100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Sociologie () (H7/13) $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Sociologie () (H7/13)

 25 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Beknopte samenvatting van inleiding sociologie, hoofdstuk 7 t/m 13. Een goede samenvatting voor het tweede tentamen van deze cursus.

Preview 3 out of 29  pages

  • October 10, 2022
  • 29
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Networks
Hoofdstuk 7


7.1 The friendship paradox
Vriendschap paradox: mensen hebben vaak gemiddeld minder vrienden als hun vrienden
gemiddeld hebben. Dit omdat mensen geneigd zijn om vrienden te worden met mensen die
een groter netwerk hebben.

7.2 Personal network
In sociale netwerkstudies worden dergelijke verbanden tussen mensen vaak weergegeven
in een grafiek, ook wel een sociogram genoemd. Een sociaal netwerk is gewoon een set
van actoren (nodes) en de banden daartussen (edges).

Soorten sociogrammen / grafieken
1. het persoonlijke netwerk: Dit is een ego-netwerk dat alle banden van een
bepaalde persoon (ego) met andere personen (alters) presenteert.

2. Degree netwerk: voegt ook de connecties tussen alters die direct aan de ego zijn
geconnect.




3. Directed grafiek: maakt verschil tussen ties met of zonder richting, ties met richting
worden ook wel arcs genoemd. Als arcs beide kanten op gaan dan is het een
reciprocal relatie. Als het van 1 kant komt is het een asymmetrische relatie.




4. Adjacency matrix: een matrix met stuurders en nominaties. Als de stuurder iemand
nomineert, duidt dit een vriendschap aan.
- Indegree: hoeveel nominaties iemand ontvangt.
- Outdegree: hoeveel nominaties iemand maakt.

Sterke banden: positieve relaties waarin mensen emotioneel close voelen, elkaar helpen,
veel interactie; niet eenzijdig.
Zwakke banden: oppervlakkige relatie van mensen die elkaar niet vaak zien en niet echt
emotioneel close voelen, niet zo met elkaar bezig

Hiërarchische netwerk lagen:
- Core netwerk: sterkste band, meest gewaardeerd of intiem. bijvoorbeeld beste
vrienden of persoon met wie je relatie hebt.
- Sympathie netwerk: sterke banden, maar ook wat die niet zo intiem worden gezien.
Het voegt familieleden en andere vrienden toe.
- Affiniteit netwerk: laag voegt gelijken, afstandelijke familieleden en andere mensen
met relatief vaak contact toe.

, - Actief netwerk: totaal aantal mensen met wie iemand een actieve relatie heeft.
- Totaal persoonlijk netwerk: voegt ook mensen toe waar je alleen de voornaam van
weet en mensen waarmee je amper contact hebt toe.

7.3 Network size and hubs
Je kan achter de verdeling van iemand z’n netwerk komen m.b.v. een naam generator:
survey vraag waarbij de respondent namen of initialen van iemand uit zijn persoonlijke
netwerk benoemt.

Een hub is een individu die veel mensen kent, veel nodes heeft in zijn netwerk. Deze komen
niet vaak voor. Hierdoor als je een grafiek zou maken totale persoonlijk netwerkgrootte zou
het een grote staart hebben.

7.4 Network density and transitivity
Proportie populatie (p), netwerk grootte (k), netwerk dichtheid (density/d)
> De netwerkdichtheid is te bepalen door de gerealiseerde banden te delen door de
mogelijke banden. De hoeveelheid mogelijke banden is bij een netwerk met richting k(k-1)
en bij zonder richting k(k-1)/2. De netwerkdichtheid is dus een cijfer tussen 0 en 1, waarbij 1
het dichtst is. Een netwerk met veel connecties heet network closure.

Triade: netwerk van drie acteurs en de mogelijke banden tussen hen. Als ze allemaal met
elkaar verbonden zijn, dus twee alters en de ene ego alle drie met elkaar geconnect zijn
heet dat triadische dichtheid / transitiviteit.

Verboden triade: triade waarbij ego A goede band heeft met alters B en C maar deze alters
zelf geen band hebben met elkaar. Dit gebeurd vaker wanneer er niet zo’n goede band is
tussen A en B/C.

Transitiviteit neigingen: de hoge graad van clusteren, je bent geneigd om vrienden te
worden met vrienden van jouw vrienden. Des te sterker de band, des te meer transitiviteit
neigingen. De redenen hierachter zijn:
1. Ontmoetingskansen, sociale banden worden gemaakt door interacties, doordat ego
A banden heeft met alters B en C, zullen hun dezelfde context hebben en hierdoor
elkaar kennen.
2. Homogeniteit, mensen willen graag banden vormen met soortgelijke mensen
3. Structurele balans, ego A zal het waarschijnlijk ongemakkelijk vinden als alters B en
C niet met elkaar overweg kunnen.




7.5 The small-world phenomenon

, Kleine wereld fenomeen: twee verschillende individuen zijn geconnect met elkaar met zo’n
5-6 stappen via vrienden, kennissen, familie.

Community: cluster van nodes die meer met elkaar geconnect zijn dan met mensen buiten
hun cluster.
> De banden van mensen binnen een community heten community-bonding ties.
> De banden met een andere community heten community-bridging ties, vaak zijn dit de
zwakkere banden. Dit zorgt voor een netwerk met een hoog niveau van clusteren en een
paar bruggen tussen deze clusteringen, dit heet kleine-wereld netwerk.

7.6 Network change: Loss-of-community?
Loss-of-community propositie: doordat de populatie groter wordt, zien mensen elkaar
minder vaak face-to-face, hierdoor verzwakken hun banden. Dit is ook doordat meer
technologie wordt gebruikt voor communicatie. Deze theorie is nog niet volkomen
onderbouwd.

7.7 Networks and social cohesion
Sociale cohesie: de mate waarin individuen en groepen positieve relaties hebben, in
vergelijking tot geen, neutrale of negatieve relaties. Des te meer positieve relaties, des te
hoger de sociale cohesie.

Persoonlijk netwerk cohesie: de mate waarin iemand zijn netwerk bestaat uit positieve
relaties, in vergelijking tot geen, neutrale of negatieve relaties.

7.8 Networks and social capital
Sociaal kapitaal paradigma: perspectief waarbij sociale netwerken een vorm van waarde
hebben, dus dat netwerken leiden tot een gewilde uitkomst. Deze uitkomst kan variëren.
Voorbeelden:
- Sociale normen →
> Netwerk closure en normen propositie: des te meer banden er zijn in een
netwerk, des te meer er wordt geconformeerd aan de sociale normen.
> Intergenerationeel closure: ouders helpen elkaar met op elkaars kinderen letten,
je moet hier wel eerst een connectie voor hebben met elkaar.
- Vertrouwen →
> band sterkte en vertrouwen propositie: des te positiever de relatie tussen ego
en alter, des te meer ze elkaar vertrouwen.
> Netwerk closure en vertrouwen propositie: des te meer closure in het netwerk
van ego en alter, des te meer ego en alter elkaar vertrouwen.
> Sociale banden en gegeneraliseerd vertrouwen propositie: des te meer sociale
interacties mensen hebben met vrienden, familie en andere community leden, des te
sterker hun gegeneraliseerde vertrouwen.
- Gezondheid en welzijn →
> Netwerk cohesie en gezondheid propositie: des te groter iemand zijn netwerk
cohesie, des te beter zijn gezondheid en welzijn.
> Netwerk gezondheid en gezondheid propositie: des te beter de gezondheid en
welzijn van mensen in iemand zijn netwerk, des te beter diegene zijn eigen
gezondheid en welzijn.
Groups

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added