100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie havo Marktvormen en -falen $5.38   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie havo Marktvormen en -falen

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van economie havo van het examendomein Marktvormen en -falen volgens de methode Pincode.

Preview 2 out of 6  pages

  • October 7, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
MARKTVORMEN EN MARKTFALEN
HOOFDSTUK 1 | MARKTVORMEN


1.1 Een perfecte markt

Als je een eigen bedrijf wilt starten, kijk je naar verschillende zaken: het aantal aanbieders, het soort product
dat verhandeld wordt, de marktomvang, de winstgevendheid en de mogelijkheid van toetreden op de markt.

 Homogeen product: iedereen op een markt heeft hetzelfde product.
 Heterogeen product: als iedereen in de ogen van de consument op een markt verschillende producten
heeft.
 Toetredingsdrempels: als een ondernemer eerst moet investeren om tot een markt toe te treden.

Met behulp van het aantal aanbieders en het soort product kun je markten indelen in verschillende
marktvormen:

Volkomen Monopolistische Oligopolie Monopolie
concurrentie concurrentie

Hetero-/homogeen Homogeen Heterogeen Hetero- & homogeen -

Aantal aanbieders Veel Veel Enkele Eén

Toegankelijkheid Makkelijk Makkelijk Moeilijk Moeilijk

Transparantie Ja Nee Nee Nee



Op een markt van volkomen concurrentie (= volledig vrije mededinging) zijn er veel aanbieders en vragers en is
er sprake van een homogeen product. Doordat alle producten hetzelfde zijn, kan geen enkele aanbieder de
prijs beïnvloeden (dit zou gevolgen hebben voor de verkoop/winst). De hoeveelheid kan die de aanbieder
produceert en aanbiedt, kan hij wel aanpassen → hoeveelheidsaanpasser.

 De prijs op een markt wordt bepaald door vraag en aanbod en is
bij elke hoeveelheid gelijk → p = horizontale lijn.
 Bij het punt waar de GTK en de GO (= p = MO) elkaar snijden, is de
winst gelijk aan 0 → break-even-punt
 De producent kan zijn winst maximaliseren door zoveel mogelijk
te produceren (= afzet maximaliseren): de afzet kan niet groter
zijn dan de productiecapaciteit → prijs x maximale
productiecapaciteit = maximale winst.
 Totale winst is een figuur altijd een rechthoek → (GO – GTK) x q



1.2 De enige aanbieder

Er zijn verschillende soorten monopolies:

 Natuurlijke monopolie: een monopolie dat ontstaat wanneer het efficiënter is als de productie door
één producent gebeurt → spoornetwerken.
 Staatsmonopolie: een monopolie die in handen is van de staat → uitgifte van paspoorten.
 Technisch monopolie: een bedrijf dat door een octrooi het alleenrecht heeft om een product te
produceren.
 Feitelijk monopolie: een monopolie dat ontstaat als een bedrijf door economische macht de hele
markt beheerst.

, Door de afwezigheid van concurrenten kan de monopolist zelf zijn prijs bepalen → prijszetter. Bij het bepalen
van de prijs, kan de monopolist verschillende doelstellingen hebben: de winst maximaliseren of de omzet
maximaliseren.

 De monopolist mag de prijs bepalen, maar de vragers bepalen hoeveel ze bereid zijn om te betalen
→de GO-lijn loopt gelijk aan de vraaglijn.
 Bij een monopolist is MO altijd de helft van GO.
 Maximale winst → MO = MK: links van het snijpunt is MO > MK waarbij extra productie zorgt voor een
toename van de totale winst en rechts van het snijpunt is MK > MO waarbij extra productie zorgt voor
een afname van de totale winst.
 Maximale omzet → MO = 0: de TO kan hier niet meer toenemen als de monopolist meer gaat
produceren.



Vragers hebben niet allemaal dezelfde betalingsbereidheid: als het een aanbieder lukt om de groep vragers
met een hoge betalingsbereidheid te onderscheiden van de groep vragers met lage betalingsbereidheid, kan hij
zijn winst verhogen. Door te richten op verschillende afnemersgroepen met een verschillende
betalingsbereidheid, kan een aanbieder deelmarkten creëren en daar verschillende prijzen vragen → door
prijsdiscriminatie haalt een aanbieder meer uit de markt.

Als een bedrijf hetzelfde product tegen verschillende prijzen aan verschillende klanten verkoopt, is dat
prijsdiscriminatie. Dit is mogelijk als een bedrijf voldoende macht heeft en de verschillende afnemersgroepen
met aparte eigenschappen (= marktsegmenten) van elkaar kan scheiden.

!! Let op het verschil:
→ Prijsdiscriminatie: wanneer hetzelfde product tegen verschillende prijzen aan verschillende klanten wordt
verkocht.
→ Prijsdifferentiatie: wanneer er een verschillende prijs voor een verschillend product wordt betaald.



1.3 Je onderscheiden van de concurrent

Als er een beperkt aantal aanbieders zijn op een markt, is er sprake van een oligopolie: de marktmacht ligt in
handen van een klein aantal aanbieders. Bij een homogeen oligopolie bieden de producenten hetzelfde
product aan, terwijl er bij een heterogeen verschillende producten zijn.

Binnen een oligopolie is er grote concurrentie: de producenten zullen op verschillende manieren concurreren
→ prijsconcurrentie (concurreren met de prijs) en niet-prijsconcurrentie (concurreren met
producteigenschappen, marketing en dienstverlening.). In het geval van prijsconcurrentie gaat een bepaalde
aanbieder stunten met een prijs, waarna de concurrentie vaak zal volgen → een prijzenoorlog kan het gevolg
zijn.

 Productdifferentiatie: producenten onderscheiden zich van elkaar met producten die door kwaliteit en
kenmerken van producten, marketing en dienstverlening verschillen.



Prijsverhoging bij een oligopolie: (1) de vraag en afzet zullen dalen en (2) vragers zullen naar een andere
aanbieder gaan die de prijs niet verhoogd heeft → een prijsverhoging heeft voor een oligopolie een grotere
afzetdaling tot gevolg dan voor een monopolie (prijsafzetlijn loopt dus minder stijl).

Prijsverlaging bij een oligopolie: bij een prijsverlaging zullen andere aanbieders ook hun prijzen verlagen, dit
leidt tot een daling van de winst. Op een oligopolistische markt weten aanbieders dat hun gedrag leidt tot
reacties van de andere oligopolisten ze zijn daarom terughoudend in het veranderen van hun prijzen
(prijsstarheid).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckvanham. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38
  • (0)
  Add to cart