De wetenschap in de Renaissance veranderde, omdat:
● er meer onderzoekers kwamen die geen geestelijke waren.
● “ ook onderzoek gingen doen op gebieden die niet met godsdienst hadden te maken.
● “ zich bij hun onderzoek niet meer aan de leiding van de Kerk wilden onderwerpen.
● “ proeven gingen doen, kijken wat er gebeurde, nadenken over wat zij zagen.
Gevolg = een periode met een groot aantal uitvindingen: de Wetenschappelijke
Revolutie.
Belangrijke kenmerken Wetenschappelijke Revolutie:
- nieuwe manier van onderzoeken: observeren, experimenteren en redeneren.
- grote veranderingen in leven veel mensen (medische zorg, nieuwe energiebronnen).
- hevig verzet van Kerk, overheid en sommige bevolkingsgroepen, met geweld.
Empirisme = de Renaissance-onderzoekers wilden elk onderzoek van de natuur baseren op
waarneming, ervaring en experiment. Ook al in Oudheid, systematischer in Renaissance!
In 16e eeuw -> onderzoekers ondervonden veel tegenstand van katholieke Kerk, want:
wilde haar greep op de wetenschap niet verliezen.
wilde beletten dat belangrijke kerkelijke opvattingen door onderzoek werden ondermijnd.
Vanaf eind 16e eeuw situatie voor onderzoekers gunstiger, want:
● Onderzoekers gingen met elkaar samenwerken in wetenschappelijke verenigingen.
● Kregen steun van regeringen vanwege nut wetenschap.
Wetenschap belangrijke plaats in samenleving.
-> door uitvindingen kregen de Europeanen een voorsprong op de rest van de wereld.
Zonder uitvindingen als vuurwapens, en later stoomschepen en spoorwegen hadden de
Europeanen de wereld niet enkele eeuwen kunnen overheersen.
Door Wetenschappelijke Revolutie gingen steeds meer mensen vertrouwen op hun eigen
verstand (niet Bijbel en oude Griekse wijsgeren meer richtsnoeren waarheid). Vragen als:
- gaan we goed met elkaar om en valt er niet veel te verbeteren?
- welke invloed moest de godsdienst hebben?
- moest een koning alles alleen beslissen of mocht de bevolking meebeslissen?
De Wetenschappelijke Revolutie leidde tot de Verlichting.
18e eeuw = Verlichting. Onderzoekers: verlichters.
Rationalisme: de samenleving moest, zoals de natuur, op een redelijke manier worden
onderzocht. Met de toegenomen kennis zouden de problemen in de samenleving kunnen
worden opgelost. Dat leidde tot optimisme en de vooruitgangsgedachte.
Belangrijkste ideeën verlichters:
Sociale verhoudingen:
Vrijheid. Belangrijkste begrip: vrijheid van meningsuiting; vrijheid van drukpers; vrijheid
om te geloven wat je wilt; vrijheid om handel te drijven met wie je wilt.
1
, ● Gelijkheid. Bij gelijkheid ging het om gelijke kansen voor iedereen en om gelijkheid
in de rechtspraak. Verschillen in denken over gelijkheid: sommige verlichters voor
gelijke politieke rechten voor vrouwen, verschillen tussen mannen/vrouwen. De
verlichters gingen er vanuit dat alle mensen ongeacht hun cultuur, hun etnische
afkomst en het volk waartoe zij behoorden, gelijk waren. MAAR afschaffing slavernij
was voor veel verlichters een stap te ver.
Godsdienst:
● Religieuze tolerantie. Men moest verdraagzaam zijn op godsdienstig gebied.
● Scheiding tussen Kerk en staat. De Kerk houdt zich bezig met godsdienstige
zaken, de staat met bestuur en rechtspraak.
-> verdeeldheid onder de verlichters over de invloed van God op het dagelijks leven: veel
verlichte schrijvers zagen God als Schepper van de wereld, anderen wisten niet of zij wel of
niet in een God moesten geloven (agnosten - niet-wetenden).
Economie:
● Ieder individu moest de vrijheid hebben zijn eigenbelang na te streven.
Eigenbelang van individuen levert welvaart op voor iedereen.
● Economisch beleid moet gebaseerd zijn op vrije markteconomie,
vrijhandel en zo weinig mogelijk ingrijpen van de overheid.
Politiek:
● Volkssoevereiniteit = machthebbers ontlenen hun macht aan het volk en zijn
daarom verantwoording schuldig aan dat volk. Inrichting samenleving moest op de
rede gebaseerd zijn in plaats van op erfelijke rechten en plichten of religieuze ideeën.
● Sociaal contract tussen vorst en volk of burgers onderling. Onderlinge
afspraak vorst en volk of burgers dat overheid via wetgeving de rechten van de
burgers moet waarborgen. Verlichters dachten deels verschillend over inhoud
contract, maar eens dat bepaalde taken als rechtspraak moesten worden
overgedragen aan overheid.
● Scheiding der machten. De drie machten (wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende) mogen niet in handen van dezelfde persoon zijn.
-> Locke was voor een representatieve (indirecte) democratie, Montesquieu aarzelde tussen
democratie en aristocratie, Rousseau was voor democratie en Voltaire zag daar niets in.
Dankzij uitvinding drukpers in 15e eeuw was het mogelijk boeken in grote aantallen te
drukken. Ook voor het eerst tijdschriften. De verlichte denkbeelden werden verbreid
via:
- boeken, tijdschriften en bibliotheken (vooral: Encyclopedie van Diderot)
- salons en koffiehuizen. Salon = bijeenkomst in het huis van meestal een vrouw uit de
bovenlaag van de bevolking. Nodigde allerlei mensen uit.
- toneelstukken en opera’s. Rondreizende toneel- en operagezelschappen.
- het ontduiken van de censuur.
Kerk en Staat oefenden in heel Europa censuur uit op redevoeringen en publicaties.
Censuur werd op allerlei manieren ontdoken:
- door kritiek niet rechtstreeks te uiten, maar door te schrijven over fictieve personages
of andere volken.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evadevroe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.