Gedetailleerde samenvatting van de eerste twee hoofdstukken die van belang zijn voor het eindexamen VWO. De samenvatting bevat daarnaast veel voorbeelden uit de praktijk samen met rekenvoorbeelden. Perfect om je voor te bereiden op toetsen en examens. Veel succes en natuurlijk veel plezier!
Hoofdstuk 1: Monetair beleid
1.2 De toezichthoudende rol van de centrale bank
Begrippen:
Geld: algemeen aanvaard ruilmiddel
● Door geld als ruilmiddel te gebruiken, wordt de handel vergemakkelijkt en worden de
transactiekosten bij een ruil lager → meer welvaart
Reële waarde (= koopkracht): hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen, je
vermogen of je euro’s kunt kopen
● Door inflatie kan de koopkracht verminderen
Publiek: gezinnen en bedrijven samen, NIET BANKEN en OVERHEID
Maatschappelijke geldhoeveelheid: hoeveelheid geld in handen van het publiek
Bankrun: situatie waarin veel mensen tegelijk hun geld van een bank willen opnemen omdat
zij er geen vertrouwen meer in hebben dat hun (spaar)geld bij de bank in veilige handen is
Lener in laatste instantie (= lender in last resort): rol van de centrale bank als verstrekker van
noodleningen aan banken
Depositogarantiestelsel: garantie dat een deel van het door klanten gespaarde vermogen
wordt terugbetaald bij een faillissement van een bank
Intertemporele ruil (= ruilen over de tijd): besteding van nu verschuiven naar besteding in de
toekomst (= sparen) of besteding in de tijd naar voren halen (= lenen)
3 functies van geld:
- Ruilmiddel
- Spaarmiddel
- Rekenmiddel
De rol van de centrale bank:
- Doel: publiek moet vertrouwen dat koopkracht van geld (reële waarde) niet veel
veranderd, zodat ze het kunnen gebruiken als spaarmiddel
Maatschappelijke geldhoeveelheid M1
Bestaat uit:
● Giraal geld: al het geld op direct opeisbare betaalrekeningen bij banken waar
mensen direct mee kunnen betalen
○ Vb. via een elektronische overschrijving of met een pinpas
● Chartaal geld: munten en bankbiljetten
Geld op spaarrekening behoort niet tot M1!
Verandering van M1:
- Geldschepping: vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid
● Bestedingen nemen toe
● Vb. door girale kredietverlening of door uitgifte van nieuwe munten en
bankbiljetten door de centrale bank
- Geldvernietiging: verkleining van de maatschappelijk geldhoeveelheid
● Bestedingen nemen af
● Vb. als giraal geld wordt vastgezet op een spaarrekening
, Rente bij intertemporele ruil:
- Bij sparen = spaarrente ontvangen
- Bij lenen = leenrente betalen
Rentemarge: verschil tussen het rentepercentage dat de bank ontvangt van leners en
betaalt aan spaarders
● Rentemarge verhogen door: verlaging spaarrente en verhoging leenrente
Beide rente door debiteurenrisico en inflatierisico
➔ Debiteurenrisico: de kans dat iemand aan wie geld is uitgeleend niet terugbetaalt
➔ Inflatierisico: risico dat de reële waarde van het uitgeleende geld daalt door inflatie
Het financiële toezicht van de centrale bank
Centrale bank houdt toezicht op de financiële gezondheid van banken, want anders hebben
mensen geen vertrouwen meer in de banken.
Vermoeden bank financieel ongezond → bankrun → massaal geld opname → bank failliet
● Op lange termijn is het geld teruggeven aan spaarders geen probleem, maar op
korte termijn heeft de bank geen direct beschikbare geld door langlopende leningen
● Oplossing: depositogarantiestelsel (alleen bij faillissement van banken)
○ Doel: vertrouwen in banken te bevorderen
○ Werking: geld van rekeninghouder bij bank wordt tot €100.000 gegarandeerd
● Wanneer banken een tijdelijk financieel probleem hebben kunnen ze een
noodlening aanvragen bij de ECB
○ ECB = lener in laatste instantie (lender in last resort)
○ Voorkomen van bankrun en financiële ongezondheid
Normaal gesproken kunnen banken elkaar geld uitlenen. Banken die een tekort hebben
lenen dus van banken die een overschot hebben. Dit zijn interbancaire leningen.
1.3 Inflatie
Begrippen:
Monetair beleid(= geldbeleid): beleid waarmee de centrale bank door renteaanpassing haar
doel (prijsstabiliteit, eventueel banengroei) tracht te bereiken
● Beleid gericht op het sturen van bestedingsinflatie via rentebesparingen om
bestedingen te beinvloeden
● Streven naar 2% inflatie per jaar
Deflatie: daling van het algemeen prijsniveau
Geldillusie: verschijnsel dat mensen de waarde van het geld verkeerd inschatten
● Vb. alleen kijken naar de nominale waarde en geen rekening houden met inflatie
2 soorten doelen van monetaire beleid:
- Enkelvoudig mandaat: één opdracht, zorgen voor prijsstabiliteit
● Sprake bij ECB!
- Duaal mandaat: twee opdrachten, zorgen voor prijsstabiliteit en zorgen voor
maximale werkgelegenheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deminguyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.