grootste
veroorzaker)
● aanvulling extracellulaire vocht (20%) → volumetrische dorst
negatieve terugkoppelingssystemen: slikken, hypovalumia, cellen in de maag, cellen zelf,
hormonen, zoutconcentraties, ADH, nieren
drinken om drie reden
● dorst gerelateerd
● vanwege de smaak
● vanwege aantrekkingskracht/verslaving aan een substantie
eetcyclus (trek als maag minder dan 60% gevuld is)
lage glucosespiegel→ stimulatie laterale hypothalamus (LH) → eten → stimulatie
ventromediale hypothalamus (VMH) → bevredigd gevoel, stoppen met eten
lipostatische hypothese
● vetmassa < balans→ afgifte ghreline aan bloedsomloop→ hongergevoel
● vetmassa> balans→ afgifte leptine aan bloedsomloop→ gevoel van
verzadiging
set-point theorie (Keesy, 1980): elk individu heeft een biologisch bepaald lichaamsgewicht.
hongeracitvaite en verzadiging hangen af van de grootte van iemands vetcellen. diëten en
overmatig eten kunnen de set point beïnvloeden
andere invloeden op mate van eten
● omgevingsinvloeden: temperatuur, stress, geur/zien van eten, moment van dag
● grote voedsebeschikbaarhied/ porties
● aanwezigheid van anderen (50% meer dan alleen)
, ● depressie, bezorgdheid, alcohol
redenen tot overeten bij diëters
● cognitieve controle, wilskracht < fysiologische controle, hongergevoel
● omgeving en gevoelens leiden ons of van de cognitieve controle
● disinhibitie van cognitief gereguleerde eetgedrag na blootstelling →
controleverlies
obesitas: conditie van toegenomen lichaamsgewicht van dergelijke ernst dat het zorgt voor
gezondheidsconsequenties, een vergroot risico op hartziekten, diabetes,
ademhalingsproblemen en kanker
seksueel gedrag
● sekhormonen (androgenen, oestrogenen, progrestoron, oxytocine) afname vanaf 25
● drie fase respons (man): verlangen → opwinding → orgasme
● vrouw minder sterk verband fysiologisch en psychisch verlangen, maar ook
relationele factoren (emotioneel en intimiteit) zijn van belang.
● leidt tot activatie van beloningscircuit, posterieure insula, hypothalamus (vrijgegeven
oxytocine/liefdeshormoon, faciliteert aantrekkingskracht)
● taille-heup ratio, gezondheid, jeugdigheid, vruchtbaarheid
● seksueel script: mentale representatie van de volgorde van gebeurtenissen die
optreden gedurende een seksuele episode
● Seksuele schema’s: overtuigingen over het seksuele zelf die verkregen worden uit
seksuele ervaringen, zowel positieve aspecten,, als negatieve aspecten
● Seksuele geaardheid: van volledig homoseksueel tot volledig heteroseksueel
Hoofdstuk 6
drie psychologische behoeften
● autonomie: behoefte aan zelfbesturing en eigen inbreng. Interne ervaring van
oorzakelijkheid, vrijwilligheid en eigen keuze.
● competentie: behoefte effectief zijn, trainen van capaciteiten, vaardigheden en
streven naar ergens in uitblinken. flow: concentratie, opgaan in de activiteit terwijl je
je er sterk betrokken bij voelt.
● verbondenheid: behoefte aan een authentieke, wederkerig, emotioneel
betekenisvolle band met anderen. Met als voorwaarde sociale interactie
→ organische benadering: mens zoekt een omgeving die deze kan bieden. Bvb
betrokkenheid komt door persoonlijke behoefte aan autonomie en competentie
Twee soorten relaties:
● kennissen, mensen die zaken met elkaar doen: individuele belangen
● vriendschappen, familie en liefdespartners: behoeftes en steunen van de ander
Gestructureerde leeromgeving (ideaal voor flow)
● Duidelijke doelen, feedback: door jezelf, sociale vergelijking, de taak, anderen
● Begeleiding bij het ontwikkelen van vaardigheden
● Hulp
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaraclaassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.