100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Nectar H10 en H11 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Nectar H10 en H11

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie Nectar H10 en H11

Preview 2 out of 9  pages

  • October 10, 2022
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 2
avatar-seller
Biologie H10 + H11
10.1
Een mensenleven kun je verdelen in een aantal levensfasen: baby, peuter, kleuter, kind,
puber, adolescent (jongvolwassene), volwassene en oudere. Op de middelbare school zit
je in de levensfase van de puberteit. In elke levensfase vinden er ontwikkelingen plaats.
Bij lichamelijke ontwikkeling verandert je lichaam. Daardoor verschilt wat je kunt in de
verschillende levensfases. Bij geestelijke ontwikkeling leer je met je hersenen. Je
verstand verandert. Veel veranderingen ontstaan onder invloed van regelstoffen of
hormonen. Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren, een belangrijke daarvan is
de hypofyse: een klein orgaantje onderaan de hersenen. Een hormoonklier geeft de
hormonen af aan het bloed, hierdoor komen de hormonen in alle organen van je
lichaam. Sommige organen: doelwitorganen reageren op hormonen, andere niet. In het
celmembraan van elke lichaamscel zitten structuren met specifieke vormen: receptoren.
Elk hormoon heeft ook een specifieke vorm. Als een hormoon zich aan een receptor op
het celmembraan hecht, is dat voor die cel een sein om aan het werk te gaan. Na de
zuigelingenperiode regelt het groeihormoon de groei van je lichaam. In de puberteit
maakt de hypofyse veel groeihormoon, daardoor krijg je een groeispurt. Zo werkt het
groeihormoon:
1) De hypofyse geeft groeihormoon af aan het bloed.
2) Het hormoon komt via het bloed bij de verschillende lichaamscellen.
3) De cellen van de botten in je armen en benen reageren op de boodschap van het
hormoon: ze gaan sneller delen. Door de celdeling ontstaan er twee cellen.
4) De cellen worden groter: celgroei.
Kraakbeencellen zijn de cellen die zich kunnen delen. Die bevinden zich in de
groeischijven. Je stopt met groeien als de groeischijven van kraakbeen verkalken, dan
veranderen ze in been.
10.2
Alle kenmerken waaraan je het verschil tussen jongens en meisjes kunt zien, heten
geslachtskenmerken. De primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte
zichtbaar. De secundaire geslachtskenmerken ontstaan tussen je 10e en 16e: je bent dan
in de puberteit. Jongens en meisjes zijn vanaf het begin van de puberteit vruchtbaar: ze
kunnen samen kinderen maken. Tussen jongens en meisjes zijn ook verschillen in
kleding, denken en gedrag: de tertiaire geslachtskenmerken. Veel jongeren krijgen last
van puistjes of acne. Dat komt doordat de huid hier extra veel talg maakt. Talg is een
vettige stof die je huis beschermt en via de poriën: de uitgangen van de talgklieren, naar
buiten komt. Bij te veel talg raken de poriën verstopt, dat zie je als mee-eters. In de
puberteit ontwikkel je je eigen identiteit. Geslachtorganen reageren op
hypofysehormonen en maken vervolgens geslachtshormonen. Bij jongens maken de
zaadballen testosteron. Bij meisjes maken de eierstokken oestrogeen. De

, geslachtshormonen regelen het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken. Als je
het gevoel hebt dat je in het verkeerde lichaam zit, heb je een gender-identiteitsstoornis
of genderdysforie. Zulke mensen heten ook wel transgender. Zo’n persoon doorloopt
eerst de volgende stappen:
1) Algemeen lichamelijk en psychologisch onderzoek
2) Hormoonbehandeling
3) Een ‘real life test’ (gedurende 1,5/2 jaar)
4) Verschillende operaties
5) Geslachtsoperatie
Na deze stappen is een man een vrouw en een vrouw een man: transseksueel.
10.3
Alles wat je met andere mensen doet, heet contact. Andere banden die je met mensen
hebt, noem je relaties. Een relatie geeft aan welke vorm van contact je hebt. Met wie je
omgaat en hoe je met anderen omgaat, hangt af van waarden en normen. Waarden
geven aan wat je belangrijk vindt. Normen geven aan wat je dan wel of juist niet doet.
Bij de waarde ‘trouw’ hoort de norm ‘je laat je vrienden nooit in de steek’. Als meisjes op
jongens verliefd worden en andersom, heet dat heteroseksueel. Als je verliefd wordt op
iemand van hetzelfde geslacht, ben je homoseksueel. Twee jongens heten homo en
twee meisjes noem je lesbisch. Je bent biseksueel als je zowel op jongens als op meisjes
verliefd wordt. Veel mensen willen als ze van elkaar houden vrijen. Je kunt elkaar daarbij
laten klaarkomen(orgasme). Als jongens klaarkomen krijgen ze een zaadlozing. Je kunt
ook klaarkomen door zelfbevrediging of masturbatie. Je kunt ook
geslachtsgemeenschap hebben met elkaar.
10.4
Soa is de afkorting voor seksueel overdraagbare aandoening, ook wel geslachtsziekte
genoemd. Soa’s zijn besmettelijk en worden meestal veroorzaakt door bacteriën en
virussen. Ze worden vaak overgedragen door onveilig vrijen. Een condoom is het enige
voorbehoedsmiddel dat beschermt tegen soa’s. Hepatitis B, syfilis en hiv kunnen ook op
een andere manier worden overgedragen:
1) Via bloed (besmette drugsnaalden onhygiënische piercing of tatouage)
2) Van moeder op kind tijdens de zwangerschap, de geboorte of borstvoeding.
Aids is een bijzondere soa, omdat je er niet kunt van genezen. Dit komt door
hiv(aidsvirus). Als je hiv in je bloed hebt, ben je seropositief à je bent besmet, maar nog
niet ziek. Tijdens de incubatietijd kun je andere mensen wel besmetten. Hiv maakt witte
bloedcellen kapot, waardoor je afweer niet meer goed werkt. Mensen die seropositief
zijn, krijgen hiv-remmers. De huisarts kan een soa-test doen. Door veilig vrijen is de
kans op een soa het kleinst. Dat kan je doen door een condoom te gebruiken. HPV is een
virus dat veel voorkomt en wordt overgedragen door seksueel contact. Er zijn meer dan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annemijntje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76747 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart