Mediarecht
Drie delen:
1) De vrijheid van meningsuiting en persvrijheid: draagwijdte en beperkingen vanuit
grondwettelijk en mensenrechtelijk perspectief
2) De regeling van de audio-visuele media in Vlaanderen
3) Deontologische regels
DEEL 1: Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid
Definitie mediarecht volgens Dirk Voorhoof = Geheel van rechtsregels met betrekking tot de
communicatievrijheid en de massacommunicatie middelen.
Communicatievrijheid is van het grootste belang en hierop zal de focus in deze cursus ook liggen.
Regels over massacommunicatie middelen/het mediarecht omvat:
1) Regels die grondrecht van de expressie- en communicatievrijheid waarborgen
2) Regels die verbodsbepalingen of beperkingen opleggen aan de expressie- en
communicatievrijheid vanwege de media-inhoud
3) Regels met betrekking tot de organisatie en de exploitatie van de media als
communicator/zender bv ik start een YT-kanaal: aan welke eisen moet ik voldoen?
4) Regels met betrekking tot de organisatie en de exploitatie van de middelen en de kanalen
waarmee de media-inhoud wordt verspreid: transmissie (distributeurs)
Nuances/vaststellingen
1) Rechtsregels is niet hetzelfde als deontologie (ethiek)
- Rechtsregels
o = die regels die top-down gesteld worden, door wetgever opgelegd
o Zijn van toepassing op de algemene groep mensen
o Miskenning van de regels leidt tot een straf of sanctie uitgevoerd door de staat
o Weber: de staat heeft een monopolie op legitiem geweld
Kritische vraag: is de maffia een staat?
- Deontologie
o Belangrijk element in de persvrijheid
o Regels die een groep zelf vastlegt bv op de werkvloer
o Overheid laat bepaalde ruimte en zo kunnen beroepsgroepen zelf
regels/suggesties/aanbevelingen doen over hoe bv een journalist zou moeten
werken
o Miskenning wordt niet gesanctioneerd door de staat, maar door de
beroepsgroep
o Soort tuchtrecht
Journalisten delen hun bronnen vaak niet, omdat:
- Ze mensen zo kunnen schaden
- Ze hun job zo kunnen verliezen
- Ze niet zeker weten of de informatie die ze ontvangen hebben wel klopt (ik heb gehoord
dat…)
Zijn journalisten betrouwbaar?
Hypotheses
- Deontologie loopt gelijk met rechtsregels
1
, - Statelijk recht heeft niet veel om deontologie en rechtsregels
- Clash tussen rechtsregels en deontologie
In theorie zijn rechtsregels en deontologie twee verschillende zaken, MAAR soms toch
connectie:
- Europees Hof van de Rechten van de Mens zegt dat journalisten deontologie moeten
naleven
- Art. 1382 B.W. toepassen op journalisten: Is een normale, voorzichtige journalist niet
iemand die de deontologie naleeft? kruisverband tussen deontologie en
rechtsregels!
2) Evolutie binnen mediarecht
- Persrecht geëvolueerd naar multimediarecht
o Focus op overheidsinmenging geëvolueerd naar overheidsregulering
Overheidsinmenging is problematischer WANT in 19 e eeuw (begin
persrecht): grenzen van wat men kan/mag zeggen (liberaal of restrictief)
regels ontstaan focus op vrijheid van meningsuiting
- “Beste perswet is geen perswet” geen regels is beter kritische vragen hierbij
- Met verschijnen van nieuwe media zoals radio en televisie nieuw discussiepunt:
golven/frequenties deze zijn van nature beperkt. Er zijn maar x aantal frequenties
SCHAARSTE EN BEPERKINGEN Wat hieraan doen? Overheid bepaalt wie voordeel
geniet van een frequentie te hebben voldoen aan x, y en z om ‘iets’ te krijgen
o Iets is slechts beperkt aanwezig. Iets is in grote vraag en niet iedereen kan iets
krijgen. Hoe verdelen?
Bieden: wie meeste biedt, krijgt ‘iets’
Regulering door overheid (niet inhoudelijk optreden)
o OPGELET: de overheid kan op deze manier ook vermommen dat ze interveniëren
bv schaarste voor marktplaatsen op vrijdagmarkt in Leuven regels bepalen om
te vermijden dat marktkramers zomaar hun standje neerzetten en er chaos
ontstaat via regulering bepalen wie waar wanneer mag staan MAAR DUS
de overheid kan soms mensen ‘volgens de regels’ voorrang geven. Bv een
marktkramer voorrang geven omdat die 5% van zijn winst die dag afgeeft aan de
stad
3) Technologische evolutie, despecialisatie van netwerken, afbouw overheidsmonopolies,…
complexe combinatie van diverse rechtstakken
- Monopolies in radio en tv afgeschaft door opkomst van commerciële zenders zoals VTM
o Heeft enorm verschil gemaakt
- Technologische evolutie: telefoon en kabelindustrie waren altijd strikt aparte zaken,
maar wat als we deze nu gaan combineren? Tv kijken op de gsm
o Telenet begint met kabelindustrie. Proximus begint met telefoon. Dus allereerst
nooit concurrenten tot technologische evolutie.
- Ook internet doet zijn intrede
- Omroeprecht, ICT recht, camerarecht,… allemaal nieuwe soorten rechten waardoor
monopolies doorbroken worden en concurrentie de bovenhand neemt
‘Verplichte’ vrijheid bij uitstek:
- Autonomie: zelfexpressie
- Democratie:
o Agenda-setting: beschrijft de mogelijkheid van de media om de onderwerpen op
de agenda van de bevolking te bepalen. Agenda-setting is ook een sociale
2
, wetenschap en probeert dus ook voorspellingen te maken. Dat is, als een
nieuwsartikel vaak en prominent wordt behandeld, dan zal de bevolking dat punt
als belangrijker zien. De theorie heeft ook invloed op de politiek. De media
brengen soms dingen aan het licht, waar dan het hele volk mee bezig is. Hierdoor
zal in sommige gevallen de volksvertegenwoordigers hierover moeten gaan
debatteren. In dit geval bepaalt de media dus wat er op de politieke agenda
komt te staan.
o Security-valve: genoeg ruimte laten voor burgers om te kunnen ventileren
o Controle politici
- Waarheidsvinding: John Stuart Mill, On Liberty
Reflectie over grondbeginselen van mediarecht
Waar is het allemaal mee begonnen?
(Grenzen van) vrijheid van meningsuiting overkoepelend beginsel
Waarom is er vrijheid van meningsuiting? Waarom is het belangrijk? Waarom staat het in de
grondwet?
- Het is een grondrecht, een mensenrecht, fundamenteel recht
o = zijn rechten waarop op een paar uitzonderingen na, wel grenzen en limieten aan
gesteld k worden, maar kan niet zomaar. Een overheid zegt niet zomaar ‘het bevalt
me niet om x te doen’, men moet met bijzondere motieven komen om grenzen te
beperken
Dit doet men voor rechten waarvan men denkt dat ze bijzonder belangrijk
zijn in een samenleving
Hoezo zijn sommige belangrijker dan andere?
- Belangrijk te weten omdat de beperkingen die ik wil aanbrengen, beoordeelt moeten
worden in het licht van de doelstellingen van vrijheid van meningsuiting
- 1. Artikel 19 GW: “De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de
vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van
de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden
gepleegd.”
o !Vrijheid van meningsuiting is nodig omdat het het democratische debat mogelijk
maakt, het politieke debat/actie politieke element
O.a. strijden voor andere rechten hierdoor
o Agenda-setting
Hoe weten onze politici wat er leeft bij de mensen? Hoe kunnen zij dan de
regels opstellen etc? Hoe kunnen zij debatten voeren en problemen ter
sprake brengen?
Politici weten dit enkel doordat mensen hun mening uitdrukken: brieven
schrijven, petitie, betogingen, online, nieuws, opiniestukken…
Vrijheid van meningsuiting gebruiken in het kader van het grotere
leven in de polis = fundamenteel!!!
Als samenleving voldoende ruimte laten voor ventilatie: burgers moeten
kunnen ventileren door hun mening uit te drukken, slogans uit te roepen,
tweets te posten,… is beter dan dat ze dit niet doen en vervolgens ‘wraak’
nemen in het kieshokje
o Vrijheid van meningsuiting is fundamenteel omdat ze het politieke, democratische
debat voedt
3
, - 2. Artikel 25 GW: “De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen
borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers. Wanneer de schrijver
bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider
niet worden vervolgd.”
o != Zelfexpressie
o Belangrijk op psychologisch vlak
Kleine dingen die tellen, triviale zaken die ons erdoor trekken
o Men zegt vaak dat dit maatschappelijk niet zo belangrijk is, maar toch
o Voorbeeld:
Valentijn: uitdrukken hoeveel je van iemand houdt, wat iemand voor je
betekent
Kledij: jezelf uitdrukken door kleding, je kenbaar maken
- 3. Artikel 150 GW: “De jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke
misdrijven en drukpersmisdrijven, behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme of
xenofobie ingegeven zijn.”
o !Waarheidsvinding, kennis, epistemologisch argument
o Vrijheid van meningsuiting nodig in het debat met als doel tot inzicht te komen (tot
kennis te komen)
o Voortschrijvend inzicht: ik zeg iets, jij corrigeert mij, ik neem dat mee en
herdenk/verander en kom op iets anders uit, een ander persoon heeft daar dan weer
iets over te zeggen en dan weer cirkeltje opnieuw
o Gevaarlijk om meningen te verbieden op grond van de gedachte dat ze verkeerd zijn
John Stuart Mill: 19e eeuw boek ‘On Liberty’: vrijheid van meningsuiting
we kunnen niet weten wat de waarheid is en omdat we dit niet weten,
bestaat de kans dat datgene wat we verkeerd vinden, toch waar is of deels
waar is
Overheid die tussenkomt om fouten te verbieden, kan die zich
vergissen en iets dat juist is dus verbieden
Meningen niet sanctioneren
Mill: stel dat overheid nu toch ideeën verbiedt of ideeën oplegt het
gevaar ontstaat dan bij de 'dead dogma’ = omdat hij gelooft in de kracht vh
debat en ideeën uitwisselen, denkt hij dat ideeën die je verworven hebt
omdat je ze zelf beargumenteerd hebt/door zelf na re denken toe gekomen
bent, zijn de ideeën die je met het meeste overtuiging zult uitdragen. Ideeën
die je werden opgelegd, hoe diep zitten deze?
Voorbeeld: Vak mediarecht gaan verdedigen bij Cobra-gesprekken.
Als we op voorhand nooit iets over het vak gehoord hebben en op
het einde toch redelijk enthousiast waren hierover en dus ook zo
vertellen aan Cobra en dit zal bijblijven en misschien later nog over
vertellen op café etc. We zullen deze mening onthouden omdat we
er zelf toe gekomen zijn
Tegenspraak kan vermoeiend zijn, maar het kan erg belangrijk zijn om
kritisch na te kunnen denken over dingen in de wereld
Zo kan men tot inzicht komen en is er geen sanctie nodig. De aarde is
rond omdat we dat wetenschappelijk vastgesteld hebben en niet
omdat ‘papa dat zegt’. Dit laatste is geen goed argument om het kind
te kunnen overtuigen en al helemaal niet tot inzicht te komen
Overheid legt soms waarheden op. Kan dit? Is dit juist?
Holocaust heeft bestaan. Toch mensen die dit ontkennen.
Dead dogma kan anders ontstaan = een opvatting
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottekesteman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.88. You're not tied to anything after your purchase.