Samenvatting Biologie voor jou VWO 4 - Thema 3: Genetica
27 views 1 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Biologie voor jou MAX 4 vwo 2019 lob A
Samenvatting met alle belangrijke termen uit het desbetreffende thema + overzichtelijke afbeeldingen om de stof goed te begrijpen. Deze samenvatting is duidelijk en krachtig geschreven zonder langdradige stukken tekst. Hierdoor ben je optimaal voorbereid voor je school- en eindexamens! Veel succes ...
Begrippen:
Karyogram: een chromosomenportret
● Menselijke karyogram heeft 22 paar (homologe) autosomen en één paar
geslachtschromosomen
Autosomen: de chromosomen die twee aan twee gelijk zijn, dus 22 paar.
Fenotype: Waarneembare eigenschappen van een individu
● Komt tot stand door het genotype en milieufactoren
● Modificatie: verandering in het fenotype
○ Informatie in de chromosomen verandert niet en wordt niet doorgegeven
Genotype: informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een individu
Homologe chromosomen: chromosomen die een paar vormen en die gelijk van lengte zijn
● Chromosomen bestaan uit DNA en steuneiwitten
Geslachtschromosomen: paar 23, XX(meisje) of XY(jongen)
Genexpressie: wanneer genen worden aangezet en tot uiting komen
Inactivatie: genen stan uit (bijv. genen voor haargroei aan bij hoofdhuid, maar uit bij lever)
Gen: deel van een chromosoom dat informatie bevat voor een of meer erfelijke
eigenschappen
● Alle genen heb je dubbel behalve als je een jongen bent
Allelen: variant van een gen
● Van elk gen bestaan twee varianten (een van vader en een van moeder)
DNA-sequentie: specifieke volgorde van de stikstofbasen
Een gen bestaat uit nucleotiden. Een nucleotide is opgebouwd uit:
- Een desoxyribose (suiker)molecuul/groep
- Een fosfaatgroep
- Een stikstofbase
De volgorde van de stikstofbase bepaald de eigenschap van het gen (basenparing):
4 stikstofbasen:
- Adenine (A) → adenine - thymine en guanine -
cytosine
- Cytosine (C)
- Guanine (G)
- Thymine (T)
Karyotype 47, XY, + 21 (syndroom van down)
, 3.2 Genenparen
Begrippen:
Locus: plaats van een gen in het chromosoom
Recombinatie: door geslachtelijke voortplanting ontstaan nieuwe combinaties van allelen
Dominant: als van twee allelen van één gen het ene allel overheerst over het andere allel
● Allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype
Recessief: allel van twee allelen van één gen dat niet tot uiting komt
● Komt alleen tot uiting in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is
➔ Dominant allel geef je aan met een hoofdletter. Recessief allel geef je aan met een
kleine letter
bv. A = dominant en a = recessief (kan ook andersom)
Onvolledig dominant allel: recessief allel dat bij een heterozygoot individu een beetje tot
uiting komt in het fenotype
● Bijv. homozygoot bruine ogen → bruine ogen
heterozygoot bruine ogen → iets lichtere bruine ogen
Intermediair: fenotype waarin bij een heterozygoot individu beide allelen tot uiting komen
Codominantie: heterozygoot organisme heeft allelen die beide even dominant zijn
● Beide allelen komen dus volledig tot uiting in het fenotype (bloem met rode en witte
kleuren)
AA = homozygoot dominant
● Twee gelijke allelen
Aa = heterozygoot
● Drager van het recessieve allel
aa = homozygoot recessief
Tussen dominant en recessief in:
- Onvolledige dominantie → intermediair
● Vaak bij de kleur van bloemen (intermediair fenotype)
Recombinatie en mutatie:
- Recombinatie vindt plaats tijdens meiose I waarbij chromosomen van een
chromosomenpaar uiteen gaan en geslachtscellen ontstaan met verschillende
genotypen
- Door recombinatie ontstaat een grote genetische variatie door verscheidenheid in
genotypen
● Door genetische variatie heeft een soort een grote overlevingskans, vooral bij
veranderende milieuomstandigheden
○ Genetische variatie ontstaat ook door mutaties
- Rekensom hoeveel combinaties: 2n (n = aantal chromosomen)
Soorten tweelingen:
- Twee-eiige tweeling: twee eicellen en twee zaadcellen versmelten met elkaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deminguyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.