6.1 Waarom voorraad?
= buffer tussenaanvoer en afvoer (voorraad grondstoffen, tussenproduct of eindproduct)
Waar ontstaat voorraad? => afhankelijk van KOOP
Redenen om voorraad te houden
Afstemmingsverschillen tussen 2 opeenvolgende schakels op te vangen
Onzekerheid over behoefte klant of betrouwbaarheid leverancier
Voordeliger inkopen door kwantumkortingen of verwachte prijsstijgingen vermijden
Just in time = leverancier levert optimaal en precies op nodige moment.
Nadelen van voorraden:
kost geld
kan bederven
kan incourant graken (technische of economische levensduur)
6.2 Soorten voorraad
Strategische voorraad
bij sterke afhankelijkheid van een product (vb.: olie)
Speculatievoorraad
als je verwacht dat de prijs van de goederen binnenkort gaat stijgen
Pijplijnvoorraad
voorraad dat onderweg is tussen 2 schakels (rollende of bewegende voorraad)
Ontkoppelingsvoorraden
afstemmingsverschillen in de logistieke keten te voorkomen (buffervoorraad)
Seriegrootte voorraden
als je per serie (batch) produceert
Anticipatievoorraden
als je meer vraag naar product verwacht (seizoensvoorraad)
Veiligheidsvoorraden
opvang van fluctuaties in vraag en/of levertijd
Voorraad onderhanden werk
voorraad die op een gegeven moment bij elke machine of werkplek aanwezig is
6.3 Beheren van voorraad
Bij beheren voorraad maakt men volgend onderscheid:
fysieke/technische voorraad (in magazijn aanwezig)
economische voorraad (waarvan organisatie eigenaar is dus ook bestelde voorraad die nog
moet geleverd worden)
bestelde voorraad (besteld bij leverancier, bedrijf is al eigenaar)
gereserveerde voorraad (besteld door klant/afnemer maar nog in magazijn
beschikbare voorraad (niet besteld en in magazijn, vrij te kopen)
zie fig. 6.3 p. 136
Economische voorraad = fysieke voorraad ‐ gereserveerde voorraad + bestelde voorraad
Mogelijke bestelsystemen:
Bestelniveau (B)
als onder dit niveau, bijbestellen (variabele bestelmomenten)
Maximaal voorraadniveau (S)
vb. bij beperkte magazijnruimte
Minimaal voorraadniveau (s)
als artikel op vast bestelmoment onder min voorraad is, moet je artikel bijbestellen.
Aanvullen voorraad:
bestelmoment (vast of variabel)
welke hoeveelheid (vast of variabel)
6.4 Bestelsystemen uitgelegd
fig. 6.1 p. 137
Opslingereffect = als vraag naar product sterk wisselt kan dit ervoor zorgen dat de voorraden in
hele keten onevenredig hoog worden. (iedereen stelt veiligheidsvoorraad op)
bekijk bestelsystemen p. 138‐141 of slides 11‐14 PPT S4
6.5 Voorraden en financiën
nee‐verkopen = klant kan niet of te laat bediend worden door onvoldoende voorraden
Oorzaken voor voorraadkosten:
Rente
rente van leningen (cashflow), opportuniteitskost eigen vermogen (je had het ook kunnen
beleggen tegen zekere rente)
https://hubkahomy.sharepoint.com/personal/raf_cyran_student_odisee_be/_layouts/15/WopiFrame.aspx?sourcedoc={CE7B1E1ECC1248A798… 1/3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RafC. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.