Samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans VWO Theorieboek 1, ISBN: 9789462871854 Bedrijfseconomie
2 views 0 purchase
Course
Bedrijfseconomie
Level
VWO / Gymnasium
Book
In Balans - Bedrijfseconomie in balans VWO Theorieboek 1
In deze samenvatting wordt domein B (hoofdstuk 5 t/m 13) van Theorieboek 1 Bedrijfseconomie in Balans voor VWO behandeld inclusief de aantekeningen van de docent. Deze samenvatting bevat belangrijke tentamen- en eindexamenstof. Leer snel én effectief mét resultaat door deze samenvatting!
Voorbeelden van risico’s zijn: brand, ongeval, inbraak etc. Hier kan je je tegen verzekeren. Bij een
verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde
schadeloos te stellen wegens een verlies, schade, of gemis van verwacht voordeel door een onzeker
voorval. Hierdoor worden risico’s verminderd. Wel is het belangrijk om je af te vragen of het zin
heeft, de betaalde verzekeringspremie moet namelijk niet hoger zijn dan de schade die geleden kan
worden. Er zijn 2 soorten verzekeringen:
- Schadeverzekering: verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is van
de geleden schade. Uitkering nooit meer dan schadebedrag.
- Sommenverzekering: verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is van
het moment dat verband houdt met het leven of sterven van een bepaalde persoon
(lijfrenteverzekering).
Polis: akte waarin de verzekeringsovereenkomst wordt opgenomen. Hierin worden afgesproken
risico’s/onzekere elementen, maximale vergoeding (verzekerde som) en de hoogte van de premie
(bedrag dat je betaald voor de verzekering) vermeld. Soms worden ook poliskosten en
administratiekosten in rekening gebracht. Over premie en bijkomende kosten wordt 21%
assurantiebelasting geheven.
Brandverzekering: schade door brand, inbraak, water- en stormschade en diefstal wordt verzekerd.
Het uitgekeerde bedrag is gelijk aan verzekerde som in polis. Belangrijk is dat de verzekerde waarde
ongeveer gelijk is aan de werkelijke waarde van object is. In de polis wordt een indexclausule
opgenomen. Dit betekent dat de verzekerde som en de premie meegroeien met de algemene
prijsstijgingen in de loop der jaren.
Transportverzekering: verzekering tegen schade ontstaan tijdens het transport van goederen. Ook
transportmiddel, laad- en loskosten en imaginaire winst (te verwachten winst op goederen, die
verloren gaat als de goederen door schade waardeloos worden) worden verzekerd.
Bedrijfsschadeverzekering: verzekering tegen de schade ontstaan door tijdelijke stilstand van een
bedrijf door brand, stormschade enz. De uitkering wordt bepaald door het bedrag van kosten (huren,
lonen en rente). Ook is het mogelijk om de imaginaire winst te verzekeren.
Kredietverzekering: verzekering tegen de schade ontstaan door het niet kunnen innen van
uitstaande vorderingen (geld van debiteuren). Niet alles wordt uitgekeerd. Kredietlimiet: maximale
kredietbedrag waarvoor de kredietverzekeraar garant staat. Exportkredietverzekering: verzekering
tegen de schade door het niet innen van uitstaande vorderingen bij afnemers in het buitenland. Deze
verzekering dekt commercieel risico: risico voor onderneming/exporteur dat de
onderneming/importeur niet betaalt door de schuld van laatstgenoemde, en politiek risico: risico
voor onderneming/exporteur dat de onderneming/importeur niet betaalt door de schuld van de
overheid in het importland. Herverzekeren: opnieuw geheel/gedeeltelijk verzekeren van een door
een verzekeraar afgesloten verzekering.
Productaansprakelijkheidsverzekering: verzekering tegen de schade die kan ontstaan door het
gebruik van een bepaald product.
,Aansprakelijkheidsverzekering: verzekering tegen de schade die een persoon kan toebrengen aan
een andere persoon/zaak van een andere persoon. Een WA-verzekering is wettelijk verplicht.
Rechtsbijstandverzekering: verzekering waarbij de verzekeraar een persoon of een onderneming
bijstaat bij juridische geschillen. Vormen hiervan zijn hulp in natura: jurist/advocaat wordt ter
beschikking gegeven, of hulp in geld.
Schaderegelingen: 3 bedragen nodig:
- Schadebedrag: wat is verloren gegaan;
- Gezonde waarde: wat was het zonder schade waard;
- Verzekerde som: waarde waarvoor goederen verzekerd zijn.
verzekerde som
Verzekeringsbreuk: . Als de waarde hoger is dan 1 wordt naar 1 afgerond, anders is
gezonde waarde
verzekerde som
de uitkering groter dan schade. Schade-uitkering: x schadebedrag.
gezonde waarde
Oververzekering: de verzekerde som is hoger dan de gezonde waarde. Onderverzekering: de
verzekerde som is lager dan de gezonde waarde (de verzekeringsbreuk heeft dan een waarde lager
dan 1). Premier-risqueverzekering: ondanks onderverzekering wordt geleden schade geheel
uitgekeerd, met als maximum de verzekerde som.
Levensverzekering: verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van het in leven zijn van een
bepaalde persoon op een bepaald moment. 4 partijen zijn hierbij betrokken: verzekeraar,
verzekeringnemer (persoon die het afsluit en premie betaalt), verzekerde (persoon over wie het
gaat) en de begunstigde (ontvanger). Het uitkeren vindt plaats na overlijden of na het bereiken van
de in de polis vastgelegde leeftijd. Koopsom: kosten van de afgesloten verzekering worden niet
betaald via periodieke premies maar door middel van een bedrag ineens.
Lijfrenteverzekering: uitkering van de levensverzekering vindt niet plaats in één bedrag, maar in
periodieke bedragen tot aan het moment van overlijden van de begunstigde of tot een bepaalde
datum.
Pensioenverzekering: verzekering die vaak als aanvulling op de AOW wordt afgesloten en die leidt
tot een periodieke uitkering vanaf het moment dat de begunstigde een bepaalde leeftijd bereikt.
Beschikbare-uitkeringssysteem: loondiensttijdsysteem waarbij de uitkering afhankelijk is van de
afgedragen premies gedurende de periode dat de begunstigde aangesloten is geweest bij een
bepaald pensioenfonds. Dit is gebaseerd op het gemiddelde loon of eindloon.
Compagnonsverzekering: verzekering die wordt afgesloten door de vennoten in een Vof of door
maten in een maatschap. De verzekering wordt gesloten om in geval van overlijden van een
compagnon met het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag de erfgenamen van de overleden
vennoot of maat te kunnen uitkopen.
Human capital: investeren in menselijk kapitaal (bijvoorbeeld een opleiding volgen). Dit kost geld,
tijd en moeite, maar het levert een goede baan op met een goed salaris. Permanente educatie:
levenslang leren om je vak bij te houden en nieuwe methoden en technieken te leren.
Sparen: geld niet uitgeven. Rente: beloning voor het beschikbaar stellen van vermogen. De hoogte
van het rentepercentage hangt af van:
- Looptijd;
- Hoogte spaarbedrag;
, - Ontwikkeling op financiële markten: als er meer geld wordt aangeboden dan banken nodig
hebben daalt het gemiddelde rentepercentage.
Het risico sparen is koopkrachtvermindering als het inflatiepercentage hoger is dan het
rentepercentage en kans op faillissement van de bank. De Nederlandse Bank garandeert 100.000
euro als bank failliet gaat.
Lenen: rente over bedrag betalen en bedrag terugbetalen. Soms moeten ook nog afsluitkosten
worden betaald. Kostenpercentage: percentage interest plus het percentage kosten dat je per jaar
werkelijk betaalt over het geleende bedrag, dit wordt ook wel het effectieve rentepercentage
genoemd. Bij het bepalen van het effectieve rentepercentage van kredieten aan consumenten
houden banken rekening dat niet alle consumenten hun schuld terugbetalen en dat de bank kosten
moet maken om aflossing en rente alsnog te incasseren. De Wck (Wet op het consumentenkrediet)
bepaalt dat er een maximum interestpercentage geldt voor consumptieve kredieten onder 40.000
euro. Dit is de maximale wettelijke rente plus 12%. Financieringskosten van de lening: effectieve
rentepercentage per jaar x het lening bedrag. Het Bureau Kredietregistratie houdt leningen en
aflossingen bij. Consumptief krediet is bestemd voor particulieren. Hierbij is geen onderpand
betrokken. Soorten kredietvormen:
- Doorlopend krediet: De consument mag een maximumkrediet opnemen en dit in een
bepaalde periode terugbetalen. De lening hoeft niet in één keer worden opgenomen en
afgeloste bedragen mogen opnieuw worden opgenomen. Afsluitingskosten hoeven maar één
keer worden betaald en formulieren hoeven maar één keer worden ingevuld. De bank hoeft
maar één keer kredietwaardigheid onderzoek te doen en het bedrag dat maandelijks wordt
betaald wordt automatisch van zijn rekening afgeschreven, dit is kostenbesparend.
- Persoonlijke lening: De consument leent een bedrag voor een bepaald doel en neemt het
hele bedrag ineens op. Aflossingen mogen niet opnieuw worden opgenomen. Dit maakt de
lening erg overzichtelijk.
Dure kredietvormen voor consument, omdat bank weinig zekerheid heeft.
- Koop en verkoop op afbetaling: De koopprijs van een roerende zaak wordt in meerdere
termijnen betaald. De koper wordt bij de levering zowel economisch als juridisch eigenaar
van het goed. Duurzame consumptiegoederen: allerlei artikelen waar de consument jaren
plezier van kan hebben. Er moeten minstens 2 termijnen volgen anders is het een gewone
koopovereenkomst.
- Huurkoop: De koopprijs van een roerende zaak wordt in meerdere termijnen betaald. De
koper wordt pas na het betalen van de laatste termijn juridisch eigenaar. Als de consument
niet betaald kan de eigenaar het terughalen en aan iemand anders verkopen. Dit geeft meer
zekerheid en lagere financieringskosten. De verkoper doet een beroep op de bank of
financieringsmaatschappij om transacties te financieren.
- Betaalrekening: Als je tot een bepaald maximum rood mag staan, kan je het gebruiken als
een vorm van consumptief krediet.
6 Enkelvoudige en samengestelde interest
Geld op spaarrekening brengt rente (interest) op. Enkelvoudige interest: De rente is elke keer een
even groot bedrag dat je krijgt over je beginbedrag. Samengestelde interest: Je krijgt rente niet
alleen over je beginkapitaal maar ook over de eerdere bijgeschreven rente. Rente neemt elke
periode toe, omdat het bedrag waarover je de rente krijgt ook toeneemt: ‘rente over rente’. 1,5%
per halfjaar mag je dus niet gelijkstellen aan 3% per jaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GeertevanderMeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.