100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting literatuur - Klinische Psychologie (cijfer: 8) $22.26   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting literatuur - Klinische Psychologie (cijfer: 8)

1 review
 80 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van de voorgeschreven literatuur voor het vak Klinische Psychologie. Ik heb hiermee een 8 behaald voor het tentamen.

Preview 4 out of 73  pages

  • October 10, 2022
  • 73
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: haka • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting Klinische Psychologie

Inhoudsopgave
WEEK 1: Angststoornissen.....................................................................................................3
Literatuur................................................................................................................................3
Klinische Psychologie – Theorieën en Psychopathologie...................................................3
Hoofdstuk 3 – Leertheoretische benaderingen van psychopathologie.............................3
Hoofdstuk 4 – Cognitieve benaderingen van Psychopathologie......................................7
Hoofdstuk 13 – Angststoornissen....................................................................................9
Klinische Psychologie – Diagnostiek en Behandeling......................................................13
Hoofdstuk 9 – Angststoornissen....................................................................................13
Exposuretherapie maximaliseren: Een benadering volgens het inhibitorisch-leermodel
(Vervliet et al., 2014).........................................................................................................16
Classical Conditioning and the Acquisition of Human Fears and Phobias: a Review and
Synthesis of the Literature (Davey, 1992).........................................................................18
Cognitive Processes During Fear Acquisition and Extinction in Animals and Humans:
Implications for Exposure Therapy of Anxiety Disorders (Hofmann, 2007)....................20
Fobieën, conditionering en UCS-inflatie (Merkelbach & de Jong, 1992).........................22

WEEK 2: Stemmingsstoornissen..........................................................................................24
Literatuur..............................................................................................................................24
Klinische Psychologie – Theorieën en Psychopathologie.................................................24
Hoofdstuk 12 – Depressieve- en Bipolaire stemmingsstoornissen................................24
Handboek Depressieve Stoornissen...................................................................................34
Hoofdstuk 1 – Epidemiologie van Depressie.................................................................34
Hoofdstuk 2 – Classificatie en Diagnostiek van Depressie............................................35
Hoofdstuk 3 – Beloop en Stagering van Depressie........................................................36
Hoofdstuk 6 – Depressie en Comorbide Psychiatrische Stoornissen.............................37
Hoofdstuk 8 – Depressie: Stress, Immuniteit en (Epi)genetica......................................38
Hoofdstuk 9 – Kwetsbaarheid voor Depressie in een Levensloopperspectief...............39
Hoofdstuk 11 – Neurobiologie van Depressie...............................................................40
Hoofdstuk 12 – Het Cognitieve Model voor Depressie: De Rol van
Informatieverwerking.....................................................................................................41
Hoofdstuk 14 – Depressie in de Eerste Lijn...................................................................42
Hoofdstuk 15 – Depressie in de (Dag)Klinische Setting...............................................42
Hoofdstuk 16 – De Depressieve Patiënt en Diens Betrokkenen....................................43
Hoofdstuk 17 – Werken, Werkomstandigheden en Depressie.......................................44
Hoofdstuk 29 – Seksespecifieke aspecten van depressie...............................................44
Hoofdstuk 30 – Depressie en Verslaving.......................................................................46
Hoofdstuk 31 – Depressie en suïcidaal gedrag..............................................................47

WEEK 3: Gepersonaliseerde E-Health................................................................................48
Literatuur..............................................................................................................................48
Do Guided Internet-Based Interventions Result in Clinically Relevant Changes for
Patients with Depression? An Individual Participant Data Meta-Analysis (Karyoyaki et
al., 2018)............................................................................................................................48



1

, Symptom-Specific Effectivenes of an Internet-Based Intervention in the Treatment of
Mild to Moderate Depressive Symptomatology: The potential of Network Estimation
Techniques (Boschloo et al., 2019)...................................................................................48

WEEK 4: Middel-gerelateerde- en Verslavingsstoornissen &
Persoonlijkheidsstoornissen..................................................................................................50
Literatuur..............................................................................................................................50
Klinische Psychologie – Theorieën en Psychopathologie & Diagnostiek en Behandeling
...........................................................................................................................................50
Hoofdstuk 14 – Middel-gebonden stoornissen en verslaving & Hoofdstuk 16 –
Middelgerelaterde en verslavingsstoornissen.................................................................50
Hoofdstuk 25 – Persoonlijkheidsstoornissen & Hoofdstuk 17 -
Persoonlijkheidsstoornissen...........................................................................................54

WEEK 5: Trauma & Stressorgerelateerde Stoornissen.....................................................57
Literatuur..............................................................................................................................57
Klinische Psychologie – Theorieën en Psychopathologie & Diagnostiek en Behandeling
...........................................................................................................................................57
Hoofdstuk 21 – Trauma- en Stressorgerelateerde stoornissen & Hoofdstuk 11 –
Posttraumatische stressstoornis......................................................................................57
Early Interventions for PTSTD: a Review (Kearns et al., 2012).......................................62
Verbeteringsignalement Posttraumatische Stress-stoornis (Zorginstituut Nederland en
Zinnige Zorg, 2020)...........................................................................................................63
Stabilisatie bij Complexe PTSS? (Beldman & De Weerd, 2019).....................................64

WEEK 6: Eetstoornissen.......................................................................................................66
Literatuur..............................................................................................................................66
Klinische Psychologie – Theorieën en Psychopathologie & Diagnostiek en Behandeling
...........................................................................................................................................66
Hoofdstuk 17 – Eetstoornissen & Hoofdstuk 20 – Eetstoornissen................................66
The cognitive-interpersonal maintenance modelof anorexia nervosa revisited: a summary
of theevidence for cognitive, socio-emotional andinterpersonal predisposing and
perpetuatingfactors (Treasure & Schmidt, 2013)..............................................................70
The science behind the academy for eating disorders’ nine truths about eating disorders
(Schaumberg et al., 2017)..................................................................................................71




2

,WEEK 1: ANGSTSTOORNISSEN
LITERATUUR
KLINISCHE PSYCHOLOGIE – THEORIEËN EN PSYCHOPATHOLOGIE
H OOFDSTUK 3 – L EERTHEORETISCHE BENADERINGEN VAN PSYCHOPATHOLOGIE
Leren bekleedt een centrale plaats in het psychologisch onderzoek. Kenmerken voor de leerpsychologie is de
translationele benadering: de voortdurende wisselwerking tussen onderzoek (bestaande uit fundamenteel-, preklinisch-
en patiënten onderzoek) en praktijk.

3.1 Thorndike en Pavlov: (niet) als kat en hond & 3.2 Leren: het wat en het hoe
Leren is een gedragsverandering van een organisme die het resultaat is van regelmatigheden in de omgeving.
 Regelmatigheid in de omgeving: Alles wat meer inhoudt dan de aanwezigheid van slecht één stimulus op een
uniek moment in de tijd. Dit zijn geen eenmalige schrikreacties of bijvoorbeeld geeuwen.

Thorndike Door middel van een experiment ontwikkelde hij de wet van effect: gedrag dat tot een aangename
uitkomst leidt, zal in frequentie toenemen, terwijl gedrag dat tot een onaangename uitkomst leidt in
Instrumentele
conditionering frequentie zal afnemen. Middels zijn experiment verwerfde een kat nieuw gedrag, namelijk het openen
= van de kooi door middel van een touw om zo het voedsel te kunnen eten. Naarmate het experiment
vaker werd uitgevoerd had de kat minder tijd nodig.
Operante
conditionering  Het toedienen van voedsel is afhankelijk van het gedrag van het proefdier.
 Skinner had bezwaren tegen de procedure van Thorndike en werkte de
procedure verder uit, waardoor het later als operante conditionering
bekend is gaan staan. Zijn bezwaren waren met name dat de
onderzoeksleider continu aanwezig moest zijn en dat het natuurlijke
verloop van het gedrag niet werd onderzocht. Daarom ontwikkelde hij
Skinners Box: Er zit een rat in een kooi met aan één van de wanden een
pedaal. Als hij op de pedaal drukt, kan er voedsel in het bakje vallen.
Door middel van een polygraaf wordt het moment van drukken en de
frequentie geregistreerd.
 Leren controleren van gebeurtenissen. Er is sprake van een gedragsverandering die het resultaat is
van regelmatigheden in de relatie tussen stimuli en gedrag  toevallig aan het touw trekken
resulteert in voedsel.

Discriminatieve prikkel of situatie (S/Sd): Kat in de kooi
Respons (R): Trekken aan het touw
Uitkomst (O/Sr-pos/Sr-neg): Verkrijgen van voedsel



Pavlov Voerde een experiment uit en kwam er bij toeval achter dat honden
Klassieke speeksel afscheiden bij stimuli die gepaard gingen met het toedienen
conditionering van voedsel. Ook zonder dat het voedsel aanwezig was kwam
speekselafscheiding tot stand.
 Het toedienen van voedsel is onafhankelijk van het gedrag van
het proefdier.
 Leren anticiperen op gebeurtenissen. Er is sprake van een
gedragsverandering die het resultaat is van regelmatigheden in de relatie tussen stimuli  het
geluid van de zoemer ging vooraf aan de stimuli.

Onvoorwaardelijke prikkel (OP/US): Voedsel van de hond
Onvoorwaardelijke reactie (OR/UR): Speekselreactie
Voorwaardelijke prikkel (VP/CS): Zoemer
Voorwaardelijke reactie (VR/CR): Speekselreactie


3

, Er zijn drie verklaringen voor conditionering:
1. Associatievorming: Een meer traditionele verklaring. Een associatie is een hypothetisch construct waarlangs
activatie van de ene mentale representatie naar de andere kan stromen.
a. Stimulus-respons leren (S-R): Klassieke conditionering werd beschouwd als stimulus-respons (S-R)
leren, waarbij een directe verbinding wordt gelegd tussen de VP en de VR. Conditionering is dus een
mechanisme waarbij de controle over een respons van de OP naar de VP verschuift.
b. Stimulus-Stimulus leren (S-S): De geconditioneerde respons wordt gemedieerd door een VP-OP-
associatie.
 Bij het experiment van Pavlov was de VR en de OR identiek. Dit zorgt voor het bewijs dat conditionering een
uitbereiding is van een bestaande reflexmatige reactie op een prikkel naar een andere neutrale prikkel. Uit
angstexperimenten blijkt dit eerder echter de uitzondering dan de regel.
2. Propositionele theorie: Volgens deze theorie herinnert de hond bij het horen van de zoemer dat hij vorige keer
eten kreeg. Wanneer hij dan ook daadwerkelijk eten krijgt, wordt de hypothese bevestigt. Leren vindt plaats door
middel van het opslaan van deze hypothese in het geheugen en de mate van vertrouwen in de hypothese. Naast
het verbinden van gebeurtenissen, doet deze theorie ook een uitspraak over de aard van het verband.

3.3 Etiologie van psychopathologie
Appetitieve Deze vorm van conditionering houdt in dat er een aangename OP in het spel is, waardoor een
conditionering verslaving of obesitas beter begrepen kunnen worden. De stimuli (VP) geassocieerd raakt met de
inname van het product (OP) en/of de lichamelijke effecten (OR). Daardoor kan een VP een craving
uitlokken (VR). Ook instrumentele conditionering speelt hierbij een rol: consumptie van een product is
instrumenteel gedrag dat wordt beloond door positieve consequenties of reductie van een negatieve
toestand. Echter, in de praktijk (en in tegenspraak met de wet van effect) zorgen grotere negatieve
gevolgen niet voor een reductie. Dit heeft te maken met twee verschillende systemen:
1. Doelgericht gedrag: Gedrag gebaseerd op associaties tussen responsen en uitkomsten = respons-
uitkomst-leren. Voorbeeld: Het trekken aan het touw kan worden geassocieerd met het krijgen
van voedsel.
2. Gewoontegedrag: Gedrag gebaseerd op associaties tussen stimuli en responsen, maar wordt niet
gemedieerd door de uitkomst van het gedrag = stimulus-respons-leren. Voorbeeld: Het touw in de
kooi wordt geassocieerd met trekken.
Tijdens het initiële leren wordt gebruik gemaakt van doelgericht gedrag. Hierbij spelen motivationele
factoren een rol. Naarmate het leren vordert, wordt het stellen van een respons steeds meer een
gewoonte. Daardoor wordt een respons automatisch opgewekt. Om deze twee uit elkaar te halen kan
gebruik worden gemaakt van een uitkomst-devaluatieprocedure: Er wordt geleerd een respons uit te
voeren om een beloning te krijgen, waarna deze respons wordt gedevalueerd zoals bijvoorbeeld eten
totdat ze geheel verzadigd zijn. Wanneer er een vermindering van het gedrag plaatsvindt, is er sprake
van doelgericht gedrag. Wanneer dat niet zo is, is er sprake van gewoontegedrag. Voorbeeld: In het
begin is drugsgebruik doelgericht, omdat er een bepaalde uitkomst wordt nagestreefd (prettig gevoel).
Na herhaald gebruik komt het gebruik onder steeds meer controle van de omgevingsstimuli te staan. De
negatieve uitkomsten oefenen geen invloed meer uit.
 Pavloviaans-instrumentele transfer (PIT): Dit is een interactie tussen klassieke conditionering en instrumentele
conditionering. Voorbeeld: Wanneer iemand van de drank probeert af te blijven, heeft ze eerder geleerd dat het
kopen van een fles drank leidt tot de aangename uitkomst van alcoholinname (instrumentele conditionering).
Daarnaast heeft ze ook geleerd om bepaalde stimuli te associëren met alcohol, zoals het vermoeid thuiskomen na
een lange werkdag (klassieke conditionering). Volgens PIT vergroot het vermoeid thuiskomen na een lange
werkdag de kans dat een fles drank gekocht zal worden.



Aversieve Acquisitie vindt ook plaats wanneer een oorspronkelijke neutrale prikkel (VP) wordt gevolgd door een
conditionering aversieve OP in plaats van een aangename OP.
 Watson (aanhanger van het Behaviourisme) toonde aan dat angstreacties ook kunnen
ontstaan middels klassieke conditionering. Dit deed hij aan de hand van het Little Albert
experiment: In de eerste instantie was hij niet bang van de witte rat. Daarna werd echter
steeds bij het tonen van de rat hard met een hamer op een stuk ijzer geslagen. Dit zorgde

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psychologiestudentx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $22.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$22.26  6x  sold
  • (1)
  Add to cart