Samenvatting Chemie Overal 4e ed vwo 5 leerboek, ISBN: 9789011113800 Scheikunde
0 view 0 purchase
Course
Scheikunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
Chemie overal
In deze samenvatting wordt het hele boek Chemie Overal voor VWO 5 behandeld inclusief de aantekeningen van de docent. Deze samenvatting bevat belangrijke tentamen- en eindexamenstof. Leer snel en effectief mét resultaat door deze samenvatting te leren.
- Zure stof: molecuul wat één of meer H+ deeltjes kan afstaan.
2 soorten:
- Organisch: is in staat om onder bepaalde reactieomstandigheden H + af te staan (alleen als
het in de groep zit) en over te dragen op een ander chemisch component. H splitst af.
Hebben een koolstofskelet, karakteristieke groep van organisch zuur is: O=C-OH.
Eenwaardigzuur: kan 1 H+ afstaan. Zuurrestion: het negatief geladen ion dat ontstaat na een
zuurreactie. -> van alkaanzuren heten alkanoaten. Meerwaardig zuur: kan meerdere H +
afstaan.
- Anorganisch: H-Cl, HNO3 en H2SO4-> H splitsen af. Hebben geen koolstofskelet. Koolzuur en
zwaveligzuur zijn instabiele zuren. Een meerwaardig zwaarzuur verliest in water maar 1 H +
ion-> evenwicht ligt links.
Zure oplossing: bevat H3O+ ionen. -> H3O ontstaat omdat H2O een H+ opneemt: HCl (g) + H2O -> H3O+ +
Cl-. Als je een zout oplost in water kunnen vrije ionen zich ook als zuur gaan gedragen en gaan
reageren met water. Gehydrateerde metaalionen zijn soms ook zwakke zuren-> geeft H +-ion af uit
watermantel-> H+-ion wordt OH.
Je brengt gelijke hoeveelheden zoutzuur en azijn in oplossing.-> PH van beide stoffen is niet gelijk,
want het blijkt dat zoutzuur alle H + afstaat = (sterk) het blijkt dat azijn een deel van de H + afstaat =
(zwak)
Tabel 49 Binas:
Sterke zuren: HClO4 -> HClO3
Zwakke zuren: vanaf CCl3-COOH-> hoe verder omlaag hoe zwakker het zuur (hoe minder H +, hoe
hoger de PH)
Meest zwakke zuur: HC6H6O6-
Zeer zwakke zuren (theoretische zuren): HS- - OH kan in theorie H+ afstaan, maar zal in de praktijk
nooit doen. Alle zuren onder H2O reageren niet met water.
Indicatoren: stoffen die in een zure oplossing een andere kleur hebben dan in een oplossing die niet
zuur is. (kleurstof in rodekool). Verschillende indicatoren:
- Lakmoes: papier waarop lakmoes is aangebracht. 2 kleuren, rood (zuur) en blauw (basisch).
Neutraal-> huidige kleur blijft. pH kan je niet nauwkeurig bepalen.
- Universeel indicator: nauwkeurig pH bepalen-> mengsel van indicatoren aangebracht.
- Oplossingen: oplossingen van kleurstoffen die bruikbaar zijn als indicator-> overzicht in Binas
52A. omslagtraject: pH-gebied waarin de indicator van kleur verandert-> oplossing geeft
mengkleur aan
pH-> zuurgraad. Oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn. Zuur< 7 (hoe lager hoe zuurder),
basisch> 7 (hoe hoger hoe basischer), neutraal= 7.
Oplosvergelijking:
,Sterk: (aflopende vergelijking) HZ (l) + H2O(l) -> H3O-(aq) + Z-(aq). -> noteren als de ionen in de
oplossing.
Zwak: HZ + H2O -> <- H3O- + Z-. -> noteren als het zuur zelf.
Enkelvoudig zuur: staat 1 H+ af
Meervoudig zuur: kan meerdere H+ afstaan.
Tabel 52a-> zuur-base-indicator.
Zure oplossingen kunnen stroom geleiden en bevatten dus ionen. Als een zuur oplost in water
worden H+-ionen afgegeven aan watermoleculen. Het gevormde ion (H 3O+) heet oxoniumion.
Een sterk zuur is een zuur dat in water volledig splitst in ionen, dit is een aflopende reactie.-> als de
oplossing tweemaal verdunt wordt, dan halveert de geleidbaarheid. Een zwak zuur is een zuur dat in
water gedeeltelijk splitst in ionen, dit is een evenwichtsreactie. -> de geleidbaarheid van de oplossing
neemt verhoudingsgewijs toe als je verdunt.
pH-berekenen aan sterke zure oplossingen:
3 formules:
- pH= -log [H3O+]-> 10-pH
- pOH= -log [OH-] -> 10-pOH
- pH + pOH= 14 (of pkw)-> of anders volgens gegevens. T afhankelijk van binas 50A.
hoe hoger de concentratie hoe lager de pH-> significantie gelijk aan concentratie H 3O+.
getal tussen vierkante haken is de molariteit. pH loopt van -1 tot 15.
Zwakke zuren:
- reactievergelijking opstellen
- bre-schema maken, water hoeft niet
- evenwichtsvoorwaarde opstellen-> kz staat in Binas 49= zuurconstante.
- Formule opstellen
- Oplossen met ABC-formule -> wiskunde formules
- Pak de positieve uitkomst van x-> negatief kan niet want anders wordt de hoeveelheid stof
groter
- pH berekenen met formule: pH= -log [H3O+]-> 10-pH
mol:
, Chemisch evenwicht:
- evenwichtsreactie: chemische reactie die een omkeerbaar proces is of waarbij de reactie niet
voor 100% verloopt (niet vanwege overmaat)
- Chemisch evenwicht: de heengaande reactie loopt net zo snel als de teruggaande reactie.
Beide reactiesnelheden zijn dan gelijk aan elkaar:
De curves moeten elkaar dan raken
t0 tot t1 is de ‘insteltijd’ er is dan nog geen evenwicht.
De concentraties van de stoffen veranderen niet meer
Ieder evenwicht heeft een evenwichtsvoorwaarde
Let op: in een concentratie-tijd diagram hoeven de lijnen elkaar niet persé te kruisen
Homogeen evenwicht: alle stoffen in dezelfde fase
Heterogeen evenwicht: alle stoffen in verschillende fase
Reactie:
pA + qB xC + yD
A + B= beginstoffen
C + D= eindstoffen
P + q + x + y= coëfficiënt
x y
[C ] x [ D ]
Evenwichtsvoorwaarde k = p q
[ A ] x [ B]
- De concentraties van de stoffen rechts van de pijl staan in de teller, links staat in de noemer
- Coëfficiënten worden exponenten
- + wordt x
- Alleen gassen, vloeistoffen of oplossingen.
Let op: geef evenwichtsvoorwaarde: alleen formule
Bereken evenwichtsvoorwaarde: berekening aan k
Berekeningen aan evenwichten:
- Stikstofmono-oxiden reageert in een evenwichtsreactie met zuurstof-> stikstofoxide
ontstaat. Je brengt in een reactor van 2 liter 10 mol stikstofmono-oxide en 10 mol zuurstof.
Na instelling van het evenwicht heb je 3 mol stikstofdioxide gekregen. Hoeveel mol heb je
nog over van de beginstoffen?
Stel de reactievergelijking op en gebruik het bre-schema.
Kijk naar de molverhouding.
Evenwichtsvoorwaarde:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GeertevanderMeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.37. You're not tied to anything after your purchase.