Oefenvragen:
1. wat bedoelt men in portaal met “taal heeft een systeem”?
-> je kunt de regels van worden, zinsdelen en zinnen maken
2. welk van de onderstaande kwesties behoort tot het terrein van de semantiek?
-> welke betekenissen het woord “arm” heeft
3. wat is een foneem?
-> een spraakklank die betekenisverschil kan uitmaken
Verschil tussen foneem en grafeem -> foneem is spraakklank en grafeem is hoe je het schrijft
(letters)
4. uit hoeveel morfemen bestaat het word nestkastjes?
-> 4 want nest, nestkast, nestkastje en nestkastjes
5. Krysta is in Nederland geboren. Haar ouders spreken goed pools en Nederlands en er is
veel taalaanbod in het gezin. Krysta leert vanaf har geboorte pools en Nederlands. Wat zijn
deze talen voor haar?
-> ze zijn allebei haar moedertalen
6. bij welke benadering van eerste taalontwikkeling hoort de opvatting dat kinderen hun
moedertaal alleen leren door het opstellen en consequent toepassen van regels op grond
van de taal die ze al hebben gehoord?
-> bij nativisme
7. een kind zegt “fies” in plaats van “fiets”. Op welk niveau van de taal is het kind bezig om
de taal te leren?
-> fonologisch niveau
8. in welke fase van de taalverwerving leert het kind vooral de morfologische en
pragmatische aspecten van de taal?
-> de differentiatiefase
Fasen van de taalverwerving: de pre linguale fase, de vroeg linguale fase, de differentiatie
fase en voltooingsfase
9. Sadiha zegt: ja juf want ferhat jarig en wij taart eten. LK: luister eens, sadiha het moet zijn:
ferhat is jarig en jullie hebben taart gegeten. Is dit volgens portaal een vorm van taal
ontwikkelend reageren?
-> nee, want deze reactie is een vorm van een expliciet corrigeren
, 10. leerkracht vraagt aan de kinderen: hoe komt het eigenlijk dat je niet van de aarde kan
vallen? De kinderen geven allemaal verklaringen. Welke cognitieve taalfunctie is hier aan de
orde?
-> redeneren
11.In welke situatie komt meer taalgebruik voor van het type DAT dan van het type CAT
voor?
-> in de maandagochtendkring over het weekend
DAT = dagelijkse taal – thuis taal, sluit aan bij de belevingswereld van het kind, woorden die
ze thuis spreken
CAT = school taal, taal op een hoger niveau dat aangeboden wordt door de leerkracht bv het
leren over breuken of zoogdieren
12. Leerkracht: je moet altijd goed uitkijken voordat je oversteekt. Merel: Ja, poes auto
overgerijd. Hoe moet de leerkracht hierop reageren?
-> oh, was de poes door de auto overreden
Een kind moet een woord 7 keer horen, in verschillende situaties, voordat het in het hoofd
zit
13. welke van de 2 is een controle vraag? 1 welke kleuren heb je nodig om de kleur groen te
maken? 2 wat zou er gebeuren als iedereen gelukkig is?
-> vraag 1 welke kleuren heb je nodig om de kleur groen te maken?
14. hoe wordt het vermogen om te kunnen reflecteren op de klankvorm van de taal, d.w.z.
kunnen opdelen van woorden in klankgroepen, genoemd?
-> fonologisch bewustzijn
15. Anne leest K-l-i-m- boom, klimboom. Volgens welke lees strategieën leest zij?
-> elementaire leeshandeling (k-l-i-m) en lezen met behulp van de visuele woordvorm
(boom, herkende ze al)
Clusterlezen: stukjes aan elkaar plakken maar wel nog hakken dus bijv. Klim word gelezen als
KL-im
16. een radende lezer gebruikt vooral de volgende lees strategieën:
-> lezen met behulp van de visuele woordvorm en lezen met behulp van de context
17. met auditieve discriminatie wordt bedoeld
-> dat kinderen op het gehoor woorden en klanken van elkaar kunnen onderscheiden
18. met welke oefening wordt het temporeel ordenen geoefend?
-> zeg de woorden in de goede volgorde na: juf, klas, feest
Temporeel ordenen: volgorde van woorden, klanken onthouden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slingerlandfleur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.34. You're not tied to anything after your purchase.