Samenvattingen alle eindtermen filosofie examen VWO
21 views 0 purchase
Course
Filosofie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Het goede leven
Dit is een samenvatting van alle eindtermen 4-78 voor het eindexamen vwo filosofie, zelf heb ik doormiddel van mijn samenvatting op het examen van mei 2022 een 7.9 weten te behalen.
4: De vraag naar het goede leven relateren aan de vraag “waar de mens zichzelf tot de wereld
verhoudt”
Socrates zijn opvatting: Het niet onderzochte leven is niet de moeite waard
- De mens streeft altijd naar het goede, kan dit goede echter pas bereiken als hij zichzelf en
het leven kritisch onderzoekt > dan is het leven pas de moeite waard
Cassirer zijn opvatting: Het verschil tussen mens en dier
- De mens verhoudt zichzelf tot de wereld als animal symbolicum> drukt zich uit door
symbolische uitdrukkingsvormen (religie/taal/wetenschap/filosofie)
Dieren missen deze ^
Nietzsche zijn opvatting: De mens is een “ziek dier” / “een niet vastgesteld dier”
- De mens is een on-af dier, want het heeft gebrekkige instincten. Met alleen zijn lichaam kan
de mens niet overleven > moet zijn denkvermogen gebruiken + omgeving omvormen
Door het denkvermogen: oneindig veel keuzes maken + zichzelf evalueren dit weegt als
“zware last” op de mens
Daarom spreekt Nietsche over een “ziek dier” (gebrekkige instincten) en een “gebrekkig dier”
- Ubermensch= volgens Nietsche de mens die eigen zingeving aan het leven kan geven met
zijn eigen normen en waarden (juist door het denkvermogen)
5: De kandidaten kunnen de kritiek van Nussbaum weergeven op het BNP dat wordt
gehanteerd als criterium voor het goede leven
- Het BNP is een economische maatstaf, die weergeeft hoe “goed” een land het doet
maar zegt in feite heel weinig over hoe “ontwikkeld” een land is en of het BNP het goede
leven bevordert.
Volgens Nussbaum kunnen we beter zaken als “alfabetiseringsgraad, niveau v
gezondheidszorg” als criterium voor het goede leven gebruiken.
-De capability approach uitleggen:
- Samen met Amartya Sen ontwikkelt Nussbaum de capability approach=
potenties/vermogens waarvoor de mens de ruimte moet krijgen om ze te ontwikkelen om zo
het goede leven te realiseren + menselijke bloei
Een gemeenschap is “goed”: als ze voor elk vermogen/potentie van de mens een bepaald
minimum garandeert voor elke burger (vrijheid, gezondheid etc..)
6: Kunnen Plato’s argumentatie voor de ‘ideale staat’ evalueren
-De kandidaten kunnen Plato’s kritiek op de democratie weergeven: Plato is kritisch op een
democratie= regeringsvorm van vrije burgers want zij zijn gericht op eigen belang en een verlies v
deugdzaamheid
Dit zal vaak omslaan in een ochlocratie= de autoriteit ligt in handen van de chaotische menigte
-Uitleggen wat bij Plato het verband is tussen “de hiërarchische orde” in de samenleving en de “3
delen van de menselijke ziel”
Om ^ te voorkomen ontwerpt Plato een rechtvaardige polis waarbinnen de deugdzaamheid en het
gemeenschapsbelang bevorderd kunnen worden om dit te realiseren deelt Plato de samenleving
op hiërarchische orde in 3 delen in die overeenkomen met de 3deling van de menselijke ziel
,1.vegatief verlangend deel Polis: boeren/werklieden
2.thymotisch eergevoelig deel Polis: strijders/wachters
3.denkend-schouwend deel Polis: koningen en filosofen
-Beargumenteren dat Plato’s ideale staat zowel als utopie en dystopie beschouwd kan worden
- Utopie: Plato’s ideale rechtvaardige polis is een autarkische samenleving waarbinnen orde
en harmonie heerst
- Dystopie: In de praktijk liep Plato’s ideale staat vaak uit tot negatieve resultaten + er is geen
ruimte voor individueel denken
Popper vergelijkt Plato’s ideale staat met 20 e eeuw totalitaire ideologieën, waar kritische discussie
onmogelijke werd en één absolute waarheid werd gesteld
Eindterm 7: De kandidaten kunnen Aristotels’ argumentatie dat er verschillende goede
staatsvormen zijn, reconstueren en evalueren
In tegenstelling tot Plato zegt Aristoteles dat er niet maar één ideale staat is, er zijn verschillende
goede staatsvormen
-Met voorbeelden uitleggen dat staatsvormen volgens Aristoteles kunnen ontaarden
maar deze staatsvormen kunnen ontaarden, als de machthebber alleen gericht is op eigenbelang
-Uitleggen welke rol de rede (logos) , de deugd (arète) en het handelen (energeia) als werkelijkheid
van de ziel daarin speelt
Hoe dan gelukkig/ het goede leven realiseren binnen een staatsvorm?
Eudaimonia bereiken betekent voor Aristoteles als je “gelukt bent” als mens als je leeft in
overeenstemming met je menselijke natuur (dus leven als een redelijk wezen)
De mens is van nature een (zooin logon echon) = een redelijk wezen
Deze rede (logos) stelt de mens in staat tot handelen
Aristoteles definieert geluk: het is werking zijn van de ziel volgens de deugd
(energiea) (arète)
De deugd waarin de “edele mens” ten volle tot zijn recht komt is rechtvaardigheid
-Beargumenteren dat deugdzaamheid en geluk (eudaimonia) uitsluitend bereikt kunnen worden in
de gemeenschap/polis
Een mens is “gelukt” als zijn ziel in werking is volgens de deugdzaamheid en naar de rede
maar deze eudaimonia kan alleen bestaan/ontstaan in een samenleving (polis) pas binnen een
samenleving kan je rechtvaardig handelen
want dan weet je wat voor je als persoon en samenleving goed is
8 De kandidaten kunnen de opvatting v Aristoteles over een deugdzaam leven uitleggen/toepassen
-Een definitie geven v deugd en deze definitie uitleggen: De deugd= karakterhouding die in het
midden ligt van onszelf , een midden dat met reden is bepaald
-Uitleggen dat het streven naar (eudaimonia) samenvalt met het goede voor zichzelf en de
gemeenschap
Volgens Aristoteles is geluk niet: de persoonlijke invulling v geluk (rijkdom etc) , maar wat de
aristocratie “goed” achten met het oog op de welzijn van de Polis
Voor Aristoteles vereist geluk dus externe middelen
deugdethiek hangt dus samen met de aristocratie (niet iedereen is dus gelijk)
, -Het onderscheid tussen dianoëtische deugden en ethische deugden uitleggen
De mens als redelijk wezen kent 2 deugden
- Dianoetische deugden= hebben betrekking op het denkende deel vd ziel (kennis,
wijsheid) praktische wijsheid
- Ethische deugden = hebben betrekking op het verlangende deel vd ziel, de ethische
deugden handelen naar de rede
-uitleggen dat de verschillende deugden elkaar veronderstellen:
de verschillende deugden hebben elkaar nodig, zo kan de ene deugd niet zonder de andere
-‘volkomen deugd’ niet is weggelegd voor de massa
- Volkomen deugd= rechtvaardigheid
Bij deze deugd zijn de “praktische wijsheid en de ethische deugden (verlangende deel
van de ziel) verenigd.
Slechts weinigen kunnen deze deugd bereiken, niet weggelegd voor de massa, maar
voor de elite (de aristocratie)
Daarmee hangt deugdzaamheid en de deugd rechtvaardigheid samen met de aristocratie
en is het elitair en hiërarchische
=wat ‘ware vriendschap’ met zichzelf betekent en een afweging maken in hoeverre die voor
mensen in de samenleving v toen mogelijk was en nu is
Ware vriendschap met jezelf= de deugden zijn in balans met elkaar en daarom ben jij in balans met
jezelf Dit zorgt ervoor dat we niet ten prooi vallen aan destructieve verlangens
9: De kandidaten kunnen uitleggen en evalueren welke rol de deugd “rechtvaardigheid” bij
Aristoteles speelt bij de zelfverwerkelijking van de mens in de polis
De deugd rechtvaardigheid zorgt ervoor dat we goede keuzes en afwegingen maken als de deugd
rechtvaardigheid niet wordt nageleefd in een samenleving , dan ontaard de samenleving (want dan
wordt eigenbelang nagestreefd)
Alleen binnen een rechtvaardige samenleving (waarin de edelen, met oog op het welzijn v polis de
wetten maken) kan je je ontwikkelen tot deugdzaam mens
-Uitleggen dat volgens Aristoteles het volgen van de wet een ‘vrije handeling’ is
Vrijheid is niet zomaar doen waar je zin in hebt- is verbonden met de gemeenschap
Als de samenleving/gemeenschap rechtvaardig (deugdelijk) is- en wetten werft dan is het alleen
maar logisch dat je als deugdzaam mens hiernaar handelt
Als je handelt naar de deugdelijke wetten van de rechtvaardige gemeenschap dan ben je dus VRIJ
Je streeft namelijk de logos na en niet je behoeften (niet je persoonlijke invullen v geluk)
-Een standpunt kunnen innemen over de vraag of dit in onze tijd nog relevant is
- In de moderne tijd met een individueel vrijheid beeld is het wereldbeeld v Plato en
Aristoteles niet meer relevant
Er is hier sprake van een hiërarchische orde die elitair is, men is dus niet gelijk, en is
ondergeschikt aan de aristocratie die “de rechtvaardigheid” wel kunnen bereiken
Nu hebben we het idee dat alle mensen gelijk zijn: dus de vrijheid kan niet alleen
betrekking hebben op een klein groepje edellieden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinedemeester1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.