100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary Sociale Problemen deeltoets 2 () $5.95   Add to cart

Summary

Summary Sociale Problemen deeltoets 2 ()

 17 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Beknopte, overzichtelijke samenvatting voor deeltoets 1 van de cursus “sociale problemen”.

Preview 4 out of 49  pages

  • October 10, 2022
  • 49
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 2 - Analytical framework

● Social scientific explanations
Gebaseerd op bepaalde assumpties van menselijk gedrag kunnen we voorspellen hoe
individuelen actoren zich zullen gedragen en kijken naar uitkomst: micro-to-macro link.

- Description: beschrijven over fenomenen in de populatie en trends over time.
Bijvoorbeeld waar de criminaliteit is begonnen.
- Explanations: Onderliggende oorzaken ontdekken/verklarende vragen.

Het actor-in-context approach / macro-micro-macro model kijkt naar type fenomenen die
veroorzaakt is door interactie op individueel niveau.
(Gaan er vanuit dat de gedragingen op individu rationeel is en past in de context van
macro).




Coleman’s boat
1. Macro context beïnvloed micro level
2. Gegeven micro omstandigheden en individuele voorkeuren en meningen zal een
individu op een bepaald manier gedragen
3. Micro uitkomst zorgt voor bepaalde macro uitkomst
4. Door bovenstaande stappen kunnen we de macro situaties linken aan elkaar

● Understanding individual actors
Om macro-level uitkomsten te begrijpen, moeten we kijken naar micro-level gedrag. Om dit
te verklaren noemen we methodological individualism; hierbij is het idee dat individuen
doelgericht handelen.
Volgens Weber en Simmer is het ook belangrijk om naar de context te kijken; legt
beperkingen op, stimuleert keuzes en structureert acties.

De onderzoeker kan twee soorten dingen waarnemen:
1. Acties en interacties → feitelijk gedrag
2. Mondelinge verklaringen over de acties → onderliggende motivaties en
hun verwachtingen van de resulterende effecten
Verklaring en wat mensen doen is vaak inconsistent. Er is vaak veel verschil in wat mensen
zeggen en wat ze daadwerkelijk doen. Het wordt dan ook eerder gezien als revealed
preference (onthulde voorkeur). Al kan het wel achterhaald worden met slimme
interventies en experimenten.

,Om “verstehen” te bereiken kwam de econoom Schelling met de methode van vicarious
problem-solving en begaat de volgende stappen:
1. Plaats jezelf in de actor
2. Ga ervan uit dat ze bepaalde voorkeuren hebben
3. Wat zou je doen in hun positie?
4. Zoek naar motieven en beperkingen die het gedrag van de actor verder beïnvloeden.

● Models of human behaviours
Rationaliteit is het idee dat individuen op een verstandige en logische manier handelen en
hun kennis en beschikbare middelen gebruiken om hun doelen te bereiken.

We hebben 2 modellen van gedrag in de sociale wetenschappen:
1. Homo sociologicus, houdt rekening met de belangen van anderen en streeft zich te
houden aan sociale normen.
2. Homo economicus, een egoïstische actor die zijn gedrag baseert op kosten en
baten.

Volgens Fehr en Gintis kunnen deze twee vormen zich in dezelfde mensen bevinden, en
kun je een beetje van het één zijn en een beetje van het ander.

Boudon maakt verschil in
- Zweckrationalität or instrumental rationality
> Een actor vertoont bepaald gedrag als dit goede gevolgen met zich meebrengt (De
gevolgen rechtvaardigen de beslissing).
Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk; daklozenopvang: motivatie doordat het goed op CV
staat.
- Wertrationalität or value-oriented rationality
> Een actor volgt een bepaalde waarde of norm, ongeacht de consequenties van zijn
gedrag.
Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk; daklozenopvang: motivatie omdat “iedereen een dak
boven zijn hoofd verdient” en dat we de plicht hebben om dan te helpen.
↳ Volgens Boudon wordt gekeken welke redenen individuen geven voor hun
daden.

Bij deze vormen van rationaliteit, hoort de term cognitivist actor: Zo verstandig mogelijk
handelen vanuit het perspectief van cognitieve redenen die kunnen worden aangevoerd als
rechtvaardiging voor gedrag.
- Instrumental rationality, kunnen zeggen dat de actor goede reden had voor bepaald
gedrag.
- Value-oriented, bepaald gedrag door de waarde waar de actor zich aan houdt.

Mensen zijn vaak niet in staat om hun gedrag te optimaliseren aan hun voorkeuren, dit
noemen we bounded rationality (beperkte rationaliteit).
↳ Simon stelt dat mensen vaak satisficers (goed genoeg) zijn, dan optimizers.

Kahneman ontdekte dat veel keuzes die mensen maken niet overeen komen met de
assumpties achter de rational choice theory; in plaats van doelbewust denken is het
gedrag vaak bepaald door invloed van cognitieve biases.

,> Optimistic bias, wat leidt tot:
- illusion of control: Idee dat we veel controle over ons leven hebben, dat niet zo is.
- planning fallacy: de neiging om baten en kosten te overschatten.

> Loss aversion bias, waarbij mensen veel meer afkeer hebben wanneer ze iets verliezen,
dan wanneer ze hetzelfde zouden verkrijgen of winnen. Verliezen weegt dus veel zwaarder.

Een los individu kan niets doen aan een probleem op macro-niveau. Kan alleen aangepakt
worden als er collectieve acties worden ondernomen.
Iedereen doet vaak wat goed voor hen is, hierdoor kan macro uitkomst vaak onwenselijk
zijn. Dit noemen we problem of aggregation en verwijst naar onderlinge afhankelijkheid.
Het impliceert dat de keuze van elk individu afhangt van alle andere individuele actoren.
Gedrag hangt dan vervolgens ook weer af van macro-context.

● The prisoner’s dilemma
Resultaat voor elke actor hangt af van het gedrag van andere betrokken actoren.




Hierbij is er een dominante strategie en dat is bekennen.
> Deze situatie noemen we de Nash equilibrium: geen van de actoren kan hun situatie
verbeteren zolang de andere actor niet veranderd in zijn strategie.

Coleman maakt onderscheid in de
- Social equilibrium (sociaal evenwicht): evenwicht tussen de actoren waarin als de
toestand bekend is, geen actor bereid is om zijn gedrag te veranderen; nash
equilibrium.
- Social optimum: de optie om er beide goed uit te komen.
Social optimum is in dit voorbeeld lastig, omdat bij social optimum (dus beide ontkennen)
altijd toch de neiging er is om toch te ontkennen. Aangezien je dan zonder straf wegkomt.

Bij het standaard prisoners dilemma is er sprake van simultaneous game, actoren
beslissen gelijktijdig over hun gedrag.
↳ Hoe zou er sneller een coöperatieve uitkomst komen?
> Sequent game: actoren reageren op elkaars acties.
> Repeated game: dezelfde game meerdere keren herhalen, waardoor ze kunnen leren van
het gedrag van anderen.

● Free-riding behaviour and collective action
Free-ridings gedrag komt minder snel voor in kleine groepen, aangezien hier persoonlijke
relaties zijn en er vertrouwen en solidariteit is. In grote groepen is social control minder

, makkelijk te bereiken.
Olson komt met 3 oplossingen hiervoor:
1. Monitoring en sanctioning (bij bijvoorbeeld betalen van belasting controleren).
2. Moral persuasion; beroep doen op dwingende morele principes om mensen erbij te
betrekken om meeliften tegen te gaan (bijvoorbeeld Sociale beweging vraagt zijn
leden iets te doen voor goed doel).
3. Selective incentives; prikkels die het eigenbelang van individuen aanspreken en
hen aan te moedigen deel te nemen aan collectieve acties.

● Macro-micro-macro explanations using social mechanisms
Social mechanisme: hoe het gedrag van mensen wordt beïnvloed door factoren op
macroniveau, hoe individuen met elkaar omgaan op microniveau en uitkomst.




Belief-formation mechanisms: sociale context geeft vorm aan de opvatting over de
gevolgen die bepaalde daden zouden hebben.
↳ Voorbeeld hiervan is self-fulfilling prophecy; hierbij gaat het om een (verkeerde)
opvatting die bepaald gedrag kan oproepen, waardoor die opvatting ook waar wordt
gemaakt, aangezien je er vervolgens ook naar gaat gedragen.

Mensen kunnen zich gaan gedragen als andere individuen, omdat zij meer
overtuigd zijn van de meningen van anderen dan hunzelf. Soms kan dit
onvoorspelbaar of explosief zijn → Dit leidt tot kuddegedrag, massahysterie of
social contagion (sociale besmetting).

● The micro-to-micro link: action-forming mechanisms
Bepaalde combinaties van overtuigingen en keuzes leiden tot bepaald gedrag.
↳ Voorbeeld hiervan is cognitieve dissonantie; spanning die ontstaat wanneer de
opvattingen (gevoel, normen, waarden, kennis etc.) van een persoon botsen met feiten of
waarneming.

Preference falsification: conflict tussen iemands eigen opvattingen en de opvattingen
binnen de samenleving. Het fenomeen emperor’s dilemma (dilemma van de keizer) hoort
hierbij. Speelt in gemeenschappen met strenge regime, waarin mensen bang zijn tegen de
normen in te gaan en kunnen dus hun mening niet uiten.

Positive externalities: de individuelen actoren houden geen rekening met het nemen van
beslissingen, maar wel gunstige invloed en gevolg hebben op de gehele samenleving.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95  2x  sold
  • (0)
  Add to cart