100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
GS samenvatting HC de Republiek $6.87
Add to cart

Summary

GS samenvatting HC de Republiek

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van het tijdvak de Republiek.

Preview 2 out of 10  pages

  • October 10, 2022
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Samenvatting geschiedenis de Republiek

De Nederlanden in de tijd voor Karel V
Sinds 925 hoorde het grondgebied dat nu Nederland vormt, tot het Duitse rijk. Hoogste
gezag: Duitse koning (gekozen door “keurvorsten”), maar in werkelijkheid was het gezag in
de meeste gebieden in handen van hertogen, graven en bisschoppen.

Pas in de 14e en 15e eeuw tekenden de Nederlanden zich min of meer als een politieke
eenheid af. Dit was het gevolg van twee factoren:
- de stedengroei sinds de 12e eeuw
- het streven van de hertogen van Bourgondië les Pays Bas (de Lage Landen) in hun
bezit te krijgen

De versterking van de positie van de steden en de stedelijke burgerij vanaf de 12e eeuw zette
zich door in de 15e en de 16e eeuw. Oorzaken daarvan waren:
● Door de gunstige ligging ontstond een druk handelsverkeer. Er kwamen
verschillende rivieren vanuit het Duitse achterland, en de havens aan de mondingen
waren geschikt voor handel naar Engeland en het Oostzeegebied. Zo ontstond een
druk handelsverkeer dat bescherming, havens, opslagruimte en schepen nodig had.
● Door het handelsverkeer nam de nijverheid toe. Deze kon toenemen dankzij
de aanvoer van grondstoffen en de bouw van havens en opslagruimten.
● Meer samenwerking tussen steden. Een aantal Noord-Europese steden ging
samenwerken in een onderling handelsverbond (de Hanze). Kooplieden uit die
steden hielpen elkaar bij de onderlinge handel en de handel met andere gebieden.

Steden slaagden erin hun positie ten opzicht van hun heer te versterken dankzij hun toe-
nemende welvaart. Ze kregen bijvoorbeeld privileges in ruil voor het betalen van belasting.

De hertogen van Bourgondië wilden de Nederlanden vooral in handen hebben omdat ze dan
het meest verstedelijkte deel van Noord-Europa, het kruispunt van de handelsroutes en een
belastingopbrengst waarvan vloten en legers te bekostigen waren, zouden bezitten.

Vooral Filips de Goede (1396-1467) had succes. Door erfenissen en oorlogen werd hij heer
van een groot aantal gewesten, 3/4e van het gebied dat later de Nederlanden zou vormen.

Gewesten waren tot dan toe in hoge mate zelfstandig ten opzichte van hun heer. Adel,
geestelijkheid en stedelijke burgerij bezaten rechten waaraan de heer zich moest houden.
Vooral de steden waren door hun stadsrechten zeer zelfstandig.

Filips de Goede ging een bewust centralisatiebeleid voeren om van al die gewesten een
eenheid te maken en daardoor zelf meer macht te krijgen. Dit deed hij door:
- Het hof te verplaatsen naar het centraal gelegen Brussel.
- In alle hertogdommen en graafschappen stadhouders als zijn vertegenwoordigers
aanstellen.
- De Staten-Generaal in te stellen. In de meeste gewesten waren in de 14e eeuw
Gewestelijke Staten ontstaan die de heer al dan niet belastingen toekenden. Filips de
Goede centraliseerde deze in één gezamenlijke vergadering (de Staten-Generaal). De
eerste vergadering werd in 1464 in Brugge gehouden.


1

, Karel V (vanaf 1516 koning van Spanje) kreeg in langdurige oorlogen het gezag in handen in
het bisdom Utrecht, Friesland, de Ommelanden en het hertogdom Gelre. Daarmee was Karel
V heer geworden van alle zeventien Nederlanden behalve het prinsdom Luik.


De christelijke kerk in West-Europa valt uiteen

In 1568 begon in de Nederlanden een opstand tegen Spanje. De Nederlanden maakten deel
uit van een groot Spaans rijk, bestuurd door Filips II. Filips II volgde zijn vader Karel V in
1555 op als heer der Nederlanden.

Opstand begon als een meningsverschil over de manier waarop de overheid moest
reageren op de aanhangers van het protestantisme onder een minderheid van de bevolking
in de Nederlanden.

Aan het begin van de 16e eeuw leidde een verschil over het geloof tot een scheuring binnen
de christelijke kerk. Sommige critici vonden dat de Kerk de Bijbel anders uitlegde en er
dingen aan toevoegde die helemaal niet in de Bijbel stonden. Een deel van die critici (zoals
Erasmus) wilden alleen misbruiken zoals de aflaathandel in de Kerk afschaffen.

Anderen besloten zich van de Kerk af te scheiden en een nieuwe Kerk te stichten of zich bij
een Kerk aan te sluiten. Zij worden hervormers genoemd en hun beweging de Hervorming
/ Reformatie. Omdat de nieuwe Kerken die werden gesticht voortkwamen uit protest tegen
de oude Kerk, worden die kerken protestants genoemd (protestanten, protestantisme).

De “Oude Kerk” = de katholieke of rooms-katholieke Kerk.

De hervormers die de grootste aanhang kregen waren Luther (1483-1546) en Calvijn
(1509-1564). Hun opvattingen worden het lutheranisme en calvinisme genoemd.

Luther had op de volgende punten kritiek op de oude Kerk:
● De machtsaanspraken en zelfgemaakte wetten/regels van de Kerk waren onterecht.
● De Bijbel is richtinggevend, iedereen zou deze moeten kunnen lezen in de volkstaal.
● Men kwam niet in de hemel door goede werken te doen en door de Kerk geld te
betalen, maar door in God te geloven. Luther wilde de aflaathandel (men kon bij de
kerk zijn zonden afkopen met geld en te betalen voor Gods vergeving) afschaffen.
● Verder wilde Luther het pausschap, het celibaat, veel sacramenten, de
heiligenverering en de kloosterorden afschaffen. Hierover stond niks in de Bijbel.

Luther kreeg steun van veel Duitse vorsten. Voor hen was het lutheranisme aantrekkelijk:
- want dan werden zij het hoofd van de kerk
- konden ze de kloosters sluiten en
- de bezittingen van de kloosters overnemen,
- en moesten hun onderdanen de hen gehoorzamen.

Bij de Vrede van Augsburg in 1555 dwongen de vorsten Karel V de afspraak ‘cuius regio
eius religio’ af. Deze afspraak hield in dat de vorst het geloof van zijn onderdanen voortaan


2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evadevroe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56880 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.87
  • (0)
Add to cart
Added