100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Auditing Theory - alle artikelen in het kort $3.36   Add to cart

Summary

Samenvatting Auditing Theory - alle artikelen in het kort

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Auditing Theory - juni 2022 Vak in de Pre Master Accountancy aan Nyenrode Business Universiteit Samenvatting geschreven in juni 2022, bevat alle artikelen.

Preview 3 out of 18  pages

  • October 9, 2022
  • 18
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Simunic – the pricing of audit services: theory and evidence
- Simunic beschouwt de externe jaarrekeningcontrole als een onderdeel van de financial reporting
functie. Hij gaat er vanuit dat onderdelen van die functie substitueerbaar zijn. Wanneer de
externe accountant ‘te duur’ wordt volgens de auditee zal deze (delen) van het werk van de
externe accountant ‘insourcen’ tegen een lagere prijs dan de externe accountant die
werkzaamheden uitvoert.
- Uitgangspunt is de economische theorie waarbij de accountant toegevoegde waarde moet leveren
aan de manager. Simunic ziet de accountantscontrole als verlengstuk van het externe
verslaggevingsproces waarbij elke euro inzet accountantscontrole minimaal een euro aan voordeel
voor de manager oplevert. De toegevoegde waarde kan bestaan uit: besparingen op het externe
verslaggevingsproces, verlagen risico’s voor het management en vergroten van zekerheid. Simunic
veronderstelt dat de manager zelf in de verhouding tussen de inzet van het externe
verslaggevingsproces en de auditservices kan schuiven. Hoe lager de auditfee dan wel hoger de
toegevoegde waarde van de accountantscontrole hoe hoger de vraag naar auditservices zal zijn.
Verwezen wordt naar tabel 2 in het artikel van Simunic.
- Toegevoegde waarde volgens simunic richt zich op besparingen op externe verslaggevingsproces,
het verlagen van risico’s voor het management en het vergroten van zekerheid. Als de accountant
zich aan de fundamentele beginselen houdt kan hij deze toegevoegde waarde leveren.
- Toegevoegde waarde volgens Simunic:
1) Efficiency external reporting process (goedkoop)
2) Vergroten zekerheid over reporting-proces (effectiviteit  door fouten te reduceren)
3) Verlagen aansprakelijkheidsrisico voor het management
- Residual loss = risico dat jij als acc. Kantoor loopt jegens anderen (gebruikers) als gevolg van
fouten in de jaarrekening.
- Veronderstellingen
o Financial reporting system = interne controle + accountantscontrole
o Accountantscontrole is substitueerbaar  economisch goed
o Klant en accountant in staat om aansprakelijkheidskosten in te schatten
o Klant kan werkzaamheden van accountant inschatten
- Hoe lager auditfee (marginale kosten), dan wel hoe hoger de toegevoegde waarde (marginale
opbrengsten), hoe hoger de vraag naar audit services
- 2 situaties Simunic
1) Monopolie
 Prijzen +
 Omvang externe AC  Q-
 Interne audit  A+
 Aansprakelijkheid klant  +
 Totale kosten  +
 Verschuiving zichtbaar van externe audit service naar interne audit service
(minder zekerheid, lagere kwaliteit financial reporting, hogere liability payment)
 Misbruik door te hoge prijzen of te lage kwaliteit
2) Volledige concurrentie
 Prijs –
 A–
 Q+
 Aansprakelijkheid klant – (risico gedekt door deskundigen  residual loss +)
 Totaal –
 Accountant bereikt hoogste toegevoegde waarde doordat prijs van de controle
scherp is  accountant moet zich onderscheiden door goede kwaliteit te bieden
 geen risico op machtsmisbruik
- Increase auditors share of losses  accountant neemt meer risico op zich  Amerikaans  niet
meer werkzaamheden, maar risico afkopen (prijs & residual loss +)
- Increase loss exposure  bedrijf risicovol  meer werkzaamheden  prijs blijft gelijk
- 3 elementen die prijsverschillen rechtvaardigen
1) Schaalvoordelen: groter kantoor, lagere prijs



1

, 2) Audit kwaliteit: big8 hogere prijs, want betere kwaliteit  meer kennis, mensen, betere
systemen, dossier beter
3) Specialisten: kosten over minder klanten verdelen bij een kleiner kantoor
4) Product differentiation  visibility & brand-name recognition


Jensen & Meckling - “Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership
Structure”
- Agency driehoek
o Gebruikers
o Verschaffers
o Controleurs
- Figuren
o Figuur 1: marktwaarde onderneming vs. niet-geldelijke vergoedingen van de manager
 Niet-100% aandeelhouder  meer niet-geldelijke vergoedingen  daalt van D – A
 Agency kosten = V1-V0
o Figuur 2: marktwaarde onderneming incl. investeringen vs. niet-geldelijke vergoedingen
 100% aandeelhouder  investeren  van punt Z naar C  optimaal
 Niet-100%  niet-geldelijke middelen leiden tot waardevermindering  D of L
 Verschil D – C = agency kosten = residual loss
 Agency kosten nemen relatief meer toe dan het aandelenbezit van de manager
afneemt  agency kosten begrenzen groei/omvang van investeringen  agency
kosten hebben dus significante negatieve economische waarde
o Figuur 4: marktwaarde onderneming incl. investeringen rekening houdend met kosten
bonding & monitoring vs. niet-geldelijke vergoedingen
 100% aandeelhouder  C  max.  uitbreiden door eigendom aan derden te
verkopen  komt op punt D
 Waarde van de onderneming daalt omdat ook derden eigendom hebben in
onderneming  ongewenst gedrag van manager bevordert  bonding &
monitoring activiteiten  marktwaarde stijgen
 G  optimum M & B
 Totale agency kosten worden verminderd door het toepassen van M & B 
positieve economische waarde (controle verdient zich terug  waarde)  M & B
afnemend nut naarmate de manager minder aandelen houdt.
- Toegevoegde waarde accountant  door residual loss te verlagen  hierbij geldt een baten en
lasten afweging t.a.v. monitoringkosten. Accountant kan residual loss verlagen door:
1) Informatie asymmetrie verlagen door effectieve controle uit te voeren op
verantwoording door het management
2) Door goede communicatie e.d., zodat vertrouwen van de principalen in de controle
wordt versterkt
3) Door efficiëntere controle worden er minder kosten gemaakt, waardoor
monitoringkosten dalen, terwijl er dezelfde kwaliteit wordt geleverd. Dit zorgt voor
voordelen voor de gecontroleerde organisatie.
- Agency kosten  significante negatieve economische waarde
o Bonding costs = kosten die het management moet maken om de aandeelhouder ervan te
overtuigen dat hij werkt naar de belangen van de aandeelhouder.
o Monitoring costs = kosten die de aandeelhouder moet maken om toezicht (accountant) te
houden, zodat manager minder geneigd is eigen belang voor te laten gaan.
o Residual loss: verliezen als gevolg van  imperfectie van de controle + imperfectie van
informatieverstrekking (door het management)
 Monitoring & bonding activiteiten  positieve economische waarde
- Informatie asymmetrie  adverse selection (= ruis’ in de informatie & verantwoording  agent is
beter op de hoogte van de toestand  hierdoor kan beeldvorming van de buitenwereld worden
beïnvloedt) + moral hazard (= managers kiezen voor zichzelf, ze handelen niet altijd in het belang
van de aandeelhouder. Minimum inspanning)  behoefte aan accountantscontrole



2

, DeAngelo – Auditor size and Audit quality
- Beoordelen van de kwaliteit o.b.v. de omvang van het accountantskantoor
- Perspectief: gebruiker
- Definitie AQ = de maatschappelijke verwachting over de waarschijnlijkheid dat de accountant
onjuistheden in de jaarrekening ontdekt en de waarschijnlijkheid dat de accountant deze fouten
ook rapporteert.
- DeAngelo: grote firma’s leveren meer kwaliteit dan kleinere firma’s  minder neiging tot
opportunistisch gedrag
- Quasi rents = het surplus van de audit fee t.o.v. de kosten van de audit, gemeten over meerdere
jaren
o Wanneer quasi-rents terugverdiend ben je onafhankelijk
o Zittende accountants verdienen quasi-rents  deze zijn cliënt specifiek  accountant
heeft prikkel om AQ te verlagen door opportunistisch gedrag om klant te behouden 
prikkel om minder fouten te rapporteren  bang voor beëindiging door de klant 
gebruikers weten dat zittende accountants niet perfect onafhankelijk zijn  betalen
minder  lagere waarde onderneming  onderneming weet dit  zoeken accountant die
minder geneigd is om te cheaten  grote kantoren dus.
- Grote kantoren minder afhankelijk van de cliënt, omdat:
1) Grote kantoren meer quasi-rents te verliezen hebben en zullen deze ‘economische
waarde’ veilig willen stellen (reputatieschade)
2) Quasi rents in verhouding minder groot bij grote bedrijven  daarmee minder
belangrijk (klant verliezen is geen ramp)
3) Start-up kosten maken minder groot deel uit van totale quasi-rents bij grote bedrijven
4) Toekomstige technologisch voordelen (expertise & specialisaties) bij grote bedrijven,
waardoor minder afhankelijk van de cliënt

Wallage – de actuele waarde van Limbergiaans vertrouwen
- Limberg is de grondlegger van ‘de leer van het gewekte vertrouwen’  volgens Limpberg vervult
de accountant de functie van deskundige- vertrouwensman in en van het maatschappelijk verkeer
o De accountant mag hierbij:
1) Geen grotere verwachtingen wekken dan op grond van zijn werk
gerechtvaardigd is (kern: communicatie door de accountant)
2) Terechte verwachtingen dat het maatschappelijk verkeer in jou heeft niet
beschamen (kern: werkzaamheden van de accountant)
- Vertrouwen vereist: onafhankelijk toezicht / onafhankelijkheid / beperkte steun op interne
controle / meer dan een formule check
- Conclusie: actuele waarde van Limpergiaans vertrouwen is nog altijd even hoog
- Perspectief: accountant
- Limberg & DeAngelo:
Tentamenvraag 1
o Om aan de verwachting van het maatschappelijk verkeer te voldoen mag een accountant
volgens Limperg het gewekte vertrouwen van het maatschappelijk verkeer niet beschamen
en tegelijkertijd niet meer vertrouwen te wekken dan gerechtvaardigd is op grond van de
werkzaamheden.
o Om het vertrouwen niet te beschamen dient een accountant audit quality te leveren. Deze
audit quality wordt volgens DeAngelo een door de kapitaalmarkten ingeschatte kans dat
een accountant in staat is om fouten te ontdekken en onafhankelijk genoeg is om
gevonden fouten te rapporteren.
o Voor een voldoende dienen ten minste de postulaten van de leer van het Gewekte
vertrouwen met de definitie van DeAngelo in verband worden:
 Het ‘niet meer verwachtingen wekken dan gerechtvaardigd is... ’ kan aan het
onderdeel ‘market perceived joint probability...’ worden gekoppeld. De market
schat namelijk de kans in wat de effectiviteit en reiktwijdte van een controle. De
accountant moet volgens Limperg waken voor onrealistische verwachtingen.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DeBesteSamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77988 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.36
  • (0)
  Add to cart