100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 4: Autism Spectrum Disorder $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting 4: Autism Spectrum Disorder

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van de literatuur van week 4: autism spectrum disorder van het vak ontwikkeling en ontwikkelingsproblemen van kinderen van de master KKJ aan Tilburg Universiteit

Preview 2 out of 5  pages

  • October 8, 2022
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Probleem 4: Autism Spectrum Disorder (ASD)
Interventions based on the Theory of Mind cognitive model for autism spectrum disorder (ASD)
(Fletcher-Watson et al., 2014)
Theory of Mind model: stelt dat mensen met ASS moeite hebben met het begrijpen van andermans
gedachtes, emoties, gevoelens en overtuigingen. Het suggereert dat dit ten grondslag ligt aan veel
v/d andere moeilijkheden die mensen met ASS ervaren, waaronder sociale en
communicatieproblemen en uitdagende gedragingen. Een aantal studies heeft daarom geprobeerd
de TOM aan mensen met ASS uit te leggen/te leren.

Deze review keek naar of het mogelijk is om TOM skills te leren aan mensen met ASS en of dit bewijs
het TOM-model zou steunen. Er werd ook gekeken naar TOM-gerelateerde skills zoals gedeelde
aandacht en gezichtsherkenning. Systematische review, studies meegenomen met in totaal 695
participanten.

Resultaten:
 Emotieherkenning  consistent positieve effecten.
 Gedeelde aandacht en sociale communicatie  therapeutische training kan zorgen voor
verbeteringen in interactie met bekende volwassenen. Effecten bleven vaak niet op langere
termijn (jaren). Meer longitudinaal bewijs nodig.
 Imitatie  meer onderzoek nodig.
 TOM  er waren verbeteringen in dezelfde omstandigheden, maar generalisatie naar
andere settings was moeilijker.

Limitaties:
 Risico op bias
 Uitkomsten varieerden flink, zowel in het construct dat werd gemeten als in de manier van
meten
 Kleine samples
 Niet echt gezocht naar negatieve effecten

Conclusie  er is enig bewijs dat mensen met ASS de TOM aan kunnen leren. Echter is er maar
weinig bewijs voor het behoud van deze skill, de generalisatie ervan naar andere settings, en de
ontwikkelingseffecten op gerelateerde skills. Het bewijs was van lage kwaliteit.

The role of the environment in the developmental psychopathology of autism spectrum condition
(Mandy & Lai, 2016)
Autismespectrumstoornis (ASS): een set aan heterogene neuro-ontwikkelingssyndromen.
Prevalentie is ong. 1% v/d populatie. Het komt vroeg in de ontwikkeling, houdt aan gedurende het
leven en wordt vooral gekarakteriseerd door moeilijkheden in sociale wederkerigheid, sociale
communicatie, flexibiliteit en sensorische verwerking. ASC is vaak geassocieerd met moeilijkheden in
het functioneren op verschillende gebieden.

Er is veel onderzoek naar ASS, toch is er nog niet veel info over biologische markers en de oorzaken
ervan. Ook kunnen we nog veel leren over hoe mensen met ASS te helpen. Deze review kijkt dan ook
naar de ontwikkelingspsychopathologie van ASS.

Ontwikkelingspsychopathologie: de studie naar de origine en de course van individuele patronen
van gedragsafwijkingen/slechte aanpassingen. Gebaseerd op de volgende ideeën:

, 1. Psychopathologie is een slechte aanpassing (maladaptation)  mentale stoornissen zijn niet
zo makkelijk gedefinieerd als bijv. een kenmerk v/h individu. Er is een mismatch tussen
iemands vermogens en de eisen vanuit diens omgeving.
2. Ontwikkeling is transactioneel  aanpassing en slechte aanpassing ontstaan door een
interactie tussen een persoon en diens omgeving. Het individu vormt de omgeving en de
omgeving vormt het individu.
3. Uitkomsten zijn veelvuldig bepaald  de interactie tussen verschillende risico- en
beschermende factoren op verschillende niveaus (biologisch, psychologisch, sociaal) vormen
de ontwikkeling van psychopathologie en slechte aanpassing.
4. Gevoeligheid voor risico verandert over tijd  de magnitude en kwaliteit van risico- en
beschermende factoren verschillen en zijn afhankelijk van wanneer in het leven ze
voorkomen.

Het kernidee is dat typische en atypische ontwikkelingstrajecten voortkomen uit een gen x omgeving
interactie en gen x omgeving correlatie.
 G x E = situaties waarin de effecten van G verhogen of verlagen in de aanwezigheid van een
bepaalde E of situaties waarin de E wordt beïnvloed door de aan- of afwezigheid van een
bepaalde G.
 rGE = de effecten van G op individuele verschillen in kwetsbaarheid voor blootstelling tot een
bepaalde E. Reflecteert dus indirecte effecten van G via E.
- Passief = wanneer ouderlijk genotype de omgeving van hun kind beïnvloedt
- Actief = wanneer het genotype v/h individu invloed heeft op de neiging om een bepaalde
omgeving te selecteren, creëren of vormen.
- Evocatief = wanneer genotype de neiging v/h individu creëert om andere mensen aan te
sporen de omgeving te creëren die zij ervaren.

Rond 1950/1960 ontstond er een psychoanalytisch perspectief dat stelde dat autisme veroorzaakt
werd door onvoldoende mogelijkheden voor het kind om een goede band te vormen met hun
moeder. Autisme zou ontstaan wanneer een koude, afstandelijke en afwijzende houding v/d moeder
ervoor zorgde dat hun kind affectiviteit en sociale wederkerigheid niet goed zou ontwikkelen. Dit
heet de refrigerator mother theory. Dit leidde tot de (te simpele en beschadigende) misconceptie
dat autisme werd veroorzaakt door ouderschap/opvoeding. Hierna werd (gelukkig) een meer
genetische benadering aangenomen en kwam er meer onderzoek met bijv. tweelingstudies.

Omgevingsrisicofactoren:
Preconceptie omgevingsrisico’s
 Leeftijd van ouders  het risico op ASS bij het kind is hoger wanneer de ouders ouder zijn.
Dit risico groeit wanneer de leeftijd v/d ouders ver uit elkaar ligt.
- Leeftijd vader  een mogelijke verklaring kan zijn dat mannen die een genetisch risico
op ASC dragen, later dan gemiddeld kinderen krijgen, omdat zij zelf wellicht ook ASS-
kenmerken hebben waardoor ze bijv. minder geïnteresseerd zijn in relaties. Een andere
mogelijkheid is dat het sperma van oudere mannen meer ‘’novo mutations’’ bevat.
- Leeftijd moeder  moeders ouder dan 35 lopen 1.5x zoveel risico op het krijgen van een
kind met ASS vergeleken met moeders tussen de 25-29 jaar. Dit kan komen door meer
chromosomale abnormaliteiten (oudere moeders hebben langere blootstelling gehad
aan risicofactoren die de methylatie v/d geslachtscellen kunnen beïnvloeden).
Prenatale omgevingsrisico’s
 Exogene prenatale omgevingsrisico’s  een proces wat van buitenaf ontstaat.
- Valproate  een anticonvulsant (anti-epileptica) voor mensen met epilepsie, wordt ook
gebruikt als stemmingsstabilisator voor bipolaire stoornis en als profylactische drug
tegen migraines. Wanneer zwangere vrouwen valproate gebruiken komt het in de
placenta, wat kan zorgen voor het ‘’foetaal valproate syndroom’’, wat gepaard gaat met

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThyraLisa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
Add to cart
Added