Pioneers of Psychology Fancher, 87 testbank questions with anwsers, University California, Summer 2024
Summary History of psychology / Samenvatting Geschiedenis van de psychologie RUG
Summary history of psychology (tilburg university)
All for this textbook (7)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Inleiding En Geschiedenis In De Psychologie
All documents for this subject (91)
1
review
By: yildizakat • 2 year ago
Seller
Follow
terraarends
Reviews received
Content preview
Samenvatting Inleiding en Geschiedenis van de Psychologie
Hoofdstuk 1 – Thema: wat is de rol van de geest bij kennisverwerving?
Ideeën uit de klassieke oudheid zijn belangrijk voor de psychologie. Deze ideeën zijn
afkomstig van filosofen uit de oudheid, dus nog geen psychologen.
Met name is Socrates voor ons van belang, doordat veel van zijn ideeën van grote invloed
zijn geweest op de toekomstige psychologie. Socrates schreef zelf niks op, maar zijn leerling
Plato schreef alles over zijn ideeën etc. op, waardoor sommige dingen gefilterd zijn door
Plato. Socrates vertelde niet hoe dingen in elkaar zaten, maar stelde vragen of liet mensen
zelf nadenken, dit leidde bij Plato uiteindelijk tot ideeën van nativisme en rationalisme.
Nativisme = betekent dat ideeën en kennis al aangeboren zijn.
Rationalisme = om tot echte kennis te komen over hoe de wereld in elkaar zit moet je je rede
gebruiken, je moet dus nadenken.
Plato, de leerling van Socrates, wilde weten wat de échte waarheid was. Naast voorstander
te zijn van het nativisme en rationalisme, was Plato ook voorstander van het idealisme.
Idealisme = zoals je de wereld sensorisch ervaart is het niet echt, maar wat wel echt is zijn
de idealen die in je geest zitten. Idealisme bestaat uit verschijningsvorm en ideale vorm.
Verschijningsvorm = is hoe de dingen zich aan je voor doen, wat zie je?
Ideale vorm = achter de verschijningsvorm bevindt de ideale vorm, die volgens Plato in je
geest bevindt, dit representeert de wereld zoals ze echt is. De essentie der dingen.
Het woord psyche betekende eerst adem. Daarentegen heeft het woord een andere
metaforische betekenis gekregen; een adem vindt alleen in levenden plaats waarin een ziel
zit. Hierdoor is het woord zijn betekenis hedendaags ziel/geest.
Je psyche bestaat uit drie elementen: je rede, je lusten en je
plichten en moed.
Rede = ‘’het nadenken’’ die je lusten en plichten & moed als
het ware moet temmen, dus in toon moet houden.
Lusten = zijn je verlangens, prikkels die je kunnen
bevredigen, impulsen.
Plichten en moed = de verantwoordelijkheden die je hebt
naar anderen en de wilskracht om dat tot uitbrengen te
krijgen.
Aristoteles was weer een leerling van Plato. Plato zei dat de kennis van de wereld komt uit
de geest. Aristoteles was het daar niet helemaal mee eens. Hij was voorstander van het
empirisme.
,Empirisme: kennis over de wereld bestaat uit > observatie (dus wat je ziet) + classificatie,
taxonomie (het aanbrengen van orde, bv. een indelen van een dier bij een diersoort).
De geest filtert observaties door categorieën van ervaringen: substantie (wat), kwantiteit,
kwaliteit (kleur, vorm), plaats, tijd, relatie (kleiner-groter) en activiteit (wat doet het). De rol
van de categorieën van ervaringen van de geest zijn dus dat de geest observaties filtert.
Volgens Aristoteles hadden verschillende organismen verschillende capaciteiten door hun
ziel:
Vegetatieve zielen (voeden, voortplanten) > zoals planten
Sensitieve zielen (sensatie, bewegen, geheugen, verbeelding) > zoals dieren
Rationale zielen (logisch redeneren) > allen de mens
Ook zijn er met name 2 belangrijke Islamitische filosofen, namelijk Alhazen en Avicenna.
Deze filosofen borduurden voort op de oude Griekse filosofen.
Alhazen had veel werk omtrent optica (hoe bijvoorbeeld licht en zicht werkt). Hij had dan ook
een boek over optica en visuele waarneming. Want hoe zien wij nu eigenlijk? Is het actief,
dat je ziel naar buiten aftast, of is het zien iets passiefs, dat signalen van buiten naar binnen
komen (net als bij geluid). Alhazen dacht dat het passief was, aan de hand van het voorbeeld
camera obscura.
Camera obscura = latijn voor donkere kamer
Net zoals het oog (pupil), is er een klein gaatje in de
doos. Het licht valt naar binnen en zorgt ervoor dat
het object dat in zich in de buitenwereld bevindt,
wordt geprojecteerd in de doos op zijn kop. Precies
wat ook achter in je oog gebeurt.
Avicenna heeft een belangrijk boek geschreven voor de medische wetenschap. Aristoteles
beschreef alleen het kijken naar buiten, maar Avicenne maakte een uitbreiding van
Aristoteles’ functies van de ziel. De filters van Aristoteles worden dus uitgebreid, waarbij niet
alleen naar buiten wordt gekeken maar ook naar binnen. Dit heet ook wel introspectie (het
kijken naar binnen). De uitbreiding van de functies maken onderscheid in:
1. De externe zintuigen (zich, gehoor, reuk, smaak, tast)
2. De interne zintuigen (combinatie, verbeelding, geheugen, inschatting, neiging)
Floating man gedachte-experiment = stel iemand zweeft in een duistere ruimte en heeft geen
zintuigelijke- of sensorische input. Dan blijft er nog wat over, namelijk het zelfbewustzijn.
Hiermee toonde Avicenna aan dat het onbewust zijn bestaat onafhankelijk van de
zintuigelijke waarneming.
Kortom, Plato en Avicenna leggen de nadruk bij de geest als actief, de geest is waar de
kennis zit. Daarentegen gaan Aristoteles en Alhazen veel meer in op de interactie van de
buiten- en de binnenwereld, dus wat er in de geest zit komt o.a. door van wat ervan buiten
naar binnen gaat.
Hoofdstuk 2 – Thema: wat is de relatie tussen lichaam en geest? En, hoe
komen we tot kennis over de wereld?
Nog steeds spreken we niet over psychologen, maar over filosofen die grote invloed hadden
op de toekomstige psychologie. Descartes, een bekend filosoof, was een erg eigenwijs
,persoon die twijfelde aan de informatie die hij kreeg van school en wilde zelf weten hoe het
écht zat. Hij wilde zogenaamde zekere kennis.
Deze zekere kennis kon Descartes verwerven uit zijn opgestelde methode. Deze had hij
opgesteld, omdat hij informatie zelf moest ontdekken, doordat zijn docenten ieder hun eigen
mening hadden; dit was niet te vertrouwen. De methode van Descartes bestond uit:
1. Twijfelen aan alles
2. Kennis opdoen: denken (deductie) staat boven sensorische ervaring (inductie)
3. Het zoeken van simple natures: fundamentele eigenschappen van fysieke
fenomenen waaraan je niet kunt twijfelen, zoals extensie (iets wat ruimte inneemt) en
beweging.
Galileo Galilei had soortgelijke ideeën als Descartes. Hij zei dat er twee kenmerken zijn aan
de wereld en aan de dingen die je ziet:
Primaire kwaliteiten = dit zijn kenmerken van de objecten op zichzelf (vorm, hoeveelheid,
beweging).
Secundaire kwaliteiten1 = dit zijn kenmerken die ontstaan als wij mensen met onze zintuigen
interacteren (zicht, geluid, gevoel).
Descartes had een bepaalde visie/gedachte over de fysica, ofwel natuurkunde. Hij dacht
namelijk dat het universum is gevuld met deeltjes en dat er geen ruimte was. Er waren
zogenaamd vuur-, lucht- en aardedeeltjes. De aardedeeltjes waren heel groot, de
luchtdeeltjes middelmatig en de vuurdeeltjes waren erg klein. Deze deeltjes hadden
zogenaamd extensie en beweging. Vanuit de fysica van Descartes ging hij over tot de
mechanistische fysiologie.
Mechanistische fysiologie: het lichaam wordt als machine beschouwd. Dezelfde redenering
die ging over de buitenwereld, kan ook worden toegepast op het lichaam. Descartes dacht
dat de zenuwen holle buizen waren, waarin animal spirits stromen, ofwel hersenvocht.
Verklaring automatisch reflex volgens Descartes’
mechanistische fysiologie:
Vuurdeeltjes komen tegen het lijf van de persoon aan.
In het lijf zitten zenuwen waarin vloeistof zit, die omhoog
worden geduwd naar de hersenen. Deze vloeistof zal
hierna in de hersenen ronddraaien en een deel van de
vloeistof duwt weer naar beneden naar de andere
zenuwbanen. Deze zorgen ervoor dat de spieren in
werking worden gezet en dus een reflex ontstaat.
Aangeleerd reflex = als je iets aanleert gaan de vloeistoffen anders stromen, waardoor
banen ontstaan en bepaalde gedragingen makkelijker verlopen.
1
Denk bij de begrippen aan de link met het idealisme, verschijningsvorm en de ideale vorm.
, Passies = ofwel emoties. Ontstaan door de stroming van de vloeistoffen. Wanneer iemand
bv. boos is stroomt de vloeistof snel en is er een heftige reactie, wanneer iemand verdrietig
is bv. stroomt de vloeistof traag, waarbij er een slappe reactie ontstaat.
Dualisme = lichaam en geest worden als gescheiden gezien. Lichaam en geest zijn dus twee
verschillende dingen. Het lichaam dat als machine werkt en de rationele geest2.
Aan zintuigen kan je twijfelen, maar Cogito Ergo Sum. Dit betekent letterlijk: ik denk dus ik
besta. Dit houdt in dat je aan alles kan twijfelen, maar je kan niet ontkennen dat er iemand is
die aan alles twijfelt. Hierdoor is de rationele ziel altijd aanwezig. Deze rationele ziel heeft
aangeboren ideeën die niet te verklaren zijn a.d.h.v. de buitenwereld.
Een slimme vrouw genaamd Elisabeth van Bohemen stelde Descartes n.a.v. zijn
dualistische visie een vraag, namelijk: ‘’hoe interacteren het materiële lichaam en de
immateriële geest?’’ Het antwoord daarop vanuit Descartes was: ‘’via de pijnappelklier.’’
Descartes dat het lichaam dubbel was (denk aan 2 hersenhelften, 2 benen etc.), maar er
was een orgaan dat geen symmetrie had en dus de plek was voor de interactie tussen
lichaam en geest. Hiervoor wordt het begrip interactief dualisme ook voor gehanteerd.
Interactief dualisme = lichaam en geest zijn afzonderlijk, maar interacteren wel met elkaar.
De werking van pijnappelklier
Iemand ziet een stimulus, waarbij
deze wordt waargenomen door de
ogen. Deeltjes worden geduwd via
de zenuwbanen naar de
pijnappelklier. Dit gaat vervolgens
door naar de geest.
Descartes verklaarde dus dat de kennis in de geest vandaan komt vanuit de mechanistische
fysiologie, waarbij de geest passief is en het interactief dualisme, waarbij de geest actief is.
Deze twee ideeën werden door twee andere filosofen verder uitgewerkt.
Te beginnen bij John Locke. Hij pakte de ideeën van Descartes op rondom de
mechanistische fysiologie. Hij dacht dat een ziel (aangeboren ideeën) niet nodig was voor
kennis, doordat we alles kunnen verklaren door reflex denken. Daarvoor zijn twee dingen
nodig: sensaties + reflecties = herinnering
Sensaties = de input die je krijgt door je zintuigen
Reflecties = dingen die in je gebeuren, combinaties van ervaringen die je hebt
Herinneringen = representaties
Volgens Locke waren er drie verschillende soorten kennis:
1. Intuïtief = ervaring van zaken zoals ze zijn (zoals de kleur rood zien, of een rond
object)
2. Demonstratief = kennis die je kunt uitleggen (zoals wiskunde)
3. Sensitief = kennis die je krijgt via je ervaring/waarneming, dus observatie
2
Hierbij kan een link worden gelegd met het nativisme en rationalisme van Plato & de floating man en zelf-
bewustzijn van Avicenna.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller terraarends. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.