RUILEN OVER DE TIJD
HOOFDSTUK 1 | RUILEN OVER DE TIJD
1.1 Wanneer heb je geld nodig?
Het leven is in te delen in verschillende levensfasen, de opeenvolging hiervan is de levensloop. Iedere fase kent
een andere financiële situatie.
Stroomgrootheden: inkomsten en uitgaven → je kijkt naar een bepaalde periode (begroting). Het
inkomen is een belangrijke stroomgrootheid voor gezinnen: het (primaire) inkomen is de beloning
voor het beschikbaar stellen van arbeid, kapitaal, natuur of ondernemerschap.
Voorraadgrootheden: bezittingen en schulden → je kijkt naar een bepaald moment (balans).
Uitgaven voor studie noem je een investering in menselijk kapitaal (de kennis en vaardigheden die je kunt
inzetten om goederen en diensten te produceren): het is een investering in jezelf, want na het afronden van je
studie heb je een grotere verdiencapaciteit (de mogelijkheid om een inkomen uit arbeid of ondernemerschap
te krijgen).
Sparen en lenen is ruilen over de tijd: het uitstellen of vervroegen van consumptie → intertemporele ruil. De
prijs van ruilen over de tijd is rente.
1.2 Sparen of lenen?
Sparen is het uitstellen van consumptie op een bepaald moment: je ruilt consumptie nu voor consumptie later.
Er zijn drie spaarmotieven: het zekerheidsmotief (je weet dat je geld achter de hand hebt), het doelmotief (je
spaart voor een doel) en het vermogensmotief (je wilt vermogen ontvangen door het ontvangen van rente).
Lenen is het naar voren halen van consumptie en later terugbetalen: je consumeert nu met geld dat niet van
jou is. Er zijn drie leenmotieven: je kan lenen om een tegenslag op te vangen, voor de aanschaf van
consumptiegoederen of om een tijdelijk tekort op te vangen.
Er zijn twee soorten leningen:
Consumptief krediet: alle geldleningen die bedoeld zijn voor de aanschaf van consumptiegoederen
→bijvoorbeeld een creditcard, rood staan op de bank of een persoonlijke lening.
Hypothecaire lening/hypotheek: een lening met een onroerend goed als onderpand.
Bij ruilen over de tijd maak je een afweging tussen de algemene prijs van tijd (de rente) en de individuele prijs
van tijd (de prijs die je bereid bent te betalen).
→ Algemene prijs van tijd >> individuele prijs van tijd, leidt tot sparen.
→ Algemene prijs van tijd << individuele prijs van tijd, leidt tot lenen.
De winst van een bedrijf zie je terug op de resultatenrekening: een overzicht van de kosten en opbrengsten in
een bepaalde periode (stroomgrootheden).
Resultaat = opbrengst van de verkopen +- inkoopwaarde van de verkopen +- bedrijfskosten
De kosten die ontstaan doordat de bezittingen minder waard worden, zijn afschrijvingskosten (geen uitgaven).
Afschrijvingskosten = aanschafwaarde – restwaarde / aantal gebruiksjaren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckvanham. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.