Met deze samenvatting kan je de lessen zeker volgen, omdat het nog recent is en is zeker duidelijk. Alles die je in de lessen gaat zien zit hier in dit samenvatting. Het is ook makkelijk om te leren.
Pedagogie
Psychologie: het menselijk gedrag staat centraal. Waarom vertonen mensen een bepaald
gedrag, wat motiveert hen, hoe gedragen ze zich in groep, wat zijn hun emoties, hoe maken
ze keuzes en hoe kunnen we individuele verschillen in gedrag verklaren?
Pedagogie: opvoeding, onderwijs en vorming centraal. Focus op hoe ontwikkelings-,
opvoedings- en leerprocessen verlopen, hoe in gezinnen, scholen, organisaties en bredere
maatschappelijke contexten optimale omstandigheden gecreëerd kunnen worden voor leren
en ontwikkeling en welke ondersteuning nodig is indien opvoeden, leren en ontwikkelen niet
vanzelfsprekend verlopen? Het menselijk gedrag in de context van de opvoeding en
omgeving.
1. Begripsomschrijving
1.1 definitie hellinckx
Opvoeden = een complex fenomeen, want de kern van opvoeden is samenleven
Definitie van opvoeden
functionele versus intentionele (expliciete stuur) opvoeding
impliciete versus expliciete sturing
opvoeding = complex proces
bewust mee bezig (20%) heel vaak doe je dat ook onbewust (80%)
wie voedt op?
- Is een babysitter een opvoeder? neen
- Is een leerkracht een opvoeder? ja
- Is een pleegouder een opvoeder? ja
- Is een geïnterneerde biologische vader een opvoeder? Neen, biologische vader
leeft niet met het kind, het heeft wel een invloed op maar niet hier
ja al deze volwassenen beïnvloeden kinderen (invloed op het leven van het kind)
Hellinckx = Opvoeder iemand is dat gedurende langere tijd, dagelijks, met een kind
samenleeft, zich verantwoordelijk weet/ voelt voor de toekomst van het kind.
Opvoeden is: (wie nemen we mee in de analyse van)
- Complementair
- circulair (samenhang tussen kind en ouder, opvoeden is
samenleven.)
Interdependent = niet zonder elkaar kunt zonder beïnvloeding maar dat het asymmetrisch is.
- multifactorieel
o verschillende beïnvloedende factoren
interventies van de ouders
kind is actief
het leefklimaat: de opvoedingscontext
,1.2 Opvoeding als wetenschap: variabelen
1.2.1 Het kind
bepaald door genetische factoren en neurobiologische invloeden
pre- (voor de geboorte en voor de conceptie = elementen die later in de opvoeding nog
kunnen spelen), peri- (ongerustheid of angsten tijdens de zwangerschap gaan toch op een
angstige manier met hun kind omgaan, ze hebben schrik dat er iets mis zou gaan met hun
kind) en postnatale invloeden
Temperamentkenmerken
Als ouder je verwachtingen loslaten en aan de slag gaan met het kind
fysieke kenmerken (zijn belangrijk om het kind beter te begrijpen als ze bepaalde fysieke
kenmerken hebben tijdens pubertijd,..)
geslacht (kind factoren die de samenleving tussen kind en ouder kunnen bepalen,
kinderen gaan ook mee bepalen)
De aard/ eigenheid van het kind
De manier waarop het kind reageert op
De pedagogische aanpak van ouders
Illustratie = welke factoren heeft het kind op de samenleving in het filmpje ouders lopen
gespannen en ze voelen dat ze de boel niet georganiseerd krijgen, de jongste baby is een
huilbaby en die zorgt ervoor een verhoogde draaglast in een gezinssysteem = stress
verhogende factor, tweede kind zit in een peuterpubertijd hij zit in een ontwikkelingsfase
(= die zeggen vaak nee, die gaan experimenteren, afzetten, voor elk ouder een pittige
periode) fase dat extra spanning en druk meebrengt. Camera’s = geen gezonde manier om
met de aspect van de huilbaby om te gaan ze is er zoo gericht op waardoor dat ze geen
ruimte heeft voor andere zaken. (ga niet te snel advies geven probeer eerst met de ouders
de situatie te begrijpen) je moet eerst begrijpen vanwaar dat het komt en zo advies geven.
Twee kinderen zitten in een fase die de stress in het gezin kunnen verhogen, deze mama
heeft een heel ideaal beeld in haar hoofd en zij zelf staat daar heel ver van en dat zorgt weer
dan bovenop de stress, heel chaotische mama (bv; ze is heel chaotisch in haar hoofd en door
de stress dat ze ervaart dan functioneer je ook minder goed. Ze is niet zo gestructureerd en
planmatig)
1.2.2 De opvoeder of ouder (ouders tijd geven om die verandering te instaleren)
- Persoonlijkheidskenmerken van de ouder
o Persoonlijkheidskenmerken/ Temperament (cognitief, affectief, sociaal,…)
PH van de ouders bepaalt mee hoe dat ze zich ten aanzien van het
kind verhouden.
o Leeftijd
Heeft ook een invloed op hoe dat je omgaat met je kinderen, de kans
is groot bij tienerouders dat ze een opvoedingsprobleem krijgen.
, o Gezondheid (fysiek en mentaal)
Als je een ouder bent die fysiek ook heel last hebt heeft ook een
invloed, dan ben je minder open voor andere aspecten.
- Opvoedingsgeschiedenis
o Indirecte invloed op de opvoeding die je geeft
Als je als kind opgevoed werd door een moeder die heel veel nood had
aan controle invloed op kinderen
o Directe invloed
Je bent opgevoed en je gaat daar bewust of onbewust zaken
meenemen, heel veel mensen willen bewust opbouwen op de
opvoeding die ze zelf hebben gekregen omdat ze dat goed vonden. Er
zijn ook dingen die je afzet (geschiedenis draag je soms wel mee)
pedagogisch besef (Baartman) bij ouder die dat bij kinderen een te kort doen zegt
Baartman, spreken we over een vertekend pedagogisch besef = de juiste betekenis verlenen
aan het gedrag dat je kind stelt, opvoeden is samenleven en jij als ouder wordt veronderstelt
dat je het gedrag van je kind stelt de betekenis daarvan op een juiste manier opvangt/
interpreteert en daar dan op goed gaat naar handelen.
Bv; wanneer dat je als kind goed behandeld bent gezien werd dan ontwikkel je een goed
pedagogisch besef, als baby wordt je overspoelt door wat dat je voelt (koud, alleen,…) en
enige signaal = wenen. En ouders zoeken wat de baby voelt. dat zijn kinderen die op een
duur reguleren ze krijgen vertrouwen in de buitenwereld en eigen,…
Bv; als je als kind je signalen niet horen, en niet huilen na een duur enz… ze leren niet om
hun emoties te reguleren enz… (geen goed ontwikkeld pedagogisch besef) de geschiedenis
van mensen bepaalt ook mee hoe dat mensen reageren.
Een moeder wiens tranen nooit zelf gedroogd zijn kan die van haar kind ook niet drogen
(helincx)
Belangenconflicten
Persoonlijkheidskenmerken van de ouder
Opvoedingsgeschiedenis
De manier waarop de ouder de opvoedingssituatie vorm geeft
Illustratie: welke aspecten m.b.t. de variabelen ouder en kind bepalen hier de
opvoedingssituatie? drie kleine kindjes, ze hebben een tweeling die heel vroeg geboren is
taalachterstand, peuterpubertijd ontwikkelingsfase stevig, zorgen over sarina pittig
temperament zorgt voor een verhoogde draaglast, is een pittige fase boos op de ouders
omdat je alles zelf wilt doen, die worden kwaad en die krijgen zich niet meer tot rust in die
fase is dat normaal je hebt je ouders nodig om tot rust te komen (op trap staan,..) kind met
een rustige temperament gaat minder kwaad worden maar een kind nog met een
taalachterstand is dat nog moeilijker ze wordt ook snel misbegrepen, de ouders heel veel
goeie zaken bij woede buien op trap zetten, broer slaan mama zegt niet slaan (bijten is op
trap) het loopt mis op vlak van de beleving van de moeder dat heeft te maken met de PH en
de geschiedenis van de moeder mama raakt in paniek omdat ze wilt begrijpen we haar
kind zegt ze wilt geen slechte mama zijn. Goeie mama zijn da is een mama die haar kind kan
, begrijpen voor haar, ze heeft dit door haar geschiedenis omdat ze dat niet heeft gehad bij
haar eigen mama.
1.2.3 De opvoedingscontext
1.2.3.1 Subsysteem en gezinskenmerken
- Subsysteemkenmerken
o Partnerrelatie
Invloed op wat er gebeurt tussen ouder en kind (indirecte invloed op
het welbevinden van ouders, de opvoeding omdat we weten dat de
kwaliteit van een partnerrelatie heel bepalend is voor het welbevinden
van ouders), wanneer ouders in een goeie partnerrelatie zitten waar
ze zich goed voelen dan is dat een buffer dat maakt dat ouders veel
meer draagkracht hebben, veel sensitiever en responsiever zijn voor
de signalen van het kind, veel meer ruimte in hun hoofd om hun eigen
belangen aan de kant te schuiven in functie van de noden van een
kind.
Andersom heeft het wel een invloed op het welbevinden van ouders
en gaan ouders daardoor minder afgestemd kunnen reageren op hun
kind. Minder goed voelen gaat zich isoleren, andere buffer op de
helling zet.
o Siblings: aantal kinderen, plaats in de kinderrij
Uit onderzoek leren we dat verschil uitmaakt qua opvoedingsstijl,
opvoedingscultuur, of dat je nu groot of klein gezin hebt of dat je als
enig kind opgroeit of dat je met een nieuw samengesteld gezin woont,
aanwezigheid van broers en zussen hebben een impact op iemands
zijn zelfbeeld, sociale vaardigheden, en het is een verschil als jij als
jongste in een rij van 7 geboren wordt of als oudste.
PH van de eerst geborenen in grote gezinnen (bewuster, meer
verantwoordelijkheid,..) zien we daar qua tendens andere PH
karakteristieken dan laatst geborenen (meer het kan me niet schelen,
non chalanter,…) in een groot gezin.
Hypothese is dan dat mogelijks de eerst geborenen, de ouders
niks hadden te doen dan dat kind te wachten en die kind voelt
die druk en wil de verwachtingen van ouders voldoen en de
laatst geborenen daar veel minder last van ervaren. Het kan
ook een verschil zijn als je als enige meisje tussen 5 broers
opgroeit of omgekeerd en of da je 11 jaar na zijt geboren of
andersom dat je in een nieuw samengestelde gezin. Het gaat er
niet om wat goed of fout is het gaat er om wat er gebeurd en
met wie, sommige kinderen qua PH en eigenheid aarde perfect
in een kei groot gezin en de sfeer de gezinscultuur voor
sommige kinderen is dat ideaal.
o Algemene gezinskenmerken:
o De gezinsorganisatie
Afgrenzingsprocessen binnen het gezin
Coalitie- en alliantiestructuren
o De gezinscultuur
o De gezinsdynamiek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Busraasz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.