Samenvatting van de slides van alle lessen respiratoire kinesitherapie die onderdeel vormt van module inwendige aandoeningen. Gemaakt door twee studenten beide geslaagd in eerste zit met cijfer hoger dan 16.
Respiratoire kinesitherapie
Respiratoir Systeem:
Drainage van de longen = de evacuatie van secreties uit de luchtwegen
Het respiratoir systeem bestaat uit 3 onderdelen:
• Respiratoire pomp (sternum, ribben, wervelkolom and respiratoire
spieren)
o De steunfunctie en mechaniek van de longen
• Bronchiale boom
• Alveoli
Belangrijk is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de respiratoire
pomp en de longen. De longen bestaan uit de bronchiale boom ( = de
luchtwegen) en de alveoli (= de longblaasjes). Thv de alveoli vindt de
gasuitwisseling plaats.
De structuur van een bloemkool is perfect te vergelijken met de structuur van de longen. Eerst
hebben we een grote stam die zich vertakt in kleinere stammen en dan nog kleinere vertakkingen om
uiteindelijk tot de bloem van de bloemkool te komen.
We zien dus centraal de grote luchtwegen en meer naar de periferie de kleine luchtwegen om te
eigen met de alveoli.
Structuur longen:
We hebben twee longen met elk een verschillend aantal
longkwabben.
• Rechts: 3 kwabben
o Bovenkwab, middenkwab en onderkwab
• Links: 2 kwabben.
o Bovenkwam en onderkwab.
o De linkeronderkwab schuift achteraan door thv
linkerbovenkwab.
o Scheiding tussen linker boven en onderkwab = lingula.
Hart ligt voornamelijk gepositioneerd naar links. Aan de hand van die info kan je zien wat linker en
rechterlong is. Bovenaan op de afbeelding zien we de trachea ( = luchtpijp). Rond beide longen zitten
2 vliezen:
• De paretale pleura of pleura costalis = longvlies die op thoraxwand kleeft
• De viscerale pleura of pleura mediastinalis = longvlies die op longen ligt
Tussen 2 vliezen is heel dun laagje vocht. Die vliezen zorgen ervoor dat longen kunnen uitzetten en
inkrimpen en zorgen voor de bewegelijkheid ervan.
1
,De longen kunnen niet zelf ademen, het is de respiratoire pomp die ervoor zorgt dat er lucht in
longen komt bij het inademen en lucht weg gaat bij het uitademen. De pleura en het vocht er tussen
spelen hier een belangrijke rol in het voorzien van soepelheid tussen borst en long zodanig dat de
longen zich mooi kunnen ontplooien tijdens inademen en ledigen tijdens uitademen.
Respiratoire spieren
Lijst niet van
buiten kennen!
Diafragma zorgt voor 80% van de rustademhaling en is de belangrijkste primaire inademingsspier.
We hebben ook intercostale spieren; tussen twee ribben
• Externus lopen van buiten naar binnen = primaire inademingsspieren
• Internus staan gekruist met externus en lopen van binnen naar buiten = uitademingsspieren
Secundaire inademingsspieren zorgen ervoor dat wanneer we uit rust komen en een inspanning
beginnen uit te voeren, dat er en we lucht gaat naar de spieren. Dus secundaire bij inspanning en
primaire bij rust => gezonde personen
Bij obstructieve en restrictieve aandoeningen gaat de persoon heel vaak in rust ook gebruik maken
van secundaire ademhalingsspieren. De personen hebben veel meer energie nodig om te ademen in
rust. Naarmate patiënt zieker wordt (meer obstructie) gaat die meer secundaire spieren gebruiken
=> Je kan vergelijken met het gevoel alsof ze dag en nacht op loopband aan het lopen zijn.
Wat gebeurt er als een gezond persoon gaat in en uitademen?
Als een gezond persoon inademt dan gaat het volume in de borstkas veranderen in
3 dimensies.
• Anterioposterior: voor – achteren gaat vergroten
• Lateral: vergroten naar buiten toe
• Craniocaudal: verhogen naar boven toe
Beweging:
• pump handle : Bovenste ribben bewegen naar anterieur ( voor) en craniaal (boven)
o omgekeerde beweging vindt plaats bij het uitademen
• bucket handle : Lage ribben bewegen naar lateral (buiten) en craniaal (boven)
Als we een andere beweging zien bv: inademen gaat borstkas omlaag en buik omhoog dan is er een
paradoxale ademhaling en dan is er indicatie dat er een respiratoir probleem is.
2
,Bronchiale boom
De bronchiale boom is het geheel van al onze luchtwegen. De grootste luchtweg = de luchtpijp of de
trachea die heeft de grootste diameter en oppervlakte van alle luchtwegen. Die gaat zich opsplitsen
in 2 hoofdbronchi, de diameter daarvan is ongeveer ¾ van trachea. Dat wil zeggen dat wanneer we
ze in twee zouden snijden en aan elkaar zouden hangen dan zou de diameter groter zijn dan die van
de trachea.
De hoofdbronchi vertakken in 4 bronchi die allemaal op hun beurt een diameter hebben die
ongeveer ¾ is dan die van de hoofdbronchi. Als we die allemaal weer aan elkaar hangen dan gaat die
groter zijn dan de voorgaande luchtwegen.
Als we beginnen bij de trachea en naar de kleinere luchtwegen gaan dan zien we de vorm van een
omgekeerde trechter. Dit is belangrijk want het heeft een invloed op de luchtsnelheid. Dit is de
snelheid waarmee lucht zich in en uit de longen verplaatst. De snelheid van lucht is belangrijk
wanneer je secreties wilt bewegen. Hoe hoger de luchtsnelheid tijdens het uitademen hoe beter je
de secreties uit de luchtwegen zal kunnen bewegen.
We zien op de bijhorende afbeelding de omgekeerde trechter, waarbij de oppervlakte als maar
groter wordt. We weten dat de oppervlakte van alle terminale bronchioli (het gebied net boven de
alveoli) 180x groter is dan de oppervlakte van de trachea.
We krijgen een afname in diameter van de luchtwegen, maar doordat ze vertakken en in aantal
toenemen zien we dat de cross sectionele doormeter als maar groter wordt.
Opsplitsing van de bronchiale boom
We kunnen de bronchiale boom opsplitsen in 2 generaties => in totaal zijn
er 23 vertakkingen vanaf de trachea tot aan de alveolen.
• Generatie 1 -16 : “ transporting” airways ( zij vervoeren de lucht)
• Generatie 17-23 : transitional zone and respiratory zone ( alveoli
included )
o Hierbij hebben we een overgangszone waarbij we de
overgang krijgen van transport naar gasuitwisseling
o En een respiratoire zone waar de gasuitwisseling plaats
vindt
3
, Bronchial tree = funnel
Invloed op luchtsnelheid (velocity), debiet (flow) en gasuitwisseling
We zien de longen heel schematisch voorgesteld. Rechts bevinden we ons thv de mond met de
glottis achteraan in de keel. De glottis zorgt ervoor dat de luchtpijp is afgesloten van de mond, zodat
bij slikken geen speeksel terecht komt in longen. We zien dat als we richting de alveoli gaan dat de
gezamenlijke oppervlakte als maar groter wordt. Stel dat de opp. thv de mond 1 cm2, dan is het thv
de terminale broncheolen 180 keer groten. Een groot deel van de luchtwegen zijn er enkel om lucht
te transporten naar de alveolen. In de luchtwegen die het transport voorzien zit 150 ml lucht bij een
gezonde volwassen persoon. Dit noemen we de dode ruimte, het is lucht die niet deelneemt aan de
gasuitwisseling.
Vraag 1: Als een persoon 1l zuurstofrijke lucht inademt op het punt rechts hoeveel komt dan in de
alveoli terecht?
In de alveoli komt dan 850 ml lucht terecht, dit komt omdat we rekening moeten houden met de 150
ml dode ruimte. Deze bestaat uit lucht die blijft zitten na de uitademing. => Bij pathologie kan dode
ruimte veel groter worden waardoor gasuitwisselingsproblemen ontstaan.
We hebben het over luchtsnelheid en debiet (flow)
→ Een debiet wordt uitgedrukt in l/ sec
→ luchtsnelheid is afgelegde weg per tijdseenheid of in m/sec
o bij het verwijderen van secreties => luchtsnelheid belangrijk
o grotere luchtsnelheid => beter bewegen van secreties
Vraag 2: Als ik op het punt rechts 1L/s lucht inadem, hoe groot is het debiet op punt net voor de
alveoli?
Het debiet moet even groot zijn bij het inademen als bij het bereiken van de alveoli dus ook 1L/s.
Vraag 3: Als ik lucht inadem met een snelheid van 1m/s, hoe groot zal de luchtsnelheid zijn als die de
alveoli bereikt?
De snelheid thv de alveoli is 180x kleiner omdat de opp. in de periferie 180x groter is. Daarom zal bij
het uitademen de luchtsnelheid toenemen wanneer die naar de mond gaat. Dit is een probleem
want in periferie is er een lage luchtsnelheid, maar veel secreties dan is er een manier nodig om
snelheid op te drijven.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunadewolf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.